Gutmensch neemt de trein

![]()
Vermoeid van de werkdag stapte ik als laatste lid van een dringende forenzenmassa de volle treincoupé in, hopend dat er nog een plaats vrij zou zijn. Hé, meteen naast de deur was een stoel leeg. Vreemd dat iedereen er aan voorbij was gelopen. Zouden mensen niet graag bij een deur zitten? Ik keek naar de bezette stoel bij het raam. Er zat een man, leunend met zijn hoofd tegen het raam, half slapend en met een mediterraan uiterlijk. Zou dat de reden zijn? Ik schrok van de gedachte. Niet alleen vanwege de praktijk, daar hoor je wel eens verhalen over, maar ook van mijn eigen reactie. Ik kon nu niet meer gaan zitten zonder te denken aan discriminatie, Rosa Parks, alle andere misstanden in de wereld en het idee dat ik dat zou gaan bestrijden door plaats te nemen. Althans in mijn hoofd, of nee, niet in mijn hoofd maar in de hoofden van alle andere mensen die me nu aankeken en zagen wat er stond te gebeuren. O kijk, een gutmensch dachten ze natuurlijk en ze zouden me allemaal in daverende stilte uitlachen. Ik weet dat niets sneller gaat dan het licht maar het tempo waarmee absurde gedachten door je hoofd kunnen suizen, komt er aardig bij in de buurt.
Ik ging zitten en keek strak voor me uit. In m’n handen een klein bakje druiven dat ik net bij de AH To Go gescoord had. Ja, ongewassen. Vroeger zou ik dat nooit gedaan hebben maar iemand had me een tijdje terug gezegd dat het niet uitmaakt omdat de bestrijdingsmiddelen er toch niet af te spoelen zijn. Geen idee of dat klopte maar het klonk goed. Vreemd hoe gemakkelijk je vaak zonder enige onderbouwing adviezen aan kunt nemen van mensen, zo gauw ze maar handig uitkomen.
Ik nam een druif. Lekker. En nog een. Zou ik mijn buurman ook een paar druiven aanbieden? Ik dacht aan mijn moeder die op de dagen van vrij reizen voor senioren de trein nam en het hele land doorkruiste omdat ze dan zo veel zag en tegelijk met wildvreemden kon kletsen. Om ’s avonds thuis te komen met verhalen over welke onbekenden ze onderweg allemaal ontmoet had. Zo leuk gepraat met die en met die. En ik kwam iemand tegen die dit en dat. Het waren altijd bijzondere verhalen, ze vertelde dat tot haar eigen verbazing wildvreemden vaak plots hun hart tegen haar uitstortten. Het gaf me een ongemakkelijk gevoel. Zo wilde ik toch niet worden.
Het probleem loste zichzelf op. De man naast me begon te bellen. Die kon ik dus niet meer storen voor druiven. In gedachten verzonken at ik het bakje leeg, een voor een. De man sprak zachtjes in zijn telefoon in een vreemde taal. Het gefluister stoorde, of liever gezegd ik was bang dat het me zou gaan storen. Ik bedacht dat ik in de stilte-coupé had moeten gaan zitten. Daar voelde ik me dan weer schuldig over. Net was ik nog een toonbeeld van empathie en nog geen kwartier later een misantroop.
Ik deed m’n oortjes in, het reddingsvest van iedere treinreiziger.
I know that when the song is over we go home
I know that when the song is over we go home
I know that when the song is over we go home
We naderden Rotterdam Centraal. Ik keek opzij en de man voor het eerst recht in de ogen. Hij had een gerimpeld gezicht, wat grijze haren, een stoppelbaard. Ik glimlachte. Hij lachte terug.
“Rotterdam, eindpunt,” zei ik.
“Ja.”
“Woont u ook in Rotterdam?”
“Nee, ik vriend Rotterdam”
“Ah u gaat op bezoek. Lange reis gehad?”
“Heerenveen. Nederlands niet.”
Hij zweeg even, zoekend naar woorden.
“I am from Syria.”
Verdomd, zal je net zien.
“Hoe lang bent u hier?”
“Een paar…”
Ik gaf hem een hand. “Welkom in Nederland.” O jee, nu was ik helemaal een gutmensch. Maar fuck dat.
Z’n hand voelde zacht, als van een kantoorman.
De trein stond stil. Ik liep door de deur. Had ik die druiven nou maar gedeeld. Die moeder van me was zo gek nog niet.
Heel herkenbaar. Wie goed doet, goed ontmoet!
Wat een leuk verhaal! Wist niet dat je daartoe nog in staat was.
Wat leuk, mijn moeder is ook zo iemand tegen wie wildvreemden hun hart uitstorten in het openbaar vervoer. Ze zoekt het niet speciaal op, ze hoeft maar te gaan zitten, ze glimlacht, en hup, ze heeft er weer een kennis bij waar ze nog jaren kaarten mee uitwisselt en die meestal onoplosbare problemen hebben
als die man belt kan je hem gewoon dat bakje even voorhouden, zonder wat te zeggen. Zo moeilijk is het allemaal niet….
Jaren terug zat ik in de trein van Istanbul deze kant op. De gevulde tomaten en gekookte eieren en wat al niet kwamen van alle kanten. Zonder veel uitleg.