Gevangenis zonder tralies

Je bent wat je doet. Dat is vrees ik een nogal kort door de bocht samenvatting van wat Jean-Paul Sartre bedoelde toen hij in ‘Het zijn en het niet’ onderzocht of dat wat we doen, bepaalt wie we zijn. Je bent een ober omdat je het werk van een ober doet, en andersom. Dat kun je uitbreiden naar vader, moeder en wat voor rol dan ook. Het is een manier waarop ik ook naar mezelf kijk. Ik ben journalist, luidt mijn kortste biografie. 

Zoals bij zoveel dingen waar ik van overtuigd ben – pindakaas is lekker, wandelen is gezond, zwarte kleding staat goed – heb ik me daar verder niet al te veel in verdiept. Dat is wel zo makkelijk want dan hoef je ook niet van mening te veranderen. 

Maar nu liep ik er toch tegenaan in het beroemde boek van Édouard Louis waarin hij het leven met en van zijn vader beschrijft. Daarin verwijst hij naar de opvatting van Sartre en stelt dat het anders zit, dat wie je bent wordt bepaald door wat je juist niet doet. Omdat de rolpatronen en conventies zo vast liggen dat ze nauwelijks de mogelijkheid bieden daar buiten te treden. Die sociale dwang maakt je niet tot wie je bent maar tot iemand anders. Denk aan de rigide conservatieve opvatting dat er maar twee soorten mensen bestaan: mannen en vrouwen. Die opvatting berooft iedereen van de vrijheid daar anders mee om te gaan. Het is een soort gevangenis. En ben je als gevangene echt jezelf. Nee natuurlijk niet. Je bent degene die je buiten de gevangenis zou kunnen zijn.

Ik las het boek van Louis in het Frans, in het kader van mijn niet aflatende pogingen me die taal eigen te maken. Ik kon het lezen omdat het taalgebruik heel eenvoudig is. Qui a tué mon père – in het Nederlands verschenen als Ze hebben mijn vader vermoord – is een dun boek dat ik met mijn trage tempo toch nog binnen redelijke tijd kon uit lezen. Ik liep nog wel steeds tegen het probleem aan dat ik de tekst alleen letterlijk kan volgen. Ik kan niet tussen de regels of spaties lezen, het onzichtbare gedeelte van de taal dat zoveel meer is dan de betekenis van alleen de woorden.

Dat is jammer en onhandig maar die beperking past wel weer bij het verhaal, dat gaat immers over mensen die niet bij het leven zelf kunnen komen. Ze spreken de taal van het leven zoals ik Frans, zeer beperkt. Tegelijkertijd maakt die beperking het me lastig meer over het boek te zeggen dan het verhaal na te vertellen.

De vader is een vreselijke man, die zuipt, rookt, zijn vrouw en kinderen mishandelt. Als Louis de tekst schrijft is de man er slecht aan toe. Gaandeweg komt hij tot het inzicht dat zijn vader geen monster is maar een product – om niet te zeggen gevangene – van zijn leefomgeving. Hij heeft nooit kunnen ontsnappen om te worden wie hij wilde zijn. Hij heeft niet eens een jeugd gehad, als tiener al moest hij in een fabriek gaan werken. Het is een omgeving waar studeren niet op prijs wordt gesteld. Een macho-wereld waar je vanzelfsprekend een ‘echte vent’ moet zijn. Louis is gay, hij wil dansen, zingen en trekt een jurk aan. Zijn vader is woest. Maar al reflecterend ziet hij dat zijn vader meer op hem lijkt dan hij dacht. Hij ziet een onderdrukte versie van zichzelf.

Louis stelt dat zijn vader eigenlijk een negatief bestaan heeft, gevormd door wat er allemaal niet is, waar het aan ontbreekt. Geen geld, geen opleiding, geen vrijheid, geen vermogen om zijn dromen realiseren. Dat is allemaal veel bepalender voor zijn leven dan wat hij wel heeft.

Toen het boek in 2018 verscheen werd het vooral neergezet als een aanklacht tegen de elite, die zich niet bekommert om mensen uit deze maatschappelijke klasse. President Sarkozy, die nu zelf net even in de cel belandde wegens corruptie, bestempelde hen tot profiteurs. Macron bezuinigde op hun medische zorg om de belastingen voor de rijken te kunnen verlagen. Het is allemaal op het criminele af, dat is wat het woord elite verhult.

Zelf opgegroeid in een bijstandsgezin werd ik regelmatig verrast door herkenning. Dat studeren wordt gewantrouwd – “je moet niet alles geloven wat die leraren vertellen” –  of dat ik als kind boodschappen deed en in de winkel te horen kreeg “dat doe je wel van onze centen”. Daar kwam geen elite aan te pas. Woede was er nooit, wel schaamte. Een gevangenis zonder tralies. 

Édouard Louis komt deze maand naar Nederland voor optredens in Leeuwarden, Utrecht en misschien nog wel elders.

Iedere zondagavond verstuur ik In de WeekAbonneer je hier gratis.

Beeld: Bookbot

Leave a Comment

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Francisco
  • Francisco
  • Journalist