Londen in 22 uur, uit en thuis

Het gebeurde in een opwelling, zoals overigens het meeste in mijn leven. Een kunstminnende vriendin dm’de me op 18 april plagerig een clip van artfluencer Cathelijne Blok die de opening van de nieuwste tentoonstelling in Tate Modern – Hilma af Klint & Piet Mondrian: Forms of Life – opluisterde met haar aanwezigheid. “Je was er net te vroeg :-)” tikte ze, doelend op mijn bezoek aan de Britse hoofdstad een paar weken eerder, waar ik haar net zo lang in geuren en kleuren over verteld had tot ik zeker wist dat ze jaloers was.
Vraag me niet waarom maar deze hint kon ik natuurlijk niet op me laten zitten. Ik checkte mijn agenda, de goedkoopste treintickets, vliegtickets. Helaas, het was allemaal problematisch. Te duur, te onhandig, te onmogelijk. Toch nog even bij de Eurotunnel kijken. Sinds de Brexit zijn zowel de prijzen als de wachtrijen daar fors opgelopen maar ik had zowaar geluk. Op 13 mei nog wel. De enige dag die ook in mijn agenda leeg was. 60 euro voor een retourticket.
Ik boekte. 08:50 heen – 21:50 terug. Dat klinkt als goed te doen maar het betekent ‘s ochtends om 4:40 uur wegrijden uit Rotterdam omdat je in het 300 kilometer verderop gelegen Calais minstens een uur van tevoren moet inchecken. Het houdt ook in dat ik pas ‘s nachts om 3:00 uur weer thuis zou zijn. 23 uur onafgebroken in touw en de volgende dag gewoon moeten werken. Maar goed, als het kan, dan kan het. En het kan.
Zo’n trip vereist een militaire voorbereiding. Hoe laat weg, bij welk metrostation de auto parkeren. Londen heeft een Ultra Low Emission Zone en ik belandde daardoor in de hel van Britse overheidssites. Mijn auto voldoet weliswaar aan de milieueisen maar dan nog moet je minstens 10 dagen tevoren je kenteken registreren. Dat wist ik niet en nu was het te laat. Overal staan camera’s en een overtreding kan oplopen tot 2000 pond. Mijn humeur daalde tot een dieptepunt en mijn stressniveau tot onprettige hoogte. Toen ik uitgevogeld had dat ik makkelijk buiten de zone kon blijven, keerde het geluksgevoel terug.
Natuurlijk ging het niet alleen om een bezoek aan Hilma af Klint & Piet Mondrian: Forms of Life in Tate Modern. Er was ook nog Making Sense van Ai Weiwei te zien in het Design Museum. En Saint Francis of Assisi in de National Gallery. Stuk voor stuk vijfsterrenexposities. Allemaal te bezoeken met tickets die gebonden zijn aan timeslots, ook dat vergde planning. Hoe waarheen en op welke tijd? De drie musea liggen nogal uit elkaar en Londen is groot, je zit zo een half uur in de metro. Om geen tijd en geld te verliezen moest er ook voldoende proviand mee van huis. Lekker op z’n Nederlands reizen, met meegebrachte consumpties.
De voorbereiding betaalde zich terug op de dag zelf. Geen stress, geen twijfel, geen gezoek. De tocht door de tunnel verliep probleemloos, er was zelfs nog plaats op een trein vroeger. Iedere tijdwinst is meegenomen. De controle voor de douane verliep vlotjes, met alleen een snelle controle op drugs en explosieven. Beide had ik niet bij me.
De route naar Londen kent op zaterdagochtend geen files, daardoor is deze reis goed te doen. Vanaf de stadsgrens voert de weg door de verschillende woonwijken, die stuk voor stuk dorpen lijken, alleen al door het gebrek aan hoogbouw. De types huizen veranderen steeds maar de voortuinen zijn meestaal veranderd in privé-parkeerplaatsen. De BoerBetonBeweging is hier ook populair. Parkeren bij Clapham South en met de underground ben je in een kwartier in de buurt van Tate Modern.
Onderweg had ik geluisterd naar een podcast van The Art Newspaper over de tentoonstelling in Tate Modern. Dat was als luisterervaring niet heel prettig maar wel informatief. Hoe Piet Mondriaan, vooral in de Verenigde Staten, altijd wordt gepresenteerd als icoon van het modernisme terwijl hij zichzelf helemaal niet zo zag. Je zou het niet denken als je zijn beroemde strakke vlakverdelingen ziet maar hij was erg geïnteresseerd in het spirituele. Dat geldt ook voor zijn tijdgenoot Hilma af Klint, een Zweedse schilderes die recent is herontdekt. In haar testament bepaalde ze dat haar kunst na haar overlijden 20 jaar lang niet getoond mocht worden. Ze overleed in 1944, net als Mondriaan. Dat lijkt op het eerste gezicht het enige dat de twee gemeen hebben maar de tentoonstelling wil dat veranderen. Beide kunstenaars waren zeer geïnteresseerd in theosofie, een begin vorige eeuw populaire mystieke stroming.
Hilma af Klint & Piet Mondrian: Forms of Life toont de werken naast elkaar maar het zijn vooral de attributen die wijzen op overeenkomsten. Er is bijvoorbeeld de horoscoop te zien die Mondriaan van zichzelf liet trekken. Ik ben zelf niet van de astrologie. Ik zie het meer als een poging om de onzekerheden die de wetenschap laat bestaan in te vullen. Dat gaat niet alleen om het mystieke. Astrologie richt zich erg op hoe verschillende karakters van mensen zich tot elkaar verhouden, wie prettig omgaat met wie. De wetenschap heeft daar minder oog voor. Dat geldt ook voor andere zaken. In de tentoonstelling speelt de Ether een grote rol, dat was het idee van een magisch element dat van grote invloed is op al het leven. Inmiddels weten we dat het onzin is maar indertijd werd het een inspirerend concept gevonden.
Ik kon er eerlijk gezegd van de werken van Af Klint geen chocola maken. Ze kwamen nogal pretentieus op me over, zonder die belofte in te lossen. Van Mondriaan zag ik voor het eerst dat zijn lijnen afkomstig zijn uit de natuur, van het bestuderen van boomtakken en planten. In een ruimte hingen de bloementekeningen van beide kunstenaars tegenover elkaar. Het werk van Af Klint leek zo uit een flora te komen. Technisch vaardig gemaakt maar weinig mededeelzaam. Mondriaan daarentegen legde de vergankelijkheid van bloemen vast. Het moment tussen bloei en verwelken. Dat heeft ontzettend veel zeggingskracht. Verwelking is ons aller lot. Wij zijn speeltjes van de natuur die altijd hetzelfde spelletje speelt.
De natuur is ook het thema van de tweede tentoonstelling van die dag: Saint Francis of Assisi. Ik ben naar hem vernoemd. Mijn moeder was dol op hem, de enige heilige die ook buiten de katholieke kerk wordt erkend. Zijn levensloop is dan ook een aansprekend verhaal. Een telg uit een rijke familie wordt militair en besluit na de verschrikkingen van een oorlog het roer radicaal om te gooien. Hij doet afstand van al zijn bezittingen, gaat prediken, bouwt een nauwe band op met de natuur door in gesprek te gaan met de dieren en is zo devoot dat hem de stigmata worden toegekend. Dat wil zeggen dat hij dezelfde wonden krijgt als Christus aan het kruis: gaten in zijn handen en voeten en een wond in zijn borstkas. Het levert hem de bijnaam ‘de tweede Christus’ op.
In de gratis te bezoeken tentoonstelling in de National Gallery zijn allerlei kunstwerken over hem te zien, waaronder een document met zijn handtekening. Natuurlijk veel schilderijen met dieren, zoals taferelen waarin hij ‘broeder wolf’ toespreekt. Een wolf jaagt de inwoners van de stad Gubbio schrik aan omdat hij schapen verscheurt en ook wel wat burgers. Nadat Franciscus hem toespreekt houdt hij daarmee op. Het doet denken aan hoe de wolf nu weer veel angst aanjaagt. Het is wellicht tijd voor een nieuwe Franciscus: een antikapitalistische ecologische dierenvriend. Genoeg om je door hem te laten inspireren.
In het Design Museum was het erg druk, ook al omdat de tentoonstelling Making Sense van Ai Weiwei, de grootste nu levende kunstenaar, in een enkele ruimte te zien is. Hij weet als geen ander te confronteren, door de wreedheid en onrechtvaardigheid in zijn kunst te tonen zonder dat het je ingewreven wordt. Aan de muur een indrukwekkende draak. Als je dichterbij komt zie je dat die geheel is vervaardigd uit de reddingsvesten van bootvluchtelingen. Een reproductie in legostenen van Monet’s Waterlelies met als toevoeging de deur van een gevangenkamp waar de kunstenaar als kind met zijn vader in opgesloten zat. Er staat een meer duizend jaar oude vaas waar hij het Coca-Cola logo op geschilderd heeft. Dat lijkt vandalisme maar geeft precies weer wat Coca-Cola doet, de multinational die om winst te maken verwoesting niet schuwt.
Het meest werd ik getroffen door een prehistorische bijl waar Ai Weiwei een iPhone uit gezaagd heeft. Is het een ode aan het menselijk vermogen gereedschap te maken? Die bijl is na vijfduizend jaar nog steeds bruikbaar, de iPhone, dat hoge standje van techniek, werkt al na een paar jaar niet meer. Er is nog een verschil. Die bijl kun je in je eentje gebruiken om te overleven in de wildernis. Al zou je de laatste persoon op Aarde zijn. Aan een iPhone heb je niks als er geen andere mensen zijn.

Dat sluit aan bij wat ik vorige week schreef: de techniek verbindt ons en maakt ons tegelijkertijd eenzaam. Wie eenzaam is, vlucht al snel in het spirituele. En zo was de cirkel rond van dit dagje Londen rond. De natuur, de anderen en het spirituele bleken de drie totaal verschillende tentoonstellingen te verbinden.
Op de terugweg was de Eurotunnel zo vriendelijk de overtocht opnieuw te vervroegen. Daardoor lag ik om 02:00 uur al in bed. De 22 uur voelden als een week vakantie en een maand werk, maar wel een avontuur.
Hilma af Klint & Piet Mondriaan is vanaf begin oktober te zien in het Kunstmuseum Den Haag. Van Ai Weiwei is vanaf eind september de grote tentoonstelling In Search of Humanity te bekijken in de Kunsthal te Rotterdam.
PS: Abonneer je nu hier op mijn gratis nieuwsbrief In de Week. Gewoon doen.