De anderen als hel op aarde

La vie a l’envers, vrij vertaald ‘het leven van de andere kant’, is een 60 jaar oude film die deze week aan het aanbod van Netflix werd toegevoegd, als onderdeel van een scheepslading oude Franse films. Het is een intrigerende vertelling over een kerel die langzaam gek wordt. Of over een kerel die normaal blijft terwijl de rest van de wereld gek is. Welke van de twee het is, mag de kijker zelf bepalen. Ik koos aanvankelijk voor de eerste interpretatie maar begon tegen het eind te twijfelen.

Het is een verhaal dat lastig na te vertellen is. Jacques is een makelaar in Parijs die samenwoont met zijn vriendin, een fotomodel. In het begin zie je hem uit het raam staren naar een overbuurvrouw die haar dagen in bed slijt. Hij droomt er bij weg en gaandeweg het verhaal wordt duidelijk dat hij dat ook wil, de hele dag in bed liggen, zonder lastig gevallen te worden door anderen. Als hij ze niet gewoon kan ontwijken, begint hij ze maar weg te denken om het gevoel te hebben alleen te zijn.

Ik associeerde de film vooral met het beroemde citaat dat de filosoof Jean-Paul Sartre twintig jaar eerder bedacht: L’enfer, c’est les autres. De hel, dat zijn de anderen. Maar het verhaal laat ruimte voor heel veel interpretaties. Het is geen film die makkelijk wegkijkt maar wel een verademing ten opzichte van de vele oppervlakkige troep in de Netflix-grabbelton.

De zwartwit film, die in 1964 insloeg als een bom op het festival van Cannes, is nu natuurlijk ook een tijdreis. Zo is er een scène dat Jacques gaat trouwen met zijn vriendin. De ambtenaar van de burgerlijke stand leest volgens procedure de wetsartikelen voor waar het nieuwe echtpaar zich aan moet houden. De man is de baas over het gezin, luidt een artikel. Een ander wetsartikel legt vast dat de man bepaalt in welk huis het gezin gaat wonen.

Ik vond het aanvankelijk een verwarrende scène omdat het met de ogen van nu lijkt alsof debuterend regisseur Alain Jessua een feministisch statement wil maken maar dat komt niet overeen met de rest van de film waarin de vrouw wordt weggezet als een afhankelijk, oppervlakkig wezen.

Later viel het kwartje. De wetsartikelen worden opgesomd om duidelijk te maken dat de hoofdpersoon zich juist niet in dat keurslijf wil laten dwingen. Hij is een rebel die zich tegen het burgerleven keert. De positie van de vrouw speelt geen rol. Het huwelijk houdt amper twee weken stand en in de tussentijd doet zijn kersverse maar zeer afhankelijke echtgenote een suïcidepoging. Jacques kan het niet zoveel schelen. Heeft hij wel door wat er om hem heen gebeurt?

Volgens sommige beschrijvingen is La vie à l’envers een voor die tijd gewaagde uitbeelding van schizofrenie. Jacques eindigt uiteindelijk in een psychiatrische inrichting maar ik zag het toch ook als een vrijheidsstrijd. Het is echt het begin van de jaren ‘60. De verstikkende deken die de Tweede Wereldoorlog over de samenleving heeft gelegd, wordt langzaam opgelicht.

Ik zocht in het krantenarchief Delpher oude recensies op. Het Parool was lyrisch. Recensent C. B. Doolaard veegt analyses dat het “een Rorschachttest in filmbeelden is” krachtig van tafel. Volgens hem is het een indrukwekkende vertelling over het ontsnappen aan de werkelijkheid door te vluchten in fantasie, een verlossende uitweg die ieder mens tot beschikking heeft. “Een heel belangrijke film. Niet in de laatste plaats omdat wat erin gezegd wordt alleen met film zo indringend naar voren gebracht kan worden.”

Dat laatste was alleen maar op het moment van schrijven waar. Mij viel juist op dat het verhaal nu als boek meer indruk zou maken dan als film. Een boek voert je meer mee door je eigen fantasie, de film is door de aard van het medium gevangen in de tijd: hé een telefooncel, o een bandrecorder, kijk die kleding. De indertijd alledaagse maar nu exotische beelden hinderen op die manier het verhaal.

Andere critici moeten niks van de film hebben. “Nietszeggend filmpje”, kopt het Nieuwsblad van het Noorden bot. Het klinkt meer als een bekrompen Johan Derksen-achtig protest tegen de ongemakkelijke boodschap dan als een analyse. Veel is er veranderd sinds 1964 maar dat niet.

PS: Iedere zondagavond verstuur ik In de Week, een zeer persoonlijke nieuwsbrief over wat ik de voorbije week zag, las, meemaakte en dacht. Abonneer je hier gratis.

6 Comments

  • Bedankt voor de tip, ga zeker kijken.

  • De hoofdpersoon is gedurende de hele film op zoek naar rust. Hij zet daar zelfs al zijn verbeeldingskracht voor in, om zichzelf van de mensen om zich heen te kunnen afsluiten.

    Het perspectief is vanuit de hoofdpersoon. Daarom ben je als kijker geneigd om te denken, dat als alle andere mensen nu maar weg gaan, het dan vanzelf wel goed komt met hem. En dat is ook precies wat er gebeurt.

    Zijn omgeving is uiteindelijk een witte lege kamer zonder mensen, en het komt goed. Hij voelt zich gelukkig. Gek he? … Of klopt het plaatje eindelijk?

    Je zwart wit denken van wat gek en fout is, en wat goed is en klopt, wordt op zijn kop gezet doordat je wordt meegenomen in wat de hoofdpersoon die in het gesticht eindigt, ervaart. Dat vind ik sterk aan deze film. Je hoeft geen oordeel te vellen over welke beleving juist is. Wat leidend is, is dat de hoofdpersoon rust krijgt.

  • Met de Arte-applicatie kan je makkelijk Franse films en series kijken; doen we vaak met Franse ondertitels -helpt als het heel snel gaat, onnodig bij oudere films- om Frans te leren; boeiend materiaal vaak, al zijn het niet allemaal Gouden Palmen.
    Houellebecq leest makkelijker weg dan je misschien zou denken en ik vind ´m grappiger dan verwacht. Frans leren is fijne bezigheid.

    • Merci. Qua literatuur staat Alexandre Dumas op m’n lijstje. Arte heb ik ook, zal ik vaker proberen.

Leave a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.