De wedergeboorte van Parijs

Zonder dat het een vooropgezet plan was, las ik de afgelopen maanden drie boeken over Parijs. En dan reken ik romans als Luister van Sacha Bronwasser niet eens mee, terwijl die ook veel vertellen over de ondoorgrondelijke stad die steeds met je flirt. Want dat is wat Parijs met je doet, je verleiden. Zonder dat je er achterkomt of wilt weten wat precies het doel daarvan is, net als bij een echte flirt.
In Parijs Nu, dat ik deze week las, beschrijft Simon Kuper hoe een Parijzenaar hem duidelijk maakte dat flirten tot het standaardrepertoire van de sociale omgang behoort. “In Parijs, legde hij uit, flirtte je altijd, of je nu iemand leuk vond of niet. Het flirten betekende niets. Pas als je een vrouw langere tijd kende, kwam je erachter of ze je echt leuk vond.”
Dat flirten gebeurt overal en de nieuwe sociale huiver die #metoo heeft losgemaakt, verandert dat vooralsnog niet, volgens Kuper. Wellicht omdat het verbonden is met een ander belangrijk levensgevoel, dat van de vrijheid. “In Parijs wordt meestal van je verwacht dat je je in het sociale leven presenteert als individu, in plaats van in je rol als partner of ouder. Praat niet altijd over ‘wij’, ga niet te lang door over de school van je kinderen en neem niet altijd je echtgenoot of echtgenote mee als je met mensen hebt afgesproken, ook niet als het aantrekkelijke leden van je favoriete geslacht zijn.“
De stad flirt dus zelf ook, dat wilde ik zeggen. Niet voor niets is de Eiffeltoren het grootste goed van de stad. Die staat daar met geen andere functie dan mooi te zijn en indruk te maken. En slaagt daar enorm goed in. Ik ken geen ander gietijzeren object dat uit zichzelf zoveel opwindende warmte afgeeft.
Simon Kuper is een bijzondere kerel. Geboren in Oeganda uit Zuid-Afrikaanse ouders, opgegroeid in Leiden, vertrokken naar Engeland, journalist geworden en toen een appartement in Parijs betrokken omdat Londen te duur werd en de steden dankzij de tgv bijna op forenzenafstand liggen (2 uur en 17 minuten). Aanvankelijk tijdelijk maar de stad liet hem niet los. Hij woont er inmiddels met zijn gezin en is na de Brexit zelfs Fransman geworden.
Hij heeft dus ervaring als migrant. Dat is handig want Parijs is een stad van migranten. Al sinds mensenheugenis. “Bijna elke zogenaamde Parijzenaar is een migrant en komt uit het buitenland, uit de Franse provincies of uit de banlieues. De voormalige premier Manuel Valls bijvoorbeeld en de Parijse burgemeester Anne Hidalgo (geboren als Ana Hidalgo in San Fernando, Spanje) zijn allebei opgegroeid in Spaanstalige immigrantengezinnen. Sacha Guitry, de acteur die in Sint-Petersburg werd geboren uit Franse ouders, zei het het best : Être parisien, ce n’est pas être né à Paris, c’est y renaître’ (‘Parijzenaar zijn is niet geboren worden in Parijs, maar er herboren worden’).”
Je begrijpt, Kuper heeft een kosmopolitische levenshouding en zo schrijft hij ook over de stad. Met prettige verbazing en warme interesse. Dat komt goed uit want het boek is natuurlijk bedoeld voor lezers die van Parijs houden of bereid zijn dat te gaan doen. Hij schrijft zeer meeslepend, ik las het boek in één ruk uit en droomde er daarna van er ook naar te verhuizen.
Veel boeken gaan over de rijke geschiedenis van de stad maar Parijs Nu richt zich meer op hoe de stad zich de laatste jaren ontwikkeld heeft en hoe het is om er nu te wonen. Kuper kan daarbij goed vergelijken met Londen. Die stad is deze eeuw opgegeten door de internationale miljardairs en voor gewone mensen onbetaalbaar geworden. Die gulzigaards richten zich ook op Parijs maar het effect is minder omdat de Franse staat zich veel beschermender opstelt. Zo is een kwart van de woningen binnen de ring sociale huur, een verdubbeling ten opzichte van 25 jaar geleden.
Die ring, beter bekend als de Périphérique, is een verhaal apart. Het is een beruchte autoweg maar ook een middel om de arbeiders- en boerenbevolking buiten de stad te houden. Zoals je dat in de VS wel ziet om zwarte wijken buiten de stad te sluiten. Buiten de ring liggen de banlieues. Dankzij Kuper weet ik nu wat die term betekent: lieue is plek en ban is verbanning. De plek waar je naar verbannen bent.
Over de banlieues doen – mede door uiterst rechtse politici en de hen volgende media – de wildste verhalen de ronde. Kuper is niet zo negatief. Veel van die verhalen kloppen niet en zijn zwaar overdreven. Wat niet wil zeggen dat er geen ernstige problemen zijn. Onder meer de Olympische Spelen worden gebruikt om daar verandering te brengen. Een groot deel van de wedstrijden vindt plaats in Saint-Denis, de banlieue waar ook het Stade de France in ligt. Onder de 113.000 inwoners zijn 15.000 gratis kaartjes verdeeld om hen in staat te stellen de Spelen bij te wonen. Het Olympisch dorp is zo gebouwd dat het daarna als sociale woningen kan fungeren.
De belangrijkste verandering zal echter geleverd worden via een andere strijd die in Parijs gevoerd wordt, die tegen de oppermacht van de auto. In de vorige eeuw was de lucht zo vervuild dat er drastisch ingegrepen moest worden met maatregelen als dat op oneven dagen alleen auto’s met oneven nummerborden op de weg mochten. Daarna is begonnen met het terugdringen van de auto, ook omdat dat vervoermiddel veel te veel ruimte in beslag neemt.
Niemand hield het voor mogelijk maar de overheid is er in geslaagd Parijzenaars aan het fietsen te krijgen. De Périphérique is de volgende barrière. Als die versmald kan worden en onder de grond gestopt dan vervalt de scheiding tussen Parijs en de banlieues. “En dat is wat de autoriteiten nu aan het doen zijn. Ze zijn vrij stilletjes een gigantisch plan aan het uitrollen onder de naam Grand Paris. Het doel is: Parijs en de voorsteden eindelijk verenigen tot één geslaagde stad. (…) Grand Paris is, eenvoudig gezegd, een plan om de stad en de banlieues aan elkaar te breien door 68 nieuwe, voorstedelijke metrostations te bouwen. Het is het allergrootste van de Franse grands projets, en Europa’s omvangrijkste initiatief op het gebied van infrastructuur. Frankrijk is misschien wel het enige land in de westerse wereld dat zoiets enorms van de grond kan krijgen, want vooral in de VS en het VK kost de aanleg van infrastructuur veel meer tijd en geld.”
Parijs wordt zo de grootste stad van Europa met een ov-systeem waar geen andere stad aan kan tippen.
De Olympische Spelen hebben het imago van de stad een enorme oppepper gegeven. Ook voor de inwoners. De stemming is in korte tijd 180 graden gedraaid. Eerst moesten de inwoners niets van de Spelen hebben maar na de spectaculaire opening was het elke dag feest en konden ze er geen genoeg van krijgen. Na het lezen van Kuper bekruipt me het gevoel dat die omslag wel eens veel verder kan gaan reiken dan alleen de Spelen. Parijs, de stad waar mensen opnieuw geboren worden, is nu zelf herboren.
Het boek gaat over heel veel aspecten van de stad, van de horeca tot kinderspeeltuinen, van de politiek tot burenruzies en staat vol anekdotes. Deze bijvoorbeeld over La Rotonde, de brasserie waar president Macron nog steeds vaak komt en die daarom zelfs wel eens door de gele hesjes in brand is gestoken:
“Een brasserie met spiegels aan het plafond en een politiek verleden dat terugging tot Lenin en Trotski, die er beiden weleens kwamen vóór de Russische Revolutie, en er misschien de vaste klanten Pablo Picasso en Amedeo Modigliani zijn tegengekomen. De berooide Italiaans-joodse alcoholist en drugsverslaafde Modigliani betaalde vaak voor zijn drankjes met schilderijen. Toen hij in 1920 op jonge leeftijd stierf, ging de uit de Auvergne afkomstige Victor Libion, die de brasserie was gestart, ervan uit dat zijn slechtste klant na zijn dood nog obscuurder zou worden dan hij bij leven al was. Libion liet een keukenhulp de schilderijen uit de kelder halen, en verbrandde ze toen op de stoep. Tegenwoordig hangen kopieën van Modigliani’s onbetaalbare werken boven het eeuwige rode pluche en de gouden lampen van La Rotonde.”
La Rotonde zal door dit boek voor mij nooit meer hetzelfde zijn. En Parijs evenmin.
Parijs Nu, wereldstad in verandering door Simon Kuper. 256 pp. Uitgeverij Nieuw Amsterdam
PS: Iedere zondagavond verstuur ik In de Week, een zeer persoonlijke nieuwsbrief over wat ik de voorbije week zag, las, meemaakte en dacht. Abonneer je hier gratis.
Beste Francisco,
Ik ga het boek lezen, enthousiasmerend betoog. Dank hiervoor.
Groet Herman
Beste Francisco,
Bedankt, ik ga het lezen, een mooi enthousiasmerend betoog.
Groet Herman
Dit boek staat ook op mijn lijstje. Ben zeer curieux!
Mooi. Hoop dat het bevalt