Fantasie of fantasy, dat is een wereld van verschil

Op weg naar Parijs, om daar een cursus Frans te volgen, kocht ik bij een tankstation waar de Flixbus een tussenstop maakte in een overmoedige bui een boek dat ik niet kende, noch ooit van gehoord had. Een goedkope pocketeditie van een 25 jaar oude megabestseller. Ik probeerde de eerste regels te lezen:
Été 1996. Le petit réveil posé sur la table de nuit en bois clair venait de sonner. Il était cinq heures trente, et la chambre était baignée d’une lumière dorée, que seules les aubes de San Francisco déversent. Toute la maisonnée dormait, la chienne Kali couchée sur le grand tapis, Lauren enfouie sous la couette au milieu de son grand lit.
Aubes? Couette? Geen idee maar ik dacht toch dat het me zou kunnen gaan lukken dit te lezen. Je ontwikkelt jezelf alleen maar door dingen te doen waarvan je van tevoren niet weet of je ze kunt. De wekker die afgaat om half zes, een in gouden zonlicht gebaden kamer, het hele huis dat slaapt, het hondje Kali op het tapijt. Dat kon ik allemaal volgen. Een goed begin ook.
Ik nam een cola zero uit het schap, wat zoutjes, rekende af bij de kassa, oui merci, au revoir, liep terug naar de bus en nestelde me in mijn stoel met mijn nieuwe project. Een papieren boek, terwijl ik anders alleen van een scherm lees. Mensen konden dus zien dat ik een Frans boek las. Ik had de neiging het ver voor me te houden met het omslag goed in zicht voor de omgeving. Kijk mij eens. Nu was ik echt aan het reizen. Mijn hersens betraden een andere wereld.
Het bleek hard werken. Woorden die ik niet kende maar wel nodig had om de verhaallijn te volgen onderstreepte ik, zocht de betekenis op en schreef die met priegellettertjes in de kantlijn. Niet om ze later uit het hoofd te leren maar omdat je beter onthoudt als je iets opschrijft, je tatoeëert het dan bij wijze van spreken in je geheugen.
Ik las per keer zo’n 10-15 bladzijden, dan moest ik ophouden omdat mijn opnamegrens was bereikt. Zoals ik er ook steeds weer even in moest komen. Als ik het boek oppakte en begon te lezen begreep ik niets van wat er stond. Maar als ik twee, drie zinnen goed bestudeerde en woord voor woord vertaalde dan was het alsof er een Franse motor in mijn hoofd werd aangeslingerd en kon ik de daarop volgende zinnen meteen begrijpen, ik werd dan als het ware ondergedompeld in de Franse taal. Ik kon zelfs meer begrijpen dan op grond van mijn zeer beperkte kennis te verwachten viel.
Begreep ik het ook echt, of was het meer als luisteren naar een chanson waarvan je af en toe wat woorden herkent en voor de rest wordt meegesleept door de wonderlijke kracht van de melodie? Was daar hier ook sprake van? Was het boek zo genereus dat het me een gevoel van beleving gaf zonder dat ik het echt doorgrondde?
Het verhaal nam me op sleeptouw maar om eerlijk te zijn zou ik het slecht na kunnen vertellen. Alsof de roman een droom was, een intense beleving die door je vingers glipt als je die in woorden wilt vangen. Ik probeer soms dromen op te schrijven maar zelfs als de beleving nog vers is, verpulvert die als een antiek boek onder mijn vingers zou gauw ik begin te noteren.
Het zal toeval zijn maar terwijl ik dit bedenk en opschrijf, realiseer ik me dat dit ook precies is waar het boek over gaat. Lauren woont in San Francisco, leidt een druk bestaan als verpleegkundige, krijgt een auto-ongeluk en raakt in coma. Daarna gebeurt er iets wonderlijks. Ze treedt uit haar lichaam maar niemand die haar geestverschijning kan zien, op één persoon na: Arthur, een kerel van haar leeftijd die ze verder niet kent. Die schrikt zich aanvankelijk een hoedje maar gaandeweg ontwikkelt zich een relatie tussen de twee. Je begrijpt, dat levert problemen op.
Si c’était vrai, in het Nederlands uitgebracht als Was het maar waar, is een romantische thriller die – het is immers een Frans boek – natuurlijk ook gaat over wat liefde is en de waarde van het leven zelf. Op een gegeven moment wordt er een oud volksraadsel vertelt over een man die elke ochtend bij het begin van de dag 86400 dollar krijgt en dat vrij mag besteden maar aan het einde van de dag is alles weg. De volgende dag herhaalt zich dit. En de dag daarop ook. Iedere dag. Wat moet de man dan doen met dat geld? De oplossing van het raadsel is een wijsheid over hoe je je dagen moet besteden.
Ik las het boek weliswaar met moeite maar ook met plezier. Het was het debuut van Marc Levy die er in 2000 in één klap wereldberoemd mee werd, na een carrière van hulpverlener bij het Rode Kruis tot architect. Het bedrijf van Steven Spielberg kocht meteen de filmrechten van de roman en regisseur Mark Waters maakte er Just Like Heaven van, met in de hoofdrollen Reese Witherspoon en Mark Ruffalo. Hij was overigens niet de enige, er werden ook twee Bollywoodfilms van gemaakt.
Toen ik het boek uit had, huurde ik de film, ook al weet iedereen dat je dat andersom moet doen. Als je er al aan moet beginnen. Een ongeschreven wet luidt dat alleen slechte boeken resulteren in goede films en dat goede boeken als film altijd geruïneerd worden. Het blijkt in dit geval een ijzeren wet. Ik vond Si c’était vrais een goed boek. Al moet ik bekennen dat mijn docente Frans even de wenkbrauwen fronste toen ik het trots toonde en me vervolgens een ‘echt boek’ aanraadde. Dus misschien vond ik het goed omdat ik er te weinig van begreep om het slecht te vinden. Zoals mensen denken dat eten uit een pakje lekker is omdat het verlangen naar gemak het smaakgevoel vernietigt.
De Amerikaanse film deed ondanks de goede acteurs denken aan van die beruchte Spaanse restauratiepraktijken waarbij de kunst volledig vernietigd wordt. Alhoewel niet voor iedereen, getuige de 6,7 rating op IMDB, maar bladerend door de reviews lijkt niemand het boek gelezen te hebben. Op Goodreads beschrijft de eerste review dat er een wereld open ging voor de lezer die eerst de film zag en daarna het boek las.
Terwijl het boek heel filmisch geschreven is, is in Just Like Heaven van het verhaal alleen het basisgegeven overgebleven. De thriller is omgewerkt tot een romantische fantasy comedy die zich volgens de bekende patronen voltrekt. Van enige bespiegelingen is geen sprake meer. De magie van de liefde wordt rechtstreeks uit de magnetron geserveerd. Of om in de stijl te blijven: de ziel is uit het verhaal verdwenen.
Een van de aardige kanten van het boek is dat Levy, die in New York woont, zich helemaal tracht te integreren maar toch met een Franse blik naar de Amerikaanse samenleving kijkt. Zo zit er een aardige scène in waarin hij met een cafetière koffie zet, tot verbijstering van zijn vriend die niet begrijpt hoe dat kan. Van dat plezier blijft in de film niets over.
Wat er wel over blijft? Een comedy met oninteressante dialogen en clichématige scènes. Het zette me aan het denken en ik realiseerde met dat het verhaal gewoon niet verteld kan worden binnen een Amerikaans denkwereld. Het past daar net zo min in als van die enorme Amerikaanse auto’s in de Europese steden. Opvallend is ook dat ik bij het boek amper merkte dat het verhaal een kwart eeuw geleden speelt terwijl de ouderwetsheid zich in de film voortdurend opdringt.
Bij thrillers die gebaseerd zijn op onwaarschijnlijke gebeurtenissen is het altijd de vraag hoe de auteur zich uiteindelijk uit het plot redt. Levy doet dat in het boek behendig en zelfs geloofwaardig, maar met een einde dat een Amerikaanse film zich niet kan veroorloven. De taal geeft wellicht de verklaring. Fantasy is een Amerikaans begrip, fantasie is iets heel anders. Voor de liefde heb je fantasie nodig. Als je daar fantasy van maakt, heb je wel een probleem.
PS: Iedere zondagavond verstuur ik In de Week, een zeer persoonlijke nieuwsbrief, speciaal voor jou, over wat ik de voorbije week zag, las, meemaakte en dacht. Abonneer je hier gratis.
Ik lees tegenwoordig ook zo Franse boeken. Gewoon eerst een werk-ronde, woorden opzoeken en erbij schrijven. Handige tip:in google translate kun je een hele pagina fotograferen en die wordt meteen (lelijk) vertaald.
De 2e keer kun je het boek dan gewoon echt lezen. Tip: Anne Delaflotte Mehdevi: Trop Humain.
Dank, Google Translate gebruik ik in dit geval zo min mogelijk want dat is voor talenkennis wat GPS is voor stratenkennis: blijft niks van over. Boek zet ik op de lijst, merci.
Aube = dageraad, zonsopgang
Couette = dekbed
Eolienne = windmolen, windturbine, windenergie
Wat Aeolus met wind te maken heeft, zal de gemiddelde Hollander niet weten, daarvoor moet je toch echt in het land van la plus belle langue zijn. Ja, langue is ook tong, langouille is tongenworst. Maar langue is ook taal. En Frans is inderdaad van de talen die ik ken de meest geschikte voor beschrijvingen, schoonheid, lief en leed.
Minder fraai is dat deze taal sinds Louis XIV op dictatoriale wijze werd opgelegd aan zowel binnenlandse als koloniale bevolking. Pas recent wordt het weer gewaardeerd als streektalen uit de mottenballen worden gehaald.