“Wacht, ik versta je niet. Er beginnen hier mannen met apparaten te werken. Ik loop even ergens heen waar het rustiger is. Wat zeg je? Hè? Ik versta nu dus niks van wat je zegt, ik praat maar gewoon even door. Ah, het wordt al beter. Nu hoor ik je weer. Ja, mannen met van die bladblazers. Ja, in juli. Vreselijk lawaaiïg. Mannen zijn daar dol op, die houden van dingen die herrie maken. Is dat je nooit opgevallen? Motoren, straaljagers, raceauto’s, boormachines, schuurapparaten, heavy metal, toeters, vuurwapens, dat soort dingen. Als het maar herrie produceert. Zijn ze dol op. Daarom schreeuwen vrouwen ook tijdens seks. Omdat mannen dat lekker vinden. Heeft niks met orgasme te maken. Ja, dat is wetenschappelijk vastgesteld. Wat zeg je? Nee, ik weet niet hoe ze dat onderzocht hebben. Sorry, er begint hier een stratenmaker met zo’n trilplaat. Ik loop effe door. Wat een teringherrie. Is het echt nieuws voor je? Vreemd. Ho, een ambulance. Moment. Sirenes, dat vinden ze ook zo heerlijk. Zo. Even stilte. Nee, ik weet niet waarom mannen van herrie houden. Zal wel iets evolutionairs zijn. Gewoon dat ze dan bijvoorbeeld niet met iemand hoeven praten. Want daar houden mannen niet van. Die praten liever tégen, dan mèt elkaar. Van die gevatte opmerkingen over en weer. Lekker luid liefst. Kijk maar wie er tijdens concerten bij de boxen staan. Nooit vrouwen. En hoe harder de band, hoe mannelijker het publiek. Nee, dat is niet wetenschappelijk onderzocht, dat constateer ik zelf. Misschien is het wel gewoon de agressie. Herrie is geweld met geluid. Wacht even. Ik kan je niet verstaan, er begint hier nu iemand met een kettingzaag. Wat zeg je? Ja, een man natuurlijk. Ik ga je ophangen, we praten later verder. Laten we koffie doen. Morgen ja, is goed. Ergens rustig. Nee, niet daar, daar komen alleen maar van die wijven.”