Als je alles achter je kunt laten…

Bas Heijne tipte op Instagram Emmanuel Bove, naar ik begrepen heb een van Frankrijks meest vergeten schrijvers. Ik had er dan ook nooit van gehoord. Gelukkig was het door hem aanbevolen werk Het Voorgevoel een novelle van slechts 144 pagina’s, want ik loop al 10 titels achter met mijn GoodReads Reading Challenge 2022. Bovendien blijkt het in het Nederlands vertaalde boek inbegrepen bij mijn Kobo Plus abonnement. Dus hup, ik ging lezen.
Het Voorgevoel, Le Pressentiment, speelt zich af in de jaren dertig in Parijs. De advocaat Charles Benesteau besluit uit zijn sociale leven te stappen. Hij zegt zijn baan op, verlaat zijn vrouw, familie en minnares en betrekt een karig appartement in een arme buurt. Aan een geïmproviseerde tafel zet hij zich aan het schrijven. Niet voor een publiek maar hij tekent gewoon zijn herinneringen op. Het is alsof hij grip op het voorbij glijdende leven tracht te krijgen door nauwkeurig in kaart te brengen wat hem allemaal is overkomen.
Gek genoeg herken ik dat wel. Als je onzeker bent over de toekomst tob je meer over het verleden. Ik fantaseer er bijvoorbeeld wel eens over om een inventarisatie te maken van iedereen die ik ken of heb gekend. Een soort atlas van sociale contacten. Natuurlijk begin ik daar niet aan, net zo min als aan het opruimen van de berging of het herschikken van mijn boekenkast, maar ik mag er graag over nadenken. Denken is de enige activiteit waar je niet moe van wordt, al trekt recent wetenschappelijk onderzoek dat in twijfel.
Ik heb ook wel eens overwogen om met de noorderzon te vertrekken naar een ver land waar niemand me kent en daar dan bijvoorbeeld aan die sociale atlas te gaan werken. Er is veel wat me ervan weerhoudt, natuurlijk de liefde maar ook het vermoeden dat het plan zou mislukken, dat ik heimwee zou krijgen en met hangende pootjes terug zou moeten keren. Zoals ik ook nooit van een brug af zal springen omdat ik vrij zeker weet dat ik tijdens het neerstorten spijt krijg van mijn dan onherroepelijke besluit. Doodgaan met spijt, dat lijkt me de ergste vorm van sterven. Check Instagram en iedereen is er bang voor.
Benesteau ontdekt dat het niet zo eenvoudig is alles achter zich te laten, noch om een nieuw, schoon bestaan op te bouwen. Iets in hem maakt dat hij toch meer om mensen geeft dan hij zou willen. Niet om mensen met wie hij een band heeft, want die heeft hij juist doorgesneden, maar om mensen in het algemeen. Zelfs mensen waar hij een afkeer van heeft. Uit iedere omgang ontstaan onvermijdelijk nieuwe banden en begint het weer opnieuw. Het leven als een web waaruit je niet kunt ontsnappen. Het helpt waarschijnlijk om jezelf als spin te zien in plaats van als vlieg maar dat is meer iets voor life coaches en die bestonden nog niet in de tijd van Bove.
Daarnaast gaat er steeds iets mis bij ieder plan van Benesteau. Niet ernstig maar wel hinderlijk. Een beetje zoals je bij thuiskomst van het boodschappen doen er achter komt dat je een ingrediënt vergeten bent. Als je het tot je door laat dringen gebeurt dat eigenlijk best vaak en niet alleen met het boodschappen doen. Bij mij althans. Het leven is een aaneenschakeling van zaken die anders uitpakken dan gedacht of bedoeld. Dat staat haaks op de zelfhulpboekencultuur die je wijs wil maken dat je alles in eigen hand hebt als je maar een goed schema of handige todo-list maakt.
Misschien hoort dat besef van onvolmaaktheid en onvermogen ook meer bij de tijd waarin Het Voorgevoel speelt. Overal in het verhaal hangt de schaduw van de Eerste Wereldoorlog. Ik realiseerde me ineens dat ik nog nooit een vreugdevol beeld heb gezien van het einde van die oorlog. Iedereen was verslagen, alles was mislukt. Hoe anders was dat na de Tweede Wereldoorlog en de tijd die volgde. Toen overheerste het idee dat bevrijding mogelijk is, dat de toekomst gemaakt kan worden. Dat bedenk ik nu terwijl ik dit schrijf. Geen idee of het een stelling is die overeind blijft.
Bove beschrijft nauwkeurig de Parijse straten waar Benesteau zijn leven doorbrengt. Zo bezoekt hij een advocatenkantoor aan de Rue du Helder. Ik las de naam. Er ging me in de donkere slaapkamer een lichtje op. Die naam kende ik. Wacht. Ik ging naar het fotoalbum in mijn iPhone en zocht op de straatnaam. Daar, Monsieur Helder, een hotel in de Rue du Helder waar ik vorig jaar een weekend verbleef. Een pand met smalle trappen, nauwe gangen en kleine kamers. Een aangenaam stijlvol hotel overigens, met een heerlijk ontbijt.
Ik voelde de sfeer van vorig jaar weer. De lockdown was opgeheven maar hing nog wel over de stad. Parijs ademde op dat moment misschien meer de jaren dertig dan ik me realiseerde. De wereld noch de toekomst leek nog maakbaar. We wilden helemaal opnieuw beginnen maar beseften dat het ons niet zou lukken. Alles zou weer terugkeren naar ‘normaal’. Benesteau zou zich bij de lockdown wel prettig gevoeld hebben. Bove waarschijnlijk ook.