Het recht op stilte

De verhalen over Venetië gaan altijd over de tsunami aan toeristen. Die verstikken het centrum. Of de geschiedenis. Er is immers geen stad waar de tijd zo heeft stilgestaan. Of over dat de stad dreigt te verdrinken door de klimaatcrisis. Of het gaat over de Biënnale die me hier voor de zoveelste keer heen voert. Maar nooit – voor zo ver ik weet – over dat Venetië de stilste stad ter wereld is. Buiten het toeristencentrum althans.

Omdat er op de bootjes na geen gemotoriseerd vervoer is, geen auto’s, geen brullende motoren en geen snerpende scooters. Dat maakt ook dat niemand bezig is elkaar te overschreeuwen. Soms komt in het nieuws dat de gemeente rolkoffers wil verbieden. Dat is het soort berichten dat in de rest van de nieuwswereld onder faits divers wordt geschaard, de grappige, opmerkelijke weetjes. Kijk nou, die Venetianen. Maar een rolkoffer is hier erger dan in enig andere stad. Het klinkt als heien omdat er geen ander geluid is.

Het zorgde er bij aankomst voor dat ik na een paar straten mijn koffer gewoon weer optilde. Niet dat het midden in de nacht was – waar het beleid meestal over gaat – maar omdat het geratel de stilte verscheurde. Zo stil is het hier.

Herrie is hier als een koffievlek op een wit overhemd. Toen ik de koffer weer gewoon boven de grond liet zweven hoorde ik mijn eigen voetstappen. Zeg eens, wanneer hoor je die nog in een stad? Als je ze al ergens hoort is het een teken van onheilspellendheid. Zo ver zijn we afgezakt. Dat we bang zijn geworden voor onze eigen geluiden. Je ziet, de cultuurpessimist in me wordt wakker. Die maan ik meteen weer verder te slapen en te genieten van zijn nachtmerries.

Maar het is wel waar. Stilte is beangstigend voor mensen die altijd in lawaai leven.

Het kan anders. Niet alleen in Venetië. Vorige week was ik in Parijs en het viel me op hoe stil de stad was geworden. Niet wat betreft mensen maar letterlijk, qua geluid. Veel minder autoverkeer en overwegend elektrische auto’s. Zo leek het soms. De stad van het licht klonk ineens anders, vogels zongen, geroezemoes echode door de straten. Het was geweldig. Was Rotterdam maar zo. Maar nee, daar knallen de motoren, gillen ieder kwartier sirenes en maken zelfs de stoplichten lawaai.

De avond valt in Venetië. De stilte is als een deken. Zelfs op de meest verlaten camping in Nederland overvalt dat me niet zo. Dan scheurt er altijd nog wel een brommer in de verte, een chemtrail van herrie achterlatend. Hier hoor je alleen je eigen ademhaling. Ik gun iedereen dat genot.

Recht op stilte. Daar zouden we het eens over moeten hebben.

Leave a Comment

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.