Kunst zoals het is
Een paar jaar geleden kocht ik op Art Rotterdam deze foto. Hij is van Olaf Martens, een fotograaf die ook wel de Oosteuropese Helmut Newton wordt genoemd.
Het verhaal van de foto uit 1995 is dat het een Oostduitse architect betreft die na de Val van de Muur, in korte tijd een enorm fortuin vergaarde. Van dat geld stuurde hij onder meer zijn vriendin naar de plastisch chirurg en was daar zo trots op dat ze naakt naast hem moest poseren. Zoals ook de aap diende om te tonen hoeveel succes hij had. Evenals de tv die staat afgestemd op MTV en de lelijke salontafel en idem parketvloer.
Deze man is geslaagd en wil dat laten zien.
Waarom hangt deze foto bij mij aan de muur? Dat is een vraag die je jezelf wel vaker stelt als je kunst hebt hangen. Het is een vraag die een beetje onzekerheid losmaakt, zoals dat bij smaakkwesties vaker het geval is. Want wat is goed, wat is mooi en vooral waarom?
Bovendien wijkt de foto nogal af van de rest van wat er bij mij in huis hangt. Dus, wat doet die foto daar?
Wat me treft aan de foto is de manier waarop de man in de camera kijkt. Dit heb ik allemaal bereikt en dat kan niemand me afpakken, zegt zijn blik. Maar op zijn glanzende zelfverzekerheid zit, amper waarneembaar, een vlekje wanhoop. Alsof hij weet dat het allemaal niets waard is. De twijfel van de fortuinzoeker.
Kort na het maken van de foto is de man faillet gegaan en heeft zijn vriendin een andere levenspartner gezocht.
De foto doet me op de een of andere manier denken aan mijn broer Guillermo (1955-2002). Die was ook altijd op jacht om fortuin te vergaren en draaide het er met een verbazingwekkend gemak er weer doorheen, al dan niet geholpen door een passerend fotomodel. Alsof hij wilde bewijzen dat hij boven zijn eigen succes kon staan, de ultieme onafhankelijkheid.
Maar ja, dat zijn allemaal dingen die ik zelf zie. Het zijn van die overdenkingen die kunst oproepen en waarvan je je dan afvraagt of het allemaal wel klopt. Ik bedoel: misschien zijn het toch gewoon de blote borsten.
Dit jaar zag ik een grotere afdruk van dezelfde foto op Art Rotterdam hangen. Ik keek er naar zoals je kunt kijken naar een ander exemplaar van je eigen model auto: op zoek naar verschil en bevestiging.
Later liep ik geheel onverwacht de weduwe van mijn broer tegen het lijf. Lang niet gezien.
“Het is zo raar,” zei ze. “Ik zoek iets om aan de muur in de keuken te hangen maar kwam iets totaal anders tegen dat me zo fascineert en ik weet niet goed waarom want het is helemaal niet mijn ding. Het is een stel op een bank met een aap.”
Het is Guillermo, zei ik en vertelde wat ik in de foto zag.
“Zou dat het zijn? Want de galeriehoudster zei dat er nooit eerder een vrouw interesse in had getoond.”
We gingen uiteen. Een half uur later passeerden we elkaar weer in de drukte. Ze lachte. “Ik heb hem.”
Thuis gekomen keek ik naar de foto en wist voor het eerst zeker dat er was wat ik zag.