Mijn dubbelganger

Voorvallen die los van elkaar gebeuren en toch een opvallende overeenkomst vertonen. Je denkt aan oom Piet die je twaalf jaar niet gesproken hebt en even later gaat je telefoon. Het is oom Piet. Ik ben er dol op. Deze week repostte ik er nog een verhaal uit 2012 over. Het lijkt me om de een of andere reden vooral op vakantie te overkomen.

Terwijl zij slapenOp het Griekse eiland Paxos begon ik te lezen in de verhalenbundel ‘Terwijl zij slapen’ van de Spaanse schrijver Javier Marías. Ik had nog nooit van hem gehoord maar volgens kenners gaat hij de Nobelprijs winnen. Dat geloof ik gelijk. Wat een prachtige verhalen, doorspekt met scherpe en confronterende observaties over het leven.

Ergens in een van de verhalen stelt hij dat we als mensen de illusie koesteren dat we een eigen smaak en mening hebben maar dat we die altijd onbewust van anderen hebben overgenomen, die ze op hun beurt meestal ook weer van anderen hebben. Ik liet de gedachte bezinken. Een van mijn meest uitgesproken voorkeuren, die ik al sinds mijn tienertijd koester, betreft mijn voorliefde voor de muziek van Leonard Cohen. Die heb ik inderdaad niet van mezelf, moest ik nu toegeven. Mijn broer kwam halverwege de jaren ’70 na een lang verblijf in Spanje thuis met een of twee platen van hem. En draaide die grijs. Hij had de muziek leren kennen in een club van internationale vrienden waar hij in Malaga tussen had gewoond.

Ik maakte me een voorstelling hoe voorkeuren zich over de wereld verspreiden als virussen. Dat ik gegrepen werd door Cohen had ik altijd als iets bijzonders ervaren omdat hij niet bepaald vreselijk populair was. De meeste mensen vonden het ‘depri-muziek’. Door de woorden van Marías realiseerde ik me ineens dat een voorkeur daarentegen misschien wel zoiets is als griep, je loopt het op of niet zonder dat je er zelf veel aan kunt doen. Van luidspreker tot luidspreker, van oor tot oor, was de voorkeur voor Cohen na een lange reis over de wereld op me af gekomen.

Wie is die Javier Marias eigenlijk, vroeg ik me af, na die gedachte. Ik bladerde door de drie (!) voorwoorden en stuitte vrijwel direct op deze frase waarin hij over een van zijn verhalen zegt: “geïnspireerd op de liedjes van Leonard Cohen, waar ik de godganse dag naar luisterde (baanbrekend voor Spanje, aangezien het inderdaad 1968 was).”
De cirkel was weer rond.

Maar het ging nog verder. Ik begon op 14 augustus in het boek van Marías te lezen. Enkele van zijn vaak spannende verhalen gaan over de dubbelgangers die mensen – volgens sommigen iedereen – hebben. Ik dacht aan de mijne. Ik weet van zijn bestaan omdat een goede vriendin hem lang geleden eens zag zitten op een terras in Portugal. Ze was verbijsterd. In alles leek hij op mij. Zelfde soort kapsel, kleding, bril en maniertjes. Nieuwsgierig geworden had ze hem aangesproken om al snel te ontdekken dat hij als persoon verder op geen enkele manier op me leek. Hij was Zwitser, woonde in Zurich. Later sprak een kennis me er op aan dat ook hij me die zomer in Portugal gezien had, bij een bushalte aan de overkant van de straat. Hij had gezwaaid zonder dat ik reageerde en was daar enigszins gebelgd over. “Waarom deed je alsof je me niet kende?” Ik legde het uit.

Eenmaal terug in Nederland startte ik de Twitter app, die ik tijdens mijn vakantie bewust niet aangeraakt had. Ik zag een tweet van een kennis die ze een week eerder had verstuurd: “Zag ik je nou net zitten in het stadion in Zurich bij het EK Atletiek?” Het bericht dateerde van 14 augustus.

One Comment

  • Niet alleen op vakanties Francisco, het gebeurt vaker, maar dan sta je er meer open voor. Lees het boek over synchroniciteit van Depak Chopra, daarover, dan ontdek je waarachtig hoe leuk het dan is en hoe vaak..Gr. T o b y

Leave a Comment

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.