Moord in Parijs

Tot een van de vele dingen die ik nog nooit  gedaan had, behoorde het lezen van een misdaadroman van Georges Simenon, de geestelijk vader van oerdetective Maigret. Dus toen ik in de bibliotheek zijn novelle Sept petits croix dans un carnet tegenkwam aarzelde ik geen moment. Ook al omdat het een educatieve uitgave is, compleet met inlegboekje met daarin de vertaling van lastige woorden en uitdrukkingen. Dat bleek ik ook hard nodig te hebben. Want naast het moordmysterie waar het 80 pagina’s tellende verhaal omdraait dook er regelmatig een ander raadsel op: wat staat hier eigenlijk? Via scholieren.com leerde ik dat ik niet de enige was met dat probleem.

Een taal leren is als een berg beklimmen, het is pittig maar het uitzicht wordt wel steeds mooier. Dat gold ook in dit geval. Net als de rechercheurs in het verhaal probeerde ik te achterhalen wat er in hemelsnaam gebeurde. Ineens werd ik zo onderdeel van moordzakenbrigade van de Parijse politie. 

Het is Kerstavond. In de meldkamer op het hoofdbureau werkt André Lecoeur, een eenzame man, als centralist. Aan de muur een kaart van de stad met lampjes die aangeven waar meldingen vandaan komen en agenten zich bevinden. De noodoproepen komen ook binnen via speciale telefoonpalen die overal in de stad staan. Er was in die tijd (1950) natuurlijk geen mobiele telefoon, geen gps, maar met deze systemen komen ze toch al een heel eind.

Dan is er een melding dat er een vrouw is vermoord, het blijkt de schoonmoeder van de centralist om wie het verhaal draait. Vervolgens opent hij vanuit de meldkamer een jacht op de onbekende dader, speurt naar aanwijzingen, dirigeert auto’s naar verdachte situaties. Stel je voor, de ijzige straten van Parijs zijn verlaten, iedereen viert Kerst. En daar zwerft een moordenaar, wellicht op zoek naar een volgend slachtoffer. Er gebeurt iets vreemds de ene na de andere meldpaal van de politie wordt vernield. Wie doet dat en waarom?

Het verhaal deed me enigszins denken aan Den Skyldige, een van de beste films die ik de afgelopen jaren zag, omdat die zich ook helemaal afspeelt in een alarmcentrale van de politie. Het verschil is wel dat de stad Parijs hier een grote rol in het verhaal speelt. In het midden van het boek zit zelfs een plattegrond zodat je na kunt gaan waar wat zich afspeelt, het spoor van de misdaad kunt volgen. Net zoals de centralist een plattegrond van de stad voor zich heeft.

Het hoofdbureau van politie is een enorm gebouw op het Île de la Cité, het eiland in de Seine waar aan de oostzijde de diensten van justitie zijn gevestigd en aan de westzijde de Notre Dame staat. Die verdeling van het eiland, aan de een kant de staat en aan de andere kant religie, is ooit door de Romeinen aangebracht en bestaat dus nog steeds.

Jaren geleden liep ik op een zondagochtend langs die enorme gebouwen van justitie. Buiten op straat waren een paar mannen in witte pakken een auto met versplinterde ruiten aan het bestuderen en fotograferen. Toen ik dichterbij kwam zag ik dat het voertuig doorzeefd was met kogelgaten. Dit was de forensische recherche aan het werk. Het voelde even alsof ik een thriller binnenliep, ze hadden de crime scene gewoon naar het bureau versleept. Het toonde op de een of andere manier het centralistische denken van de Fransen, de politie nam de misdaad gewoon mee naar de eigen burcht. Het is niet alleen het hoofdbureau van de stad maar van het hele land en vanuit Frans perspectief dus de hele wereld.

George Simenon was een veelschrijver die wel drie verhalen per dag schreef, een ‘s ochtends, een ‘s middags en een ‘s avonds, zo wil de legende. Hij verzon een plot, dat meestal draaide om eenzame mannen, een erg geloofwaardig gegeven, en tekende dat uit met goedlopende zinnen. In dit geval van een man die een teruggetrokken bestaan leidt maar op Kerstavond plots geconfronteerd wordt met zijn rafelige familieleven.

Als ik de Franse taal goed zou beheersen las Sept petits croix dans un carnet als een TGV, nu boemelde ik van pagina naar pagina, met de woordenlijst onder handbereik. Dat is bij zo’n thriller extra lastig omdat je immers gedreven wordt door nieuwsgierigheid naar de afloop. De auteur zet een logisch pad uit dat je normaal gesproken in razend tempo aflegt maar voor mij was het als door de moerassige modder rennen. Gelukkig stelde de finish niet teleur.

Ik zocht achteraf de Wikipediapagina op van Simenon en las toen minder prettige zaken. Hij was een Belgische rechtse journalist, schreef voor de Tweede Wereldoorlog antisemitische stukken en zat niet bepaald in het verzet, om het zacht uit te drukken. Dat heeft zijn naoorlogse immense populariteit niet in de weg gestaan. Hij had bijvoorbeeld ook kortstondig een relatie met Josephine Baker, een van Frankrijks grootste verzetsheldinnen. Maar voor het begrijpen van dergelijke complexiteit moet je dan weer andere boeken lezen. 

PS: Iedere zondagavond verstuur ik In de Week, een zeer persoonlijke nieuwsbrief over wat ik de voorbije week zag, las, meemaakte en dacht. Doe net als meer dan duizend andere lezers en abonneer je hier gratis.

Leave a Comment

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.