![]() |
VIII. HOBBELS OP DE SNELWEG
`We leven allemaal in de wereld die we ons zelf voorstellen, die we zelf geschapen hebben.' Dit citaat van de Russische filmer Andrei Tarkovsky is te vinden in de botanische tuinen van Missouri. Niet in de echte tuinen - vermoed ik - maar op de Web-pagina's die een rondleiding geven door dit instituut, volgens eigen zeggen het belangrijkste ter wereld op het gebied van botanisch onderzoek. Tarkovsky doelde natuurlijk op film, maar zijn gedachte gaat wellicht nog beter op voor Internet: een zelf gecreëerde wereld die moet voldoen aan de eigen fantasie. Want dat is Internet natuurlijk wel. Het net is jong - in veel opzichten nog embryonaal - en dat maakt het tot een ideaal onderwerp voor toekomstdromen. Internet is eigenlijk niets meer of minder dan een elektronisch Utopia, het blijkt keer op keer leuker om te praten over wat zou kunnen, dan over wat er is. De zondagochtend nodigt uit tot binnenblijven. Regen klettert tegen de ruiten alsof er met emmers water wordt gegooid. Dit is dus zo'n ideaal tijdstip om over het net te surfen. Ik voelde me te wakker om gewoon in bed te liggen maar te lui om werkelijk iets te ondernemen. Op het net moet het nu vrij rustig zijn, alle universiteiten en andere instellingen zijn dicht, Europa ligt nog op één oor en aan de overkant van de oceaan ligt een groot deel ook al in bed. Rust op Internet betekent snelheid, vrij baan op de elektronische snelwegen. Ik start op een Webbrowser, een programma om de mogelijkheden van WWW helemaal uit te buiten, en roep de Internet services-list op, een verzameling van mogelijkheden, alfabetisch geordend naar onderwerp. Van Agriculture tot het World Wide Web zelf. De lijst heeft een omvang van drie maal dit hoofdstuk. Zucht. Ik laat de lijst over mijn scherm scrollen, zoals het van onder naar boven voorbij laten rollen van tekst wordt genoemd, en zie een ingang met als titel 'de Botanische tuinen van Missouri'. Klik. Mijn computer gaat de informatie opzuigen aan de andere kant van de oceaan en het vermoeden van de zondagsrust op de elektronische wegen lijkt inderdaad juist. Op het scherm verschijnt een logo - altijd een logo - en een korte introductietekst over de tuinen. Oprichter Henry Shaw die halverwege de vorige eeuw begon met de aanleg, had er natuurlijk nooit van kunnen dromen dat de wereld zijn tuin nog eens zo zou kunnen zien. (Ja, de zondagochtend leent zich ook uitstekend voor obligate gedachten). In de ruim dertig hectare grote tuin, of liever gezegd het instituut, worden exemplaren van 4,3 miljoen verschillende planten bewaard. De Web-pagina's bieden toegang tot databases met plantengegevens en leggen links met andere informatiesystemen. Een icoontje op het scherm, in de vorm van zo'n treintje dat in attractieparken steevast met ladingen bezoekers rondrijdt, nodigt uit tot een rondleiding door de tuin. Wat is er heerlijker dan op zondagochtend binnen door een tuin te lopen terwijl het buiten regent? Een heleboel ongetwijfeld, maar het lijkt me wel wat. Klik. Op het scherm verschijnt een kleine foto van bloeiende azalea's met een wervende tekst over hoe prachtig het perk in werkelijkheid is. Daaronder een plaatje van de Swift Family Garden, met weer een uitleg en een afbeelding van de trots van het instituut: Het Climatron, een constructie waar ze in Missouri zo trots op zijn dat ze de naam als gedeponeerd handelsmerk hebben laten registreren. Het is een glazen koepel die een terrein van tweeduizend vierkante meter omspant en onderdak biedt aan twaalfhonderd verschillende planten. Einde van het eerste deel van de tour. Onderaan prijkt weer een icoontje: Tour part II. Klik. Op de volgende pagina volgt informatie over de Shoenberg plantenkas met - hoe toepasselijk op deze zondag - planten uit de bijbel en een aantal vleesetende soorten. Verder is er een speciale demonstratieruimte voor hobby-tuiniers, zo vermeldt de tekst, en een Japanse tuin, de grootste op het westelijk halfrond. En daarmee is de rondleiding ten einde. Nog geen vijf minuten heeft het geduurd. Een dergelijk bezoek aan de tuin staat in geen enkele verhouding tot de werkelijkheid. Natuurlijk ontbreekt de geur van de planten, maar je krijgt ook niet de kans om exemplaren beter te bekijken. In mijn boekenkast bevinden zich meer afbeeldingen van planten dan in dit `grootste instituut' van de wereld en ik heb niet eens een collectie botanische naslagwerken. De enige troost is dat er nog gewerkt wordt aan een afdeling over bloeiende planten. Vermoedelijk moet de elektronische bezoeker daarmee een duidelijker beeld krijgen van wat er op dat moment in de tuin te zien is. Het meest intrigerende aan de pagina's van het instituut is een piepklein fotootje van een zwarte kat met witte bef en felgroene halsband onder aan het scherm. `Straylight' staat er naast en dat klinkt mysterieus genoeg om de poes met de muis aan te klikken. De volgende pagina biedt een wat grotere foto van de poes die geen Straylight blijkt te heten, maar Polly Magoo. Ze zal de bezoeker volgen op zijn tocht door Villa Straylight, zo wordt beloofd. Dus wat is Villa Straylight? Een klik op de term moet het antwoord geven. Op het scherm verschijnt een citaat uit het boek Neuromancer van de science-fiction auteur William Gibson. Hij beschrijft een mysterieus gebouw met oneindig veel kamers en gangen. De maker van deze Web-pagina had ongetwijfeld iets soortgelijks in gedachten. Veel gebruikers geven de voorkeur aan de metafoor van een gebouw voor hun computersysteem. Het zijn een soort volwassen huttenbouwers. Niet voor niets worden ingangen tot Web-systemen 'Home-pages' genoemd. In een ander science-fictionboek, Snowcrash van Neil Stephenson, wordt die metafoor nog verder uitgewerkt. Hij spreekt over de Metaverse, een drukke elektronische straat gevuld met `gebouwen', een straat waar de wereld een permanente pantoffelparade houdt. In zijn verbeelding zullen er plaatsen op het net komen waar iedereen wil zijn en zal de `grond', de elektronische ruimte in die gebieden, erg kostbaar worden. Net als grond op populaire plaatsen in de gewone wereld. Die gedachtengang is overigens helemaal niet zo gek. Het voortdurende heulen met science-fiction door de enthousiaste gebruikers van het net geeft overigens ook goed aan dat de werkelijkheid kennelijk nog niet genoeg bevredigt. In het geval van deze Villa Straylight in ieder geval helemaal niet. Elke keuzemogelijkheid die wordt aangeklikt, zoals de toegang tot prachtige bloemen en vissen (!), levert een foutmelding op, zonder dat duidelijk wordt wat er nu eigenlijk misgaat. Bestaan de keuzes niet? Is het systeem `down'? Heb ik geen toegang tot deze gebieden omdat ze afgeschermd zijn voor buitenstaanders? Het stellen van de vragen heeft geen zin, want het antwoord is op deze zondagochtend onvindbaar. Het is alsof je rammelt aan de stevig gesloten deur van een aantrekkelijk ogend gebouw. Maar dan frustrerender, want het maken van de keuzes kost tijd. Het systeem is minstens een minuut bezig voordat duidelijk wordt dat de keuze niet werkt. Dat tergt en demotiveert. Nu is het natuurlijk ook vragen om moeilijkheden om een kat als Polly Magoo los te laten op een systeem dat werkt met een muis, maar dat lijkt me geen afdoende verklaring. Snuffelen in de databases blijkt evenmin bevredigend. Als er al informatie op het scherm verschijnt, is er geen touw aan vast te knopen. Terug naar de services-list. Er blijkt nog een botanische tuin te bezichtigen. Na enig wachten verschijnt er een veelbelovende zogeheten 'clickable map' op het scherm, een plattegrond waarop de te bezoeken gebieden kunnen worden aangeklikt. Helaas komt driekwart van de kaart verminkt over. Ook een tweede poging brengt daar geen verbetering in. Ik laat de tuinen voor wat ze zijn. Visit Paris! lokt het scherm en ik laat me moeiteloos verleiden. Op het scherm verschijnt een keur aan keuzes over de stad Parijs, zoals informatie over de metro, een bezoek aan verschillende musea en het weerbericht, compleet met de meest actuele satellietfoto van Frankrijk en een deel van Europa. Ik vraag de foto op en moet een minuut of twee wachten voordat het beeld naar mijn computer is overgeseind. Maar er ontstaan problemen als het beeld op het scherm moet worden getoond. Het programma laat botweg weten dat ik de foto nu niet kan bekijken, omdat mijn computer te weinig geheugen vrij heeft. Er draaien nu immers vier programma's tegelijk op mijn systeem: MS-DOS, Windows, het communicatieprogramma en Mosaic. De aanwezige 4 megabyte geheugen blijkt te krap om daar nog een grafisch programma met plaatje aan toe te voegen. Maar geen nood, want ik ben in de luxueuze positie dat er nog een andere computer beschikbaar is. Ik bewaar de foto op een floppy en stop 'm in mijn tweede computer. Op het scherm verschijnt een zwart-wit satellietfoto van West-Europa. In Parijs is het zo te zien zonnig en boven mijn huis hangt inderdaad een wolkendek. De tevredenheid maakt echter plaats voor ongenoegen als ik zie wanneer de foto gemaakt is: bijna 24 uur geleden. Wat heb ik daar in hemelsnaam aan? Sinds wanneer hebben satellieten vrije weekeinden? Dit probleem doet zich voortdurend voor op het net, 'actueel' blijkt vaak de actualiteit van het verleden. Op zich is dat niet erg. Als er had gestaan: een weersatellietfoto van Europa, had ik genoegen genomen met deze foto, maar nu me het meest actuele beeld is voorgespiegeld, stelt het systeem wel erg teleur. Het systeem blijkt meer nukken te vertonen. Plaatjes die worden opgevraagd blijken niet te bestaan, of in ieder geval kan het systeem ze niet vinden. En ook hier weer haperen er verbindingen. Dergelijke ontregelingen zijn des te vervelender omdat niet altijd even duidelijk is waar nu precies de fout zit. De gebruikte software is dermate gecompliceerd dat het nauwelijks mogelijk is om alles goed te overzien. Op het net zelf regent het dan ook regelmatig jammerklachten van gebruikers die hun spullen niet aan de praat krijgen. Een deel van die klachten is te wijten aan kinderziektes: veel van de gebruikte software bevindt zich eigenlijk nog in de testfase. Maar aan de andere kant speelt ook de klusjesdrift van de netontwerpers mee, een tik die meer fervente computergebruikers, dan wel hobbyisten in het algemeen, vertonen. Als het systeem af is en werkt, gaan ze vervolgens kijken wat ze er nog aan kunnen verbeteren. Met als gevolg dat er weer nieuwe fouten optreden. Het net lijkt daardoor soms wel één grote werk-in-uitvoering operatie en die is net zo storend als dergelijke werkzaamheden in het dagelijks leven zijn. Het voortdurend weigeren van de verbindingen kan er bijvoorbeeld mee te maken hebben dat de informatie onlangs naar een ander systeem is verhuisd, maar dat de beheerder van de weigerende pagina die adreswijziging nog niet heeft doorgevoerd. Terug naar Paris. Er blijkt informatie opvraagbaar over de prijzen van metrokaartjes en er is zelfs een kaart met het lijnennet beschikbaar. De expositieafdeling is zo vriendelijk om vooraf te waarschuwen dat sommige onderdelen nog niet af zijn. Aardig is het toeristische fotoplakboek. Het systeem doet een oproep aan iedereen die (gedigitaliseerde) snap-shots heeft van Parijs, om deze ter beschikking te stellen. Zo zijn er plaatjes te zien van een straatschilder bij het Hotel de Ville. Maar weer is het de verbeelding die hier prikkelt. Als de oproep massaal beantwoord zou worden, zou er in de loop der tijd een krankzinnig beeldarchief van de stad ontstaan. Verder verzorgt het tijdschrift VeloNews, the journal of competitive cycling, uitgebreide informatie over de Tour de France. Maar ook hier weer: The latest results. Terwijl de Tour toch echt al een paar maanden voorbij is. Verder is er informatie te vinden over cafés, winkels, restaurants, theaters. Kortom: Paris blijkt een grote VVV-informatiestand. Maar wel een bijzondere, omdat niet alles in juichende taal is geschreven. Het meest fascinerende aan de Parijse home-page is misschien nog wel dat de informatie helemaal niet uit Frankrijk afkomstig is. De meeste gegevens blijken steeds op een Amerikaans systeem opgevraagd te worden. Een paar keer klikken levert wat meer informatie op over de mensen achter dit project: een van hen is Norman Brath uit La Jolla, Californië. Door een klik te geven wordt een plaatje opgehaald dat laat zien hoe het uitzicht vanuit zijn kantoorraam oogt. Dat hadden we dus beter niet kunnen doen. De jaloezie begint te knagen bij de aanblik over een mooi Pacific-panorama pal vanaf de kust. Brath werkt op een instituut dat klimaatonderzoek doet en het is dan ook niet erg vreemd dat zijn eigen Web-pagina de mogelijkheid biedt om wat weergegevens op te vragen over de omgeving rond zijn kantoor. Het blijkt een aangenaam zoele nacht in Californië: 18,5 graden Celsius en de zeewatertemperatuur is zelfs nog vier graden hoger. Veel kouder blijkt het duizenden kilometers naar het noorden. `Temperatuur: -10 C. Gevoelstemperatuur: -18 C.' meldt dagrapport nummer 57 van een team dat een Noordpool-expeditie aan het ondernemen is. Onderdeel van het meegenomen materiaal is een portable computer en een zender, waarmee elke dag elektronische verslagen naar het net gestuurd kunnen worden door tussenkomst van een communicatiesatelliet die speciaal bedoeld is voor radio-amateurs. De expeditie is bij nader inzien alweer een paar weken thuis, maar het dagboek van hun drie maanden durende trip is nog steeds op het net te vinden. Ik stuit er toevallig op als ik in de sectie educatie van de services-list kies voor Dewey Web, communicatie tussen studenten uit de hele wereld. Daardoor beland ik bij `Communicatie is het delen van ervaringen, net zo lang tot ze gemeenschappelijk bezit zijn,' stelt het systeem. Op een van de pagina's zie ik een knop die toegang geeft tot het `zeer experimentele' (een gewaarschuwd mens is minder gefrustreerd) International Arctic Project, oftewel de expeditie die met behulp van 36 sleehonden in het grensgebied tussen Alaska en Canada plaatsvond. In de dagboeken staan verhalen over ontberingen, ontdekkingen, teleurstellingen en de persoonlijke gewoontes van de expeditieleden. Een van hen blijkt elke ochtend tussen 6.00 en 7.00 te lezen, een ander neemt twee keer per dag een sneeuwdouche. De informatie is gericht op scholieren, die via hun eigen computers ook weer vragen aan de expeditie kunnen stellen. In het voorjaar van 1995 wordt er een nieuwe tocht ondernomen maar dan vanuit Rusland. En daarnaast is er een project waarbij Amerikaanse scholieren verslag doen van hun eigen waarnemingen van dieren die de tocht naar het Noorden ondernemen, maar dat blijkt weinig op te leveren: `Ik zag vandaag een rendier,' meldt een scholier uit Seattle op 18 april. `It was way cool as it bounded away.' De term `way cool' zou wel eens de meest gebruikte uitdrukking op het net kunnen zijn. Het betekent zoiets als gaaf. Overigens is het pas echt hip om het te spellen als `way kewl'. Dit bericht is representatief voor het gemiddelde niveau van het handjevol waarnemingen. Terug naar de services-list. Het voortdurend wachten op het verschijnen van de informatie begint zijn tol te eisen. Inmiddels is er zo'n anderhalf uur verstreken en de lust om bijvoorbeeld nog een spelletje te spelen, is geheel verdwenen. Het blijkt mogelijk om on-line met anderen te bridgen, back-gammon te spelen en te schaken. Of een computerspelletje te spelen, variërend van boter-kaas-en-eieren tot The World at War. De laatste informatie over aardbevingen - deze gegevens zijn meestal wel zeer actueel - slaan we ook maar over, evenals de Clinton Watch met informatie over het beleid en de schandalen van de president. Overigens is zo'n beetje het hele Witte Huis, tot de president aan toe, via e-mail bereikbaar. Interessant is de optie Vote Smart: `informatie over meer dan tweeduizend kandidaten die u willen vertegenwoordigen. Er blijkt een flinke database achter schuil te gaan, met een imponerende hoeveelheid gegevens. Een willekeurige klik op de staat Ohio levert een waslijst aan namen op met onder meer iemand die Tom Sawyer heet. Klik. Tom Sawyer blijkt een Democraat uit district 14 te zijn. Zijn hele cv is ter beschikking, evenals een financieel overzicht dat aangeeft welke bedrijfssectoren hebben bijgedragen aan zijn verkiezingscampagne en hoeveel, maar het opvallendste is een overzicht van zijn stemgedrag. Niet per stemmingen maar per belangenorganisatie. Het overzicht geeft aan in hoeveel procent van de gevallen een genoemde belangengroep het eens was met het stemgedrag van deze Sawyer. De politicus moet wel een ware voorvechter van consumentenbelangen zijn, want de Consumer Federation of America geeft hem de volle honderd procent. Ook bij de vakbond AFL-CIO bijna alom tevredenheid met 92 procent. Alleen in de ogen van conservatieve groeperingen en actiecomités tegen abortus doet Sawyer het slecht. Internet blijkt dus ook in staat om Big Brother zelf in de gaten te houden. Na de politiek volgt de poëzie. Op Internet zijn hele databases beschikbaar met poëzie. Wie bij wijze van spreken een liefdesgedicht voor een bruinogige minnaar zoekt hoeft maar een paar trefwoorden in te typen en er komt een sonnet boven water. En ook hier slaan de multimedia toe. Een luidsprekerknopje suggereert dat we de dichter Seamus Healy uit eigen werk kunnen horen voordragen als we er op drukken. Maar helaas, dit is kennelijk te veel gevraagd voor mijn computer, want opeens crasht het Mosaic programma. Dat kon er ook nog wel bij. Twee minuten later draait alles weer. Dicht bij huis vinden we Gerben's News, een verzamelpagina met verwijzingen naar zaken als de Nederlandse Teletekstpagina's, elektronische kranten en tijdschriften en andere nieuwsbronnen uit de hele wereld, zoals de Amerikaanse verkeersinformatie. Het meest in het oog springt echter `News from Amsterdam'. Het blijkt nog verder te gaan dan ik dacht. Ieder uur kopieert de computer de nieuwsuitzendingen van Radio Amsterdam, dat wil zeggen: precies op het hele uur wordt de uitzending gedurende drie minuten gesampled, want het systeem is (nog) niet in staat om zelf te horen wanneer het nieuws begint en eindigt. Om te voorkomen dat er te laat of te vroeg wordt ingeschakeld, wordt de systeemtijd elk uur gelijkgeschakeld met de tijdsaanduiding van een atoomklok. Dit bestand is vervolgens via Internet opvraagbaar en af te luisteren. Alleen doemt hier weer het verbindingsprobleem op. Het bestand blijkt een omvang te hebben van 1.4 mb en het ophalen duurt dan al gauw een kwartier. Tel daarbij de drie minuten van het nieuws zelf op en het wordt bijna de moeite waard om te wachten op de volgende uitzending. Overigens geldt dat probleem niet voor mensen die over snelle verbindingen beschikken. Het einde van de services-list blijkt - ruim drie uur na aanvang van de tocht over het Web - in zicht. De televisie-, film- en sportinformatiesystemen sla ik over. Ik heb niet echt behoefte aan nog meer amusement maar kan niettemin de verleiding niet weerstaan om even te kijken naar een ingang die schuilgaat achter de aankondiging `What's hot and cool on the web'. Waarbij het handig is om te weten dat hot en cool niet tegengesteld zijn maar aanvullend. Dat `even' blijkt een vergissing, want de samensteller heeft een van de meest voorkomende fouten op het net gemaakt en zijn hele pagina volgepropt met informatie en plaatjes. Het laden van de gegevens lijkt eindeloos te duren en het frustrerende daarbij is dat je niet kunt zien of het einde al in zicht is. Het verbreken van de verbinding leidt dus onherroepelijk tot het knagende besef dat de taak wel eens bijna voltooid had kunnen zijn. Onder computeraars staat dit wachten, dat al zo oud is als de computer zelf, bekend als `koffie zetten' en dat doe ik dan ook maar. Het enorme overzicht aan subculturele sightseeing doet de vermoeidheid al helemaal toeslaan. Wat moet een vermoeide data-reiziger met omschrijvingen als: `The Asylum brings you Empty TV and much great sarcasm and big hair sellout bashing. Fun for the whole family. Plug in and drop dead.' Alleen Uncabaret lokt nog. `Een wekelijkse show die het uiterste uit het web haalt.' Ze beloven dat elke denkbare techniek kan worden toegepast, maar na een klik verschijnt er een uitleg op het scherm die het laatste restje energie wegzuigt: `Anything that may NOT be of interest to the rest of the world, but hopefully to you!' Nee bedankt. Dat bewaar ik voor een volgende keer. |