Lachen om als je er niet meer bent

Als je dood bent, ben je er dan nog? Het is zo’n vraag waar je geen ja of nee op kunt antwoorden. Een vraag die misschien gewoon helemaal niet te beantwoorden valt omdat het universum er gewoon geen boodschap aan heeft. Het is ook het soort vraag die je ziel gemakkelijk meesleurt in een allesverslindend zwart gat waardoor al snel niets meer zin lijkt te hebben. Je geboorte is het begin van je dood, en meer van dergelijke verbale depressiva.
Sophie Calle is een kunstenares die met de existentiële vraag speelt en er een vrolijk feest van maakt. Ze verenigt het onverenigbare. Ze gooit alles open en is tegelijk dol op geheimen. Het geheim is immers iets dat er is en tegelijkertijd onbereikbaar is. Heb je een geheim te pakken dan is het geen geheim meer. Zoals de dood er niet meer is als die je eenmaal heeft gevonden.
Toen Calle door het Musée Picasso in Parijs werd gevraagd een tentoonstelling in te richten met zijn werk verkeerde de wereld in lockdown. Alle kunst was ingepakt. Precies wat ze nodig had. Zo is het werk van Picasso nu ook te zien. Alles is ingepakt, of hangt achter gordijnen. Ze vroeg medewerkers van het museum de werken op basis van hun herinnering te beschrijven. Die teksten zijn op de gordijnen geborduurd. Dus de werken zijn er wel, maar tegelijkertijd niet. Het is alsof ze dood zijn. Calle lost daarmee meteen het probleem op van wat ze als feministe moet doen met de wereldberoemde kunstenaar die van zijn voetstuk is gevallen omdat hij vrouwen beestachtig bleek te behandelen.
Er is natuurlijk meer te zien. Zoals een soort kapel met daarin een foto van haar moeder die ligt opgebaard in haar doodskist. Een briefje op de muur vraagt je vriendelijk geen foto’s te maken. Intiemer kan het amper worden. Intimiteit is een geheim dat je deelt zonder het stuk te maken.
Zien zonder het te zien is ook een onderwerp. Ze vroeg mensen die blind zijn geworden naar het laatste beeld dat ze zich herinneren. Een foto daarvan hangt naast hun portret. Je wordt je bewust van de ongrijpbaarheid van het leven.
Ze heeft de Guernica nagemaakt met kunstwerken die ze zelf bezit, van Arbus tot Koons. Zie de foto hierboven. Ze heeft sowieso een groot deel van haar huis naar het museum getransporteerd en tentoongesteld. Calle is nu 70, ze heeft geen kinderen. Wat is het allemaal nog waard als ze er niet meer is? Op een video is te zien hoe veilingmeesters het bezit taxeren. Dat is wat er overblijft van je na de dood, de waarde die anderen hechten aan je herinnering. Dat klinkt somber maar Calle weet overal een komische draai aan te geven. Het leven als een grote grap.
15 jaar geleden verzorgde Calle een spectaculaire tentoonstelling op de Biënnale van Venetië. Daar schreef ik toen dit over: Zorg goed voor jezelf.
À toi de faire ma mignonne (Nu is het aan jou, mijn schatje) is nog te zien tot 7 januari en daarna nooit meer.
PS: Iedere zondagavond verstuur ik In de Week, een zeer persoonlijke nieuwsbrief over wat ik de voorbije week zag, las, meemaakte en dacht. Abonneer je hier gratis.