Een omver te halen beeld

Elfie Tromp
Elfie Tromp

Pietà, de nieuwe roman van Elfie Tromp, is een vet boek. Niet alleen dat het een gaaf boek is, of dik (367 pagina’s) maar ook omdat het vet geschreven is. Letterlijk, omdat Elfie dol is op vet. Vette wangen, vette buiken, vet eten, vet duikt voortdurend op. En figuurlijk. De poëtische observaties druipen overal uit het verhaal. Bijvoorbeeld: “Onze daden zijn gasbellen uit een moeras van onderliggende verlangens.” Die zin vat ook meteen de portee van het verhaal samen.

Pietà speelt zich af tijdens een paar hete zomerdagen in een stad die ongenoemd blijft maar sterk aan Rotterdam doet denken. Er is een strijd losgebarsten rond het standbeeld van een historische generaal. De actiegroep ‘Schone Straten’ wil het beeld weghebben, de extreemrechtse beweging ‘De Mannen’ wil het juist vereren. De no nonsense namen van beide groepen zijn kenmerkend voor hoe het verhaal voorbij trekt: direct, hard, onomwonden. Van de seks tot en met de theatrale ontknoping. Ook in dat opzicht is het Rotterdams. Naast de activisten van links en rechts zijn er journalisten die met het conflict willen scoren. En een burgemeester en commissaris die zich staande proberen te houden. Er zijn gefortuneerde zakenlieden die een machtsgreep willen doen en er speelt een metoo-achtige kwestie.

Het boek zwemt in het nu en de huidige maatschappelijke debatten maar toch gaat het daar niet over. Pietà deed me daardoor denken aan For Whom the Bell Tolls van Ernest Hemingway. Dat las ik lang geleden in een periode dat ik erg geïnteresseerd was in de Spaanse Burgeroorlog waarin het speelt. Tot mijn verbazing kwam die strijd nauwelijks aan bod. Het verhaal ging meer over hoe een groepje mensen zich tot elkaar verhouden. In Pietà is dat ook zo. Elfie heeft zich duidelijk goed verdiept in de werelden van activisten en de personages komen realistisch over maar verwacht geen beschouwingen over kolonialisme of extreemrechtse opvattingen. Daar moet je de krant voor lezen, geen roman.

Er zijn veel personages in Pietà. Ik word daar normaal gesproken onrustig van maar de opmaak en indeling van deze stadse roman voorkomen dat. Het is een soort album, met heel korte hoofdstukjes vanuit steeds verschillende perspectieven wordt het verhaal aaneengeregen. Al snel liet ik het gebruikelijke ‘wie is wie ook alweer’ los en las het boek zoals je een vijver bekijkt die bedekt is met leliebladeren, als een geheel. Zo raakte ik er in ondergedompeld, in dat moeras van onderliggende emoties dat je beter doet begrijpen waarom zaken uit de hand lopen.

Dat lijkt ook de boodschap te zijn van Pietà, dat we ons allemaal door het leven glibberen,  gedreven door ideeën maar gestuurd door persoonlijke ervaringen. We beoordelen en veroordelen steeds scherp maar weten eigenlijk verdomd weinig van elkaar. Radicale empathie noemt Elfie Tromp dat. De twijfel dringt overal door. Was die generaal wel zo erg? Of zijn de normen veranderd? Dat komt misschien nog wel het sterkst naar voren bij de metoo-kwestie. De dader die zich aanvankelijk van geen schuld bewust is, begint langzaam in te zien dat hij verkeerd gehandeld heeft terwijl het slachtoffer hem verwoest, uit wraak, opportunisme of beide. 

Daarmee heeft Elfie een actuele en geëngageerde roman geschreven die tegelijkertijd bijna apolitiek is. Ze demonteert als het ware de explosieve situatie om bloot te leggen dat alle personages mensen zijn, beschadigd of op weg om dat te worden. In die zin haalt ze ook zelf een beeld omver.

Leave a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.