Liefde als een product

Net nadat ik mijn eerste Tolstoj-boek verslonden had pakte ik vrij willekeurig een nieuw boek van de virtuele stapel in mijn digitale wereld. ‘Liefde, als dat het is’ van Marijke Schermer haalde in 2020 de shortlist van de Libris-literatuurlijst. Ik begon te lezen en verdomd, daar was Tolstoj weer, maar dan met zijn beroemde openingszin van Anna Karenina, waarnaar wordt verwezen door een van de hoofdpersonen: “Alle gelukkige gezinnen lijken op elkaar, elk ongelukkig gezin is ongelukkig op zijn eigen wijze.”

Het bleek een sleutel tot deze roman. Meteen ook in negatieve zin want ik weet niet meer door wie de wijsheid werd aangehaald, noch in welke situatie. Het boek bevat meerdere hoofdpersonen en hun verhalen krioelen door elkaar maar ze lijken allemaal hetzelfde te zijn. Ik weet niet of dat laatste helemaal de bedoeling is.

De titel klinkt aanlokkelijk maar verder had ik geen idee waarom het boek op mijn lijst was beland. Dat is het nadeel van de zo handige save-lijstjes die ik aanleg in mijn telefoon. Als ik een boektitel tegenkom die me interessant lijkt sla ik die op maar de context ontbreekt daarbij. Geen aantekening, geen speciale plek, geen herkenning van het omslag ook want digitaal lezen is ontdaan van al het fysieke. Je hebt wat je wilt maar zonder de notie van het verlangen. Het is alleen maar een stapel. Zoals playlists op Spotify ontdaan zijn van alles wat een album tot een album maakte. Een jukebox zonder machine.

Liefde, als dat het is gaat ook over dat fenomeen, dat opgeruimde relaties die van alle comfort zijn voorzien geen sporen van echte liefde meer bevatten. Voor zo ver liefde echt kan zijn, zoals de titel al aangeeft.

Een stel met twee tienerdochters leidt een soort IKEA-leven waarin voor alles een oplossing is maar dan belandt zij in een existentiële veertigers-crisis. Ze begint een affaire met een kerel die eigenlijk alleen maar seks wil. Het gezin wordt verwoest en de romantisch onervaren man vindt via een dating site een vrouw die ook net een relatiecrisis achter de rug heeft. Tenminste als ik het me goed herinner. Het verhaal volgt hun lotgevallen, verspreid over vier seizoenen.

Ik haal de vier, vijf of zes personages door elkaar omdat het allemaal nogal saaie types zijn. Gen-X’ers, de in het neoliberalisme opgegroeide generatie die weinig maatschappelijke bagage heeft en wel heel erg louter met zichzelf bezig is. Dat is in het boek ook zo. Liefde wordt er in benaderd als een product, iets dat je voor jezelf hebt, dat jou toekomt. De ander is in die opvatting van liefde niet meer dan een ingrediënt.

Ik vond het allemaal nogal leeg en kon er niet achter komen of dat ook de bedoeling was. Op een gegeven moment had ik het gevoel een omgekeerd doktersromannetje te lezen, in plaats van dat ze elkaar vinden raken ze elkaar kwijt. Een tienerdochter raakt ondertussen verliefd op ‘een Marokkaan’ en de onwennigheid waarmee dat beschreven wordt is bijna pijnlijk. De jongen is niet meer dan een soort franje. Tegelijkertijd speelt het verhaal zich af in Amsterdam waar de segregatie nogal sterk is dus misschien is het juist wel pijnlijk realistisch.

Dat laatste is tekenend voor mijn leeservaring, ik kreeg het gevoel dat het misschien wel aan mij lag dat ik het niet zo goed vond. Of, net als in de beschreven relatie, aan ons beiden. Aan het boek en mij. Laat me daar een simpel voorbeeld van geven. De mannelijke hoofdpersoon staat in de keuken te koken terwijl hij nadenkt over de liefde:

“Vanaf de dag dat Terri in zijn leven kwam, vijfentwintig jaar geleden, veranderden hij en zij langzaam in een wij en die wij breidde zich in het tweede decennium van hun verbond uit tot het collectief van een gezin, dat veelkoppig organisme. Hij en zij losten op, als golven in de zee. Vandaar dat hij nu geen flauw idee meer heeft wie hij is, hij weet alleen maar waar hij is: hier, in zijn huis.”

Een wij, een verbond, een collectief, een veelkoppig organisme, golven die oplossen in de zee. Allemaal in drie zinnen. Op mij komt het nogal bijeengeraapt over. Maar dan volgt dit:

“Hij legt het deksel precies op tijd scheef op de pan waarin de pasta kookt.”

Deksel? Ben je nou helemaal gek geworden, dacht ik. Pasta moet je koken zonder deksel, dat weet toch iedere keukenliefhebber? Of ben ik nou…? Ik sloeg aan het googelen. Het blijkt minder strikt te zijn dan mijn overtuiging. Het is handiger om geen deksel te gebruiken omdat de pan dan niet overkookt maar dat kun je ook voorkomen door het deksel scheef te leggen en dat spaart energie. Aan de andere kant is dat juist onhandig omdat je pasta tijdens het koken regelmatig moet roeren.

Dus ok, ik had het mis. Het kan wel, een deksel op de pan. Maar dat ‘precies op tijd’ klopt niet want de hele handeling is arbitrair. Al kan het zijn dat het ‘precies op tijd’ meer op de hoofdpersoon slaat, dat is nogal een pietje precies. Kortom, het was me onduidelijk en dat ligt ook aan mij.

Dus als lezer verhield ik me tot het verhaal als de hoofdpersonen in het boek tot elkaar, die immers ook voortdurend twijfelen aan wie of wat het nou ligt dat hun leven niks wordt. Als dat de bedoeling is, is het geniaal.

Ik las Liefde als dat het is wel in een middag uit. Ook in dat opzicht is het beter dan ik meende dat het was.

PS: Iedere zondagavond verstuur ik In de Week, een zeer persoonlijke nieuwsbrief over wat ik de voorbije week zag, las, meemaakte en dacht. Abonneer je hier gratis.

Leave a Comment

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Francisco
  • Francisco
  • Journalist