Liefde die altijd komt


Ga je van iedereen houden als je er maar genoeg tijd mee doorbrengt, vroeg D. We reden hard door de nacht, althans voor zo ver Schiphol het toestaat dat het nacht wordt. Lichten straalden en zoefden voorbij, als kometen. In de verte, hoog in de lucht, de felle schijnwerpers van een vliegtuig dat de landing inzette. Je hoefde niet veel fantasie te hebben om te denken dat het aliens waren die ons kwamen bezoeken.

Ik keek even opzij. Ze staarde voor zich uit, de donkere wenkbrauwen in een frons onder haar blonde haren. Dat vraag ik me al heel lang af, zei ze zonder haar starende blik van de weg voor ons af te wenden.

Er knipperden lichten in de verte die door de duisternis naar links of rechts bewogen. Denk de omgeving weg, zet Wild Signals van Jonh Williams aan en je zit in Close Encounters of the Third Kind. Auto’s in de nacht zijn ruimteschepen die de zwaartekracht niet weten te overwinnen. Ik probeerde aan aliens te denken die van ons zouden gaan houden.

Haar vraag maakte een irritatie bij me los die hoort bij confrontaties waar je niet aan wilt. Hoezo zou je na verloop van tijd van iedereen gaan houden? Liefde is toch een bijzondere chemie, een reactie die pas ontstaat als alle ingrediënten in de juiste mate aanwezig zijn. Het is geen schimmel die onvermijdelijk tevoorschijn komt als je maar lang genoeg wacht.

Interessante vraag zei ik, in een poging wat tijd te winnen. Ik probeerde iemand te verzinnen met wie ik al lang omga maar waar ik geen liefde voor voel. Er kwam niemand in me op. Het zou toch niet waar zijn?

Aan de hemel scheerde een stip voorbij. Het ISS? Astronauten die van elkaar gaan houden in een kosmos van liefde. Zo had ik er nooit over nagedacht.

Het bleef nog lang stil die rit.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.