Het bespelen van de ander

Ruim twintig jaar geleden las ik In Ongenade van J. M. Coetzee, zo’n boek dat je je leven niet meer vergeet. Al twijfel ik of het nu dezelfde indruk zou maken. In Ongenade beschrijft onder meer een #metoo zaak avant la lettre. Een universitair docent van in de 50 voert een studente dronken, heeft seks met haar op een manier die we nu als verkrachting herkennen en verwoest vervolgens ook zijn eigen leven.

Destijds ging er enige sympathie uit naar de man, een gemankeerde ziel. Ik vermoed dat hij bij herlezing niet aan het voortschrijdend inzicht zou kunnen ontsnappen en ondanks alle ambivalentie inmiddels toch vooral gewoon een klootzak zou zijn.

Nu, twintig jaar later, las ik De Pool, een novelle van Coetzee over een man van in de 70 die achter een vrouw van 50 aangaat. Het is geschreven vanuit het perspectief van de vrouw. Na de eerste paar bladzijden vroeg ik me af of ik daar wel zin in had. Ik ben inmiddels bekend met het verschijnsel van de male gaze en weet hoe die blik het zicht op vrouwen vernauwt.

Het verhaal overwon de scepsis in de zin dat ik door bleef lezen maar beïnvloedde me wel. De hoofdpersoon is weliswaar een vrouw maar het is onmiskenbaar gewoon een mannenboek. Al is dat geloof ik niet de bedoeling van de Nobelprijswinnaar. Het schuilt er onder andere in dat het mannelijk personage veel meer diepte heeft dan de vrouw. De man is de steen in de vijver, de vrouw is de rimpeling die dat veroorzaakt.

Ze ontmoeten elkaar toevallig in Barcelona. Hij, een concertpianist die in de vergetelheid aan het wegglijden is, wordt verliefd op haar. Zij, een keurig getrouwde vrouw, niet op hem. Hij houdt hardnekkig vol en – zoals ze op internet zeggen – je raadt nooit wat er toen gebeurde…

De Pool vond ik interessant omdat het gaat over wat verliefdheid met iemand doet. Maakt die je tot een ander persoon. En dan bedoel ik niet wat er bij jezelf gebeurt als je verliefd bent op iemand maar als iemand dat op jou is.

In het begin gaat het over hoe de pianowerken van Chopin uitgevoerd moeten worden. Teder of hard? In De Pool maakt Coetzee op dezelfde manier van personen partituren. Als iemand verliefd is schept hij of zij van de ander een eigen uitvoering. C’est le ton qui fait la musique, maar dan anders.

In het verhaal speelt de verandering die de hoofdpersoon ondergaat voortdurend aan de oppervlakte maar komt die gek genoeg tegelijkertijd niet echt aan de orde, behalve dan in romantische zin. De ontregelende drang blijkt toch weer onweerstaanbaar. Anders was er ook geen verhaal.

Verliefdheid is de egoïstische variant van liefde. Je hoeft de ander niet echt te kennen om verliefd te zijn want wie verliefd is, is dat ook op zichzelf. Dat merk je ook hier, wie Beatrice is doet er eigenlijk niet toe voor de pianist. Bij wederzijdse verliefdheid is dat geen probleem maar bij eenzijdige? Aan de vervelende kanten van ongewenstheid wordt in het boek voorbij gegaan, die maakt moeiteloos plaats voor fascinatie. Dat viel me althans op. In die zin gaat het thema van het verhaal ook op voor het boek zelf. Ik maak er met mijn eigentijdse leesbril misschien iets anders van dan de schrijver bedoelde.

De Pool heeft een fascinerend thema maar verpletterde me niet zoals In Ongenade destijds. De vraag is of dat aan het verhaal ligt of aan de tijd waarin ik het lees. Dat weten we wellicht pas over twintig jaar.

Iedere zondagavond verstuur ik In de Week, een wekelijkse nieuwsbrief over wat ik de voorbije week zag, las, meemaakte en dacht. Abonneer je hier gratis.

Leave a Comment

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Francisco
  • Francisco
  • Journalist