Mannen die met vrouwen praten

Het was oktober maar het voelde als juni. De zon straalde als een ecologisch verantwoorde terrasverwarmer. We zaten in het stadscentrum aan een tafeltje in een straat die officieel nog voor auto’s toegankelijk is maar grotendeels is overgenomen door voetgangers.

We deden ‘mensen kijken’, wat een beetje merkwaardige benaming is. Alsof je anders nooit mensen kijkt. Misschien is dat wel zo, bedenk ik nu. Op straat valt me op dat mensen vaak wegkijken, naar de grond. Vooral vrouwen. Die zijn bang dat een blik voldoende aanleiding geeft om een ongewenste reactie los te maken bij gretige mannen, vermoed ik. Logisch maar triest.

Met de blikken van mannen is dan weer iets anders aan de hand. Die reageren gemakkelijk agressief. Kijk voor je! Wat moet je?

Vanaf het terras geldt dat allemaal niet. Dan is kijken toegestaan. Alsof je op een tribune zit.

“Kijk, dat stel,” zei K en ze wees met haar neus naar een man en een vrouw die met hun hond kwamen aanlopen. Ze vielen op in de massa omdat ze casual maar goed gekleed waren. Ieder onderdeel paste perfect en alle kleuren matchten. “Ik zie hen vaker lopen. Ze zien er altijd uit alsof ze eerst een half uur bezig zijn met het perfectioneren van hun kleding voordat ze naar buiten gaan.”
“Maar dat is toch goed?” reageerde ik. “Jezelf goed kleden getuigt ook van respect voor anderen. Voor hen kleed je je immers. De stad is fijner als iedereen er mooi uitziet.”
“Ja,” erkende K. “Ik bedoel het ook niet afkeurend. Er wordt vaak afgegeven op ijdelheid, maar zo slecht is het niet. Iedereen is ijdel. Toch?”
IJdelheid is een van de zeven hoofdzonden schoot me te binnen maar ik besloot die gedachte te laten glippen. Te ingewikkeld voor dit moment.
“Ja,” beaamde ik.

We hadden afgesproken om alleen commentaar te geven op mensen die we opvallend goed gekleed vonden. Zeggen wat je echt goed vindt is altijd lastiger dan kritiek geven. Bovendien ontaardt het anders al snel in makkelijk afzeiken. Daar word je zelf ook geen leuker mens van.

Er was veel te zien en te bestuderen. We constateerden dat er smaakvol uitzien geen kwestie is van dure merken. Integendeel. Mensen die voor herkenbaar dure kleding kiezen, maken zich er veelal verder makkelijk vanaf. Ze denken dat smaak een kwestie is van de portemonnee. Terwijl dat laatste toch alleen bepalend is voor de kwaliteit.

En zo zagen we een vrouw met een leren outfit en mooi versierde wandelstok wel zes keer voorbij komen. Moslima’s met vrolijk gekleurde hoofddoeken. Studenten in perfect nonchalante casuals.

Soms ging het net mis. Een oudere heer in witte broek met een goed zittend grijs tiroler jasje.
“Maar die bruine chelsea boots… dat kan echt niet. Zo jammer.”
“Gentlemen never wear brown, heb ik altijd geleerd.”
K keek me vragend aan en ik vertelde dat die regel stamt uit London City waar in de bolhoedtijd iedereen zwart droeg. Bruine schoenen waren bedoeld voor het platteland, de vrije tijd, dan zag je de modder niet. “Maar ik denk dat het nu niet meer geldt,” zei ik, voorzichtiger dan vermoedelijk nodig was. Ik heb natuurlijk helemaal geen verstand van mode, in tegenstelling tot K, maar wilde het gesprek niet stuk laten lopen op mijn onkunde. Gelukkig bezit ik het talent om te doen alsof ik ergens verstand van heb.

De man ging aan een tafel zitten met twee andere heren die ook al apart gekleed waren. Informele maar ontegenzeggelijk nette kleding. Ze leken alledrie werkzaam in dezelfde branche, met een uniforme stijl. Maar welke branche? Makelaars? Nee, daarvoor was de look te vrijetijds. Advocaten idem. “Ik denk dat ze in pleziervaartuigen handelen,” concludeerde ik. Niet dat ik ooit zo iemand had ontmoet maar het is zo specifiek dat het overtuigend klinkt.
K knikte.

“Jij hebt alleen maar vriendinnen hè?” merkte ze plots op. “Ik bedoel, ik ken behalve mijn vriend geen man met wie ik zo kan praten. Ja, ik ken er wel maar die zijn hartstikke gay.”
“Ik heb wel een paar vrienden maar ik vind vrouwen meestal aangenamer gezelschap. Mannen zijn nogal beperkt in hun interesses en altijd nogal dwingend met elkaar bezig. Daar hou ik niet zo van.”

Ik wilde er verder niet op ingaan. Dit was niet het moment voor zware onderwerpen en lange uiteenzettingen maar toevallig stond er in NRC even later een rake column van Josette Daemen over mannen die hun omgang veelal beperken tot andere mannen. Zo lezen mannen vaak alleen maar boeken van mannen, kijken alleen maar sport van mannen, luisteren muziek van mannen, enzovoort.

Ze schrijft:

In 1983 stelde de Amerikaanse filosoof Marilyn Frye dat heteromannen eigenlijk alleen heteroseksueel zijn in de zin dat ze seks hebben met vrouwen. Maar „alles of bijna alles wat te maken heeft met liefde, reserveren [ze] uitsluitend voor andere mannen. De mensen die ze bewonderen, respecteren, adoreren, hoogachten, vereren, die ze imiteren en tot idool maken, en met wie ze diepe verbintenissen aangaan… wier respect, bewondering, erkenning, eerbied, achting en liefde ze verlangen – dat zijn, in overweldigende mate, andere mannen.” De cultuur van heteromannen, zo constateerde Frye, is in feite „homo-erotisch: it is man-loving”.

Zo had ik het nog nooit gezien. En het bracht me er toe dit allemaal op te schrijven.

Wat Daemen beschrijft is de dominante cultuur die je als jongen al krijgt opgedrongen. Als je er van afwijkt krijg je te horen ‘je bent toch geen meisje!’ Later verandert dat in ‘wijf’. Ik heb die er in geramde mannenvoorkeur echt af moeten leren. Bijvoorbeeld door me voor te nemen om en om boeken te lezen van mannen en vrouwen. Hou dat een tijd vol en je doorbreekt het ingesleten patroon. En door ‘vrouwenboeken’ te lezen. Wat natuurlijk een bizarre term is.

Ik ken wel mannen met wie ik net zo kan praten als met K. maar dat zijn altijd mannen die ook graag met vrouwen omgaan.

Wat in de observatie overigens onvermeld blijft is dat het voor mannen lang taboe was om met vrouwen om te gaan als ze eenmaal een partner hadden. En voor velen geldt dat nog steeds. Het zou me niet verbazen als dat taboe ooit is ingesteld door vrouwen. Ik kan me nog herinneren dat lang – maar niet heel lang – geleden partners van mannelijke politieagenten protesteerden tegen gemengde duo’s in nachtdiensten. Ze waren bang dat er dan buitenechtelijke relaties zouden ontstaan. Mannen houden niet alleen van mannen, ze mogen ook niet van vrouwen houden.

“Wat ik dus echt niet vind kunnen is broeken met wijde pijpen die te kort zijn,” merkte K vastberaden op.
Ik fronste mijn wenkbrauwen. “Ik heb ook zulke broeken.”
“Echt?” reageerde ze geschrokken.
“Ja, ik weet ook niet wat er mis mee is maar ik kan je wat foto’s sturen. Dan kun jij beoordelen of ze kunnen.”
“Doe maar,” zei K.
Ik nam een slok alcoholvrij bier, keek naar de voorbijgangers en vroeg me af of ik nu niet te ver ging.

PS: Iedere zondagavond verstuur ik In de Week, een zeer persoonlijke nieuwsbrief over wat ik de voorbije week zag, las, meemaakte en dacht. Abonneer je hier gratis.

4 Comments

  • Mannen die met vrouwen praten.

    Heel leuk thema , ontzettend herkenbaar.

    Niet heel erg interessant en toch weer wel
    want gevoeligheden ragfijn, flinterdun ,
    komt dicht op de huid ….!
    Man/vrouw verhouding #opvoeding ,
    ingesleten vooroordelen, mode wel of niet bewust , tikkeltje ijdelheid ….

  • Dat viel me al een hele tijd op, dat jij dingen bijna alleen beleeft met vriendinnen. Mijn oudste vriend is net zo, en om dezelfde redenen. Zelf heb ik weer meer mannelijke vrienden. En ja, wanneer er een relatie bijkomt, dan kan dat wel eens problemen geven.

  • Ik zag je zitten toen ik voorbij liep

Leave a Comment

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Francisco
  • Francisco
  • Journalist