Bleek ik toch nog wat met Rutte gemeen te hebben

Supergaaf heet het boek over de overtuigende taal van Mark Rutte dat docent Nederlands Robbert Wigt schreef. Die titel bevat al meteen twee methodes van de premier. Hij is iemand die graag enthousiasme en optimisme uitstraalt en je dat inwrijft met superlatieven. Iets is niet gewoon gaaf maar supergaaf.

Wigt maakt al direct duidelijk dat hij er niet op uit is om vast te stellen of de VVD-leider goed of fout is, het boek gaat niet over de ideeën van Rutte, noch over zijn beleid maar over hoe hij het verkoopt. Dat laatste, daar zullen vriend en vijand het over eens zijn, kan hij als geen ander. Hij is een verkoper in hart en nieren. Had hij een winkel dan ging je altijd met meer naar huis dan je van plan was te kopen.

Dat verkopen doet hij met taal, het is naast onderhandelen zijn belangrijkste wapen. Hij gebruikt de taal ook echt als wapen. Zo zoekt hij woorden op die niemand kent om er onverwacht tegenstanders mee te overrompelen:

Dat Rutte expres moeilijke woorden gebruikt, vertelt hij uit zichzelf als hij eind 2019 bij Kelder & co zit. (…) ‘Uiteindelijk gebruik ik ook wel eens moeilijke woorden.’ ‘Disculperen’ had hij laatst geïntroduceerd. Als Kelder vervolgens lachend vraagt wat dat is: ‘Weet ik eigenlijk ook nog niet precies maar het is een heel mooi woord en niemand vroeg wat het betekende.’

Ik was verrast dat te lezen want ik ken die methode wel. Op de middelbare school was ik een zogezegd moeilijke leerling. Omdat ik me doodverveelde en om te voorkomen dat ik gepest werd voerde ik iedere dag een guerrilla, vooral tegen de docenten. Een van de methodes daarbij was dat ik woorden gebruikte uit de Vreemde-Woordentolk van de Universiteit voor Zelfstudie, waar ik sowieso graag in las. Als ik dan een vraag kreeg kon ik bijvoorbeeld zeggen ‘ik meen dat het niet concevabel is’. Dat woord is zo vreemd dat Google het nu zelfs niet kent. Het betekent begrijpelijk, als ik het me goed herinner.

Later, toen ik eenmaal een soort van volwassen was, voelde ik me nog wel eens schuldig over dergelijke rotgeintjes. Maar ja, ik was tiener en in oorlog met de rest van de wereld. Rutte is geen tiener maar premier.

Het boek geeft goed inzicht hoe behendig hij is met taal, hoe hij daardoor steeds weg weet te komen met alles, hoe hij de waarheid boetseert. Zijn talent daarin is ongekend. Al moet het belang daarvan denk ik niet overdreven worden. Zijn gladheid is net zo goed toe te schrijven aan politieke marketing. Hij verkondigt met verve wat zijn achterban graag hoort. En aan zijn strategisch handelen. Dat hij bijvoorbeeld altijd zorgt dat er iemand tussen hem en een probleem staat. Die dan indien nodig geofferd kan worden.

Maar goed, zijn overtuigingskracht is groot. Hij pakt vrijwel iedereen in en daarvoor gebruikt hij taal en humor. Dat laatste is zeker zo belangrijk. Tegenover iemand die grappen maakt sta je al snel machteloos als je een ernstige zaak wilt aankaarten, zeker in een samenleving die verslaafd is aan amusement.

Supergaaf is een leerzaam boek. Wigt laat bijvoorbeeld stap voor stap zien hoe Rutte zich een weg baant door het beroemde 1 april debat over ‘functie elders’. Twee keer die dag leek zijn lot bezegeld maar hij ontsnapte er aan. Hij bleef maar herhalen “ik heb niet gelogen, mijn herinneringen waren niet goed”. Normaal gesproken is zo’n ontkenning dodelijk, je vestigt immers de aandacht op de beschuldiging. Maar door er steeds over te beginnen maakte hij zichzelf tot slachtoffer. Hij wordt onterecht beschuldigd, dat wil hij dat we geloven. “Rutte zal het herhalen tot we zijn boodschap tot in onze diepste vezels voelen.”

Als je het boek gelezen hebt, trap je er nooit meer in.

Mijn enige kritiek op Supergaaf is dat de stijl wat onevenwichtig is. Het leest veelal gewoon lekker weg maar krijgt soms ineens het karakter van een proefschrift. Wigt, die zich aan de Universiteit Leiden specialiseerde in argumentatief taalgebruik binnen het politieke debat, wil er geen twijfel over laten bestaan dat zijn analyse wetenschappelijk verantwoord is. Rutte, die niet wilde meewerken aan het boek, zou hem vast geadviseerd hebben wat meer gewone mensentaal te gebruiken. Of nee, hij had uit lijfsbehoud Wigt waarschijnlijk overgehaald het boek juist iets minder concevabel te maken.

Naschrift: Faye Oosterhoff wees er via Twitter op dat het niet concefabel is maar concevabel. Ik heb het aangepast.

PS: Iedere zondagavond verstuur ik In de Week, een persoonlijke nieuwsbrief over wat ik de afgelopen week zag, las, hoorde en dacht. Fijn als je die wilt ontvangen. Abonneer je hier gratis. Dank je wel.

Leave a Comment

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.