Waar ik aan denk als ik me scheer

De vroege ochtend stortte een mensenmassa uit in de straten van het stadscentrum. Ik was een tiener en ging naar school. Een wildvreemde man hield me staande. “Weet jij hoe ik…” Het was in een tijd dat dat nog gebruikelijk was. Oordopjes en smartphones bestonden niet, iedereen was aangewezen op zijn medemens voor informatie. “How to” was een vraag aan anderen, onbekenden zelfs, niet aan Google of Siri.

De man vroeg de weg naar een straat in de buurt. Hij had een pak aan met stropdas, zoals de meeste mannen in die tijd en droeg daar een beige trenchcoat overheen. Zijn donkere haar werd met Brylcreem in model gehouden. In zijn hand een attachékoffer, het herkenningsteken van de kantoorwerker met verantwoordelijkheden.

Hij was duidelijk gehaast. Ik begon hem de weg te wijzen tot hij zijn hoofd licht draaide en ik zag dat er op en onder zijn rechteroor een klodder scheerschuim zat. Ik wist niet wat te doen. De afstand tussen mij en de man was te groot om er iets van te zeggen. En dan bedoel ik de sociale afstand. Een volwassene op fouten wijzen was onbestaanbaar voor mij en al helemaal niet bij zo’n toch intieme kwestie als scheerschuim, dat hoorde immers in de badkamer thuis. Net zo min als je tegen een leraar kon zeggen dat zijn gulp openstond. Ik maakte mijn uitleg af, de man bedankte me en beende weg.

Ik voelde me laf. Had ik niet toch wat moeten zeggen? Waarom durfde ik dat niet? Misschien was hij wel op weg naar een sollicitatie en werd hij nu vanwege de klodder niet aangenomen. Of werd hij de hele dag stiekem uitgelachen. Het schuldgevoel bekroop me steeds verder. Ik had de man voor ellende kunnen behoeden en ik had het niet gedaan. Als ik hier al te bang voor was, hoe zat dan moeten als het er eens echt op aan zou komen? ‘s Nachts droomde ik van heldendom en overdag sloeg ik al op de vlucht voor een beetje scheerschuim.

Ik schrijf dit op omdat de herinnering plots uit mijn geheugen opsprong toen ik me voor de badkamerspiegel aan het scheren was. Na mijn gezicht afgedroogd te hebben zag ik een likje scheerschuim aan mijn oorlel hangen. Oeps, gauw weghalen. Altijd goed de oren checken. Een lik achtergebleven scheerschuim is toch als een bullebak uit je neus, helemaal als het opdroogt in van die rafelige witte restjes. En daar zag ik de man weer.

Ik denk vaker aan het voorval, vooral als ik me scheer. En eerlijk gezegd snap ik daar niks van. Waarom zouden die dertig seconden die tientallen jaren geleden plaatsvonden zo bewaard zijn gebleven? Inmiddels zijn er 1577000000 andere seconden voorbij gegaan. Vrijwel allemaal zijn ze verdampt behalve deze. Die bleven hangen, als een kloddertje uitgedroogd scheerschuim.

De meeste herinneringen heb je aan dingen die je gedaan of beleefd hebt maar ik vermoed dat dit voorval in de geheugensectie ‘dingen die ik niet deed’ zit, een loodzware archiefkast vol met dossiers over momenten dat ik niet handelde en daar achteraf spijt van had. Of soms al op het moment zelf.

Heb ik weer, als ik denk aan mijn leven, denk ik aan wat ik niet gedaan heb. Wel lekker makkelijk voor mijn memoires, al die lege pagina’s.

PS: Iedere zondagavond verstuur ik In de Week, een zeer persoonlijke nieuwsbrief over wat ik de voorbije week zag, las, meemaakte en dacht. Abonneer je hier gratis.

PPS: Door nieuw beleid bij Google c.s. worden meer nieuwsbrieven geweigerd. Laat ff weten svp als je In de Week niet ontvangen hebt.

One Comment

  • Bravo Francisco

Leave a Comment

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Francisco
  • Francisco
  • Journalist