Silent disco

In de krant las ik een interview met een vrouw die silent disco’s organiseert. Ze was er heel enthousiast over, zoals mensen die geïnterviewd worden over hun werk meestal zijn. Zelden dat je in zo’n interview de stemming terugleest die je ’s ochtends wel eens in de trein ervaart, die van galeislaven en onzichtbare ketenen, gezichten zonder uitdrukking, blikken zonder hoop of plezier die in het niets staren, hooguit dapper gedragen ergernis. Daarvoor moet je niet de krant maar romans lezen. De krant vertelt je wat over de wereld, literatuur over het leven.

Maar goed, de silent disco rukt op. Hele bedrijven geven zich er aan over op personeelsfeesten, vertelde ze. Dat is meestal de ultieme graad van succes, dat bedrijven het ook gaan doen. Ga maar na, de balpen, de muismat, de usb-stick, de led-zaklamp, de dopper, ze werden allemaal pas een echt succes toen ze als relatiegeschenk werden ontdekt door het bedrijfsleven. Het succes reikt zo hoog als de hoogste afvalbergen.
Ik werd er helemaal sip van. Wanneer zou de eerste silent disco tijdens een begrafenis gehouden worden, vroeg ik me af. Eerst was het een cynische gedachte maar na met het idee gespeeld te hebben leek het me plots ideaal. Eindelijk stilte die niet ongemakkelijk is. Ja het is absurd, maar daarom gaat het vast gebeuren. Je had ook vast nooit gedacht dat mensen selfies zouden gaan maken bij de kist.
Hoewel. Een paar jaar geleden dacht ik dat de silent disco de concertzalen zou gaan veroveren. Iedereen zijn eigen koptelefoon op. Perfect geluid en een prima remedie tegen de ouwehoerterreur tijdens optredens. Maar na wat experminenten heb ik er nooit meer wat over gehoord. Hypes hebben hun eigen onnavolgbare logica.
Sommige mensen vinden het vreselijk, vertelde de silent disco eigenaar lachend in de krant. Te onpersoonlijk. Ik moest denken aan de vriend die oprecht boos werd toen ik hem jaren geleden het fenomeen voor het eerst toonde op de Parade. Hij keek alsof hij voor zijn ogen de Titanic zag zinken. Dit is de wereld die ik vrees zei hij. Zombies die geen enkel contact met elkaar hebben. Kom, kom, zei ik, omdat ik me altijd verplicht voel tot optimisme. Deze mensen hebben gewoon lol.
In de trein keek ik om me heen. Toen zag ik het pas. Driekwart van de passagiers had oortjes in. We leven al in een silent disco.