Indiaan worden

cc: illustir
cc: illustir

Op de paarse t-shirts die de organisatie van de Dam-tot-Damloop aan de deelnemers hadden uitgereikt stonden kreten als ‘Eat My Dust’, “Survival of the Fastest’ en de reclameslogan van de huissponsor ‘Just Do It’.

Op mijn shirt prijkte ‘There Is No Finish Line’. Het was vast niet zo bedoeld maar dat was precies wat ik vreesde. De finish niet halen.

16,1 kilometer, oftewel 10 mijl, hardlopen had ik nog nooit gedaan. 10 kilometer wel. Een enkele 13 en deze week zelfs een keer 15 km, om te zien of ik het kon. “Had je eigenlijk niet moeten doen,” zei een vriendin die er verstand van heeft. Het klonk als een voorzichtig advies maar ik hoorde aan haar stem dat ze dacht dat het een regelrechte blunder was.

Op de Prins Hendrikkade, vlakbij Amsterdam CS, had een paarse zee het straatbeeld overgenomen. 15.000 renners stonden klaar voor een hardlooptocht door de duisternis naar Zaandam.
Ik drentelde nerveus heen en weer, terwijl ik voor de andere deelnemers zo goed mogelijk de indruk probeerde te wekken dat het ging om een warming up.

In golven vertrokken de lopers uit de startvakken. Ik stond in het laatste vak. Dat stelde gerust. In gedachten oefende ik al de zinnetjes voor als straks iemand zou zeggen ‘Goh, jij kwam ook laat over de finish’
Tja, ik stond ook in het laatste vak.
Ik vertrok heel laat.
Ik vertrok als laatste.
Het duurde lang voordat we konden vertrekken.

Ik wilde mijn iPod aanzetten, met dat apparaat meet ik in combinatie met NikePlus hoe lang en hoe snel ik loop. Het schermpje werd meteen zwart. Batterij leeg. Lopen zonder muziek of tijdsaanduiding, ook nog nooit gedaan.

Iemand die in de verte deed denken aan Giel Beelen – excuus als het hem echt was – sprak de lopers bij de start toe. Daar klonk eindelijk de knal, confetti dwarrelde naar beneden. Het was acht uur ’s avonds. De paarse meute draaide meteen de IJ-Tunnel in waar trommelaars een hels heerlijk kabaal maakten. Dit was een loopfeest.

Een van de dingen die ik heb geleerd bij het meedoen aan massale loopfestijnen is dat ik me niet gek moet laten maken. Ik moet rustig beginnen en pas na tien minuten de snelheid opvoeren. Dat is lastiger dan het lijkt omdat je voortdurend wordt ingehaald en je automatisch de neiging krijgt je snelheid op te voeren. Het zal instinct zijn, niemand wil achterblijven bij de kudde.

Ik werd ingehaald, ingehaald, ingehaald.

De twijfel sloeg toe. Liep ik niet veel te langzaam? Had ik me niet voor het verkeerde evenement opgegeven? Was dit niet iets voor mensen die het hele jaar door ’s ochtends nog even 10 kilometer rennen voordat ze naar hun werk gaan?
Ik keek bij het verlaten van de IJ-tunnel achterom en schrok. Er liepen hooguit dertig mensen achter me. Ze werden op de voet gevolgd door de bezemwagen. Ik moest denken aan dat zinnetje in de folder. “Als de bezemwagen u inhaalt wordt u dringend geadviseerd daar in plaats te nemen.” Of woorden van gelijke strekking.
Nog geen twee kilometer gerend en dan al ingehaald worden door de bezemwagen. Hoe moest ik dat in hemelsnaam op Twitter uitleggen?
Ik merkte dat ik last begon te krijgen van een volle blaas.
Dat flesje Spa Blauw voor de start was ook al geen goed idee geweest.
Ik begon sneller te lopen, zoals mensen dat doen als ze naar de wc moeten.

Over hardlopen schrijven valt niet mee. Het is zoiets als schrijven over ademen. Of over typen. Al zijn er meesters als Haruki Murakami (‘Waarover ik praat als ik over hardlopen praat’) die dat kunnen. Dirk van Weelden heeft het in ‘Looptijd’ over ‘indiaan worden’, dat moment na een minuut of twintig dat je gedachten vervliegen zoals je bij een mantra hebt. Je denkt dan niets meer.

Dat klinkt mooi en het is ook waar maar helaas heb ik dat zelf bijna nooit. Als het ‘indiaan-gevoel’ opkomt ben ik zo dom om te denken ‘ah, daar is het’ en dan is het weg want je moet nu eenmaal niet denken. Het is zoiets als zeggen ‘Mooi he, die stilte.’ Weg. Er zijn mensen die dat doen. Bij sommige vrienden ga ik er zelfs op wachten als het stil is. Hij zal zo wel…

Ik word geen indiaan, ik vloek en tier tijdens het lopen. Van ‘fukkiefuk’ tot ‘jezus christus’. Omdat ik altijd alleen loop maakt dat niet uit, hooguit kijkt soms een passerende fietser je vreemd aan. Maar gisteravond zorgde het voor omdraaiende hoofden.

Van Amsterdam naar Zaandam ging het over wegen met lintbebouwing waar de plaatselijke bevolking zich helemaal op het feest had uitgeleefd. Ze stonden met lampionnen, kaarsjes, lampjes en veel harde muziek. Van ‘heb je even voor mij’ (zing het en het verdwijnt vandaag niet meer uit je hoofd) tot ‘Opzij Opzij Opzij’ op de repeat. Onderwijl applaudisserend en aanmoedigend. Het zorgde voor een euforisch Elfstedentochtgevoel.

Ik probeerde rekensommetjes te maken over hoe snel ik liep en wanneer ik zou aankomen. Kwartieren gedeeld door kilometers maal minuten en andere onnavolgbaarheden. Twee uur dacht ik eerst, later kwam ik op 1:45.

Ik gaf het uitrekenen op en probeerde te schatten hoeveel mensen ik inhaalde. Honderden. Dat was het mooie van die late start. Mijn eindtijd zou nooit bijzonder zijn maar ik zou straks bij de einduitslag wel kunnen zien hoeveel ik er ingehaald had. Ik was immers zo’n beetje als laatste gestart.

Het lopen ging steeds fijner, ik tikte tegen de uitgestoken hi-fives van kinderen die onderling wedstrijdjes deden wie de meeste renners raakten. 713, 714… Ik haalde nu alleen nog maar mensen in. De bezemwagen viel nergens meer te bekennen. Wel moest ik nog steeds naar de wc. Dus ik liep alle plaatsen met drink- en energiewater voorbij. Het was warm, heel warm. Ik zweette en vroeg me af of je als je maar voldoende zweet uiteindelijk niet meer hoeft te plassen. En wat dat dan betekent. Snel probeerde ik m’n gedachten op iets anders te krijgen.

Bij 12 kilometer hield ik het niet meer en stopte bij een urinoir. Ik was merkbaar de zoveelduizendste en constateeerde dat het niet meevalt je adem in te houden na zoveel rennen. Zo snel mogelijk terug in de race en verder, verder.

Schuin voor me struikelde iemand en gleed languit over het asfalt. Ik dacht aan schaafwonden en hoe lang het duurt eer die helen. Even verderop klonk weer een ambulance.

En toen begon het. De mensenmassa veranderde langzaam maar zeker in een soort tunnel, de muziek werd een kakofonie. Ik merkte dat ik niet meer om me heen keek maar naar een punt drie, vier meter voor me. Dit was geen trance, dit was afmatting. Ik probeerde een mantra-gevoel op te wekken door na het 13 kilometerpunt alleen maar in mezelf te roepen 14, 14, 14, 14….

Voor me liep iemand met engelvleugeltjes op. Was dat wel echt zo of was ik aan het doodgaan? Het was echt zo. Wat voor mij de Mount Everest was, was voor haar een ommetje. Ik probeerde te bedenken of er dingen zijn waarbij ik dat andersom heb. Kon niets verzinnen. 14, 14, 14…

15. En 1:38:21. Ik loop iets meer dan 6 minuten per kilometer wist ik. Dus kon ik het nog binnen de 1:45 halen.

En toen kon ik plots niet meer. Ik minderde vaart en begon te wandelen. Voelde mijn hart kloppen en dacht aan alle verhalen die ik ken van mensen die dood neerstorten tijdens het rennen. Hoe zou dat zijn? Een kist met daarop Nikes?

Dertig seconden later zette ik de pas er weer in. Op de een of andere manier is het lopen na zo’n pauze nog zwaarder. Ik ga het niet redden, schoot het door me heen en ging weer over op wandelpas. Mijn hoofd voelde raar. Zou ik flauwvallen? De mensen, de harde muziek begonnen te irriteren, ik wilde ze af zetten, rust. Stilte.

There is No Finish Line. Het zal niet waar wezen.

Ik zette de pas er weer in. Daar is de finish hoorde ik naast me zeggen. Er hingen zoveel spandoeken dat ik niet kon onderscheiden waar dat was. Tot ik de woorden zag: FINISH.

Ik vermeerderde vaart, trok een sprint.

Ineens leek het alsof ik boven het asfalt zweefde.

Ik was indiaan!

Mijn eindtijd: 1 uur, 46 minuten en 26 seconden, als 7105e kwam ik binnen.
In de eindlijst zag ik dat ik onderweg 5800 medelopers had ingehaald.

14 Comments

  • Francisco, gefeliciteerd met deze eerste keer 10 EM! Volgende keer gaat ie echt makkelijker, zeg ik uit ervaring.

  • Er is altijd a Finish Line 🙂 heerlijke column!

  • Ere wie ere toekomt Francisco, het was een prachtig stukje.

  • Mooi verhaal van je Dam tot Dam Loop. En wat goed dat je de finish hebt gehaald!

  • Wow! Gefeliciteerd!

  • Het zijn allemaal Nike slogans uit vervlogen tijden of campagnes, want Nike had de paarse shirts, speciaal voor de nachteditie gesponsored. Vandaar de gelijkenis met de Nike Human Race vorig jaar. Gisteren hebben er 25.000 mensen meegedaan. Vandaag 35.000 met de 10 Engelse Mijl en nog eens 15.000 met kortere afstanden. Eén van de weinige sportevenementen waar Rotterdam van 020 kan leren.

    En een ontboezeming: ik ben nog nooit Indiaan geweest of altijd, maar de runnerstrance is nooit ingevallen bij mij, net zoals ik gister nog voor de duisternis binnen was (-;

  • Volgens mij is het zo dat als je voelt dat je moet plassen het al in je blaas zit en je het dan niet meer uit kunt zweten.
    Geweldig leuk stuk! Erg genoten.

  • goed man.
    Zelf deed ik er een paar minuten langer over
    Wat was het paars 🙂

  • Niet slecht, maar als je geen idee hebt hoe je over een sport als lopen kunt schrijven, is Thijs Zonneveld een aanrader.

    Die shirtjes zijn trouwens wel een geniaal idee voor het publiek. Zo herken je je familie nog eens. Tenminste, als dat één van die grappenmakers is in een oranje shirt.

  • Mooi! En Indiaan worden? Soms ’n beetje; genoeg om het ’n volgende keer weer te willen proberen.
    Vond zelf, bij deze eerste keer, de IJtunnel de mooiste ervaring. De ‘landingsbaan’ van Nike ook wel. Wij hadden zondagmiddag wind tegen langs de snelweg 🙁 Volgend jaar weer? Volgend jaar weer!

  • Als je had aangekondigd dat je de dam tot damloop ging doen, had ik je over de finish kunnen “schreeuwen” ik woon er niet al te ver vanaf. Gemiste kans 😉

  • Way to go, Francisco!

  • Mooi stukje, heb het geboeid zitten lezen!

  • Een leuk stuk en eindelijk weer eens iemand die er langer over gedaan heeft dan ik ! Dat voelt goed. 🙂 Tip voor de volgende keer : in de voorbereiding meer en vaker zulke lange afstanden trainen, alleen niet in de laatste week. Gooische run eind augstus is een leuke 15 km loop om in het wedstrijd ritme te komen voor de damtotdam.

Leave a Comment

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.