Drs. P en mijn geheugen

Het grootste deel van je leven vergeet je. Of liever gezegd, je denkt er niet aan terug. Alles wat je meemaakt wordt opgeslagen in je hersenen maar op plekken waar je niet of nauwelijks komt, alsof je hoofd een rommelzolder is.
Jaren geleden interviewde ik de vermaarde geheugenexpert prof Wagenaar die een hele methode had ontwikkeld om zijn eigen geheugen te testen. Hij noteerde wat hij meemaakte op notitiekaartjes (de pc was nog niet in zwang) en stopte die in een kaartenbak. Jaren later probeerde hij zich dan te herinneren wat er op een bepaalde dag was gebeurd. Waar was ik op 12 december 1985? Dat weet natuurlijk niemand zich meer te herinneren. Dus dan pakte hij het eerste kaartje van die dag waar dan bijvoorbeeld op stond ‘Amsterdam Rai’. Dat zei hem niks.
Op het volgende kaartje van die dag stond de naam van een congres. Er ging nog geen belletje rinkelen. Hij bezocht immers zo vaak congressen. Wacht, dit was in de Rai. Vaag. Heel vaag. Op de volgende kaart stond hoofdpijn. Ineens wist hij het. Dat congres. Hij had die dag erge hoofdpijn gehad. Zo erg dat een collega hem naar huis had gebracht. Plots begonnen er meer details naar boven te komen.
Afgelopen zondag werd bekend dat Drs. P was overleden. Mooie kerel, geweldige nummers, dacht ik. Zoals zoveel mensen. Ik zag een clip waarin hij met bontmuts Dodenrit zong en herinnerde me dat ik hem destijds zo op tv had gezien. Maar verder niks speciaals.
Vanochtend sloeg ik het AD open, voor zover je op een iPad een krant openslaat, en zag een zwartwit-foto met Drs. P. Er ging meteen een golf van herkenning door me heen. De Rozentuin op zondagmiddag. Jaren geleden. Verdomd, ik heb hem zien optreden. Helemaal vergeten. Ik voel de zon, ruik de tuin. Het lome gevoel van de zondag toen zondagen nog zondagen waren, sijpelt door mijn lijf. Ik hoor de artiest zingen en grapjes maken. Als ik me niet vergis begon hij te laat vanwege iets met de trein en vertelde hij dat tijdens een grappige introductie. Ik speur de foto van Jaap Rozema af. Ik moet hier op te zien zijn. Ja daar, o nee, wacht. Daar, dat ben ik. Nee die daar. De gezichten zijn te vaag.
Hoe kon ik dat hele optreden vergeten zijn? Terwijl ik me nu herinner dat het destijds veel indruk maakte en ik enorm had gelachen. Door een foto uit een archief komt het uit het niets naar boven.
Onze herinneringen liggen niet alleen opgeslagen in ons eigen geheugen maar zijn verspreid over de archieven, zolderkamers en hoofden van anderen. Geen mens is een eiland, dichtte John Donne. Maar ons leven is wel een archipel, wil ik er aan toevoegen. Drs. P had daar vast een geestig lied over kunnen maken.