Boze, bange mannen

Met oude films is het als met oude boeken, waarom zou je daar je tijd aan besteden? En dan heb ik het niet over de klassiekers maar over de titels die komen en gaan. Die weinig tot niets losmaken, die niet blijven hangen.
Er is momenteel sprake van een hang naar oud. In de mode is dankzij Gen Z vintage kleding nu populairder dan ooit. In de straten duiken er steeds meer winkels van op, de grootste kledingshop op LowLands verkocht alleen tweedehands.
Bij boeken zie je ook de waardering voor oud en gebruikt. De kastjes met gratis gelezen boeken, de antiquariaten, de tips van boekverslinders op social media die mooie vondsten hebben gedaan.
Het is misschien meer dan een verheerlijking van hergebruik. Gen Z ontbreekt het aan een glorieus toekomstbeeld. Ze willen misschien niet terug naar vroeger maar wel de tijd stopzetten. Want beter gaat het voorlopig niet worden.
Deze lange inleiding heb ik nodig omdat ik maandagavond op Netflix, dat ook een soort antiquariaat van vergeten films is, stuitte op een ruim 20 jaar oude film: Feux Rouges (rode stoplichten). Een road movie annex thriller gemaakt door Cedric Kahn. Hij regisseerde een paar jaar eerder in 2001 de thriller Roberto Succo, gebaseerd op het ware verhaal van een seriemoordenaar. Die film had indertijd een goede indruk op me gemaakt, wist ik nog. Dus play.
De openingsbeelden van Feux Rouges zijn geweldig, een soort drone camerawerk avant la lettre. Een zeer strakke stedelijke omgeving waarin alles geordend is en de mensen als mieren fungeren. Het is volop zomer. Het moet Parijs zijn maar ik weet niet waar.
Dan verschijnt de hoofdpersoon in beeld. Antoine, een verzekeringsagent waarvan je meteen al ziet dat hij een werkmier is, de gevangene van een saai bestaan. Hij sluit zijn kantoorwerk af. De vakantie begint. Zijn vrouw zal hij ontmoeten in een brasserie. Terwijl hij op haar wacht, klinken via het tv-scherm waarschuwingen voor zwarte zaterdag, die zoals ieder jaar drukker is dan ooit. De nieuwslezer somt wat gruwelijke dodelijke ongelukken op. Iedereen trekt naar het hemelse zuiden maar de weg daarheen is de hel. Dat is wat Antoine ook te wachten staat. Buiten hangt op een billboard een affiche die sterk doet denken aan de filmposter van Robert Succo, zag ik in een flits.
Hij bestelt een biertje. Dat drinkt hij net iets te snel op. En dan de volgende. De titel Feux Rouges is figuurlijk bedoeld, weet je dan. Red flags, heet dat nu. Zijn vrouw is te laat. Ze komt aanlopen en je ziet meteen dat er iets mis zal gaan. Ze straalt succes en verleiding uit. Antoine is daarentegen een en al mislukking en afstotelijkheid.
Het is het einde van de middag. Ze hebben een rit van 600 kilometer voor de boeg naar Bordeaux. Op het nieuws komt een flits voorbij over een levensgevaarlijke crimineel die ontsnapt is. Overal worden wegversperringen opgericht om hem op te sporen. Nog meer vertragingen.
Even later zit je bij hen in de auto. Dat is waar de rest van de film zich grotendeels afspeelt. Het is alsof je zelf op vakantie bent. Compleet met de koppelruzies die bij zo’n rit horen. Zij leest kaart, hij denkt de weg uit z’n hoofd te weten en neemt een andere route. De avond valt. De weg wordt door de duisternis een tunnel, net als het leven van Antoine.
Het actuele debat van nu gaat vaak over mannen die zich bedreigd voelen door feminisme en diversiteit. Ze vluchten naar vleesrestaurants, naar auto’s met veel te luide uitlaten, naar conservatieve zelfhulphandelaren als Jordan Peterson, naar populisten. Antoine is ook zo’n man die zich weggedrukt voelt, maar dan 20 jaar eerder. Hij wil ontsnappen maar in een tunnel is dat lastig. Dan kun je alleen maar hopen dat het einde snel komt. Het maakt hem nog hulpelozer. En hij heeft al zo’n laag zelfbeeld. Hij is daarbij vervuld van zelfmedelijden en heeft het alleen maar over zichzelf. Heel de tijd.
Je snapt wel dat de rit helemaal mis gaat. Het wordt steeds erger en het raadsel over wat er werkelijk aan de hand is, neemt almaar toe. Maar daar ga ik verder niks over zeggen. De film voelt ook echt als een vakantierit, dus nu is het een goed moment om te kijken.
Toen de aftiteling begon vroeg ik me af of ik een mannenfilm gezien had die helemaal niet zo bedoeld was. Die, zoals bijvoorbeeld ook de semi-klassieker Falling Down (1993) met Michael Douglas, het verhaal vertelt van een sul die het niet meer trekt maar wat met terugwerkende kracht een voorbode blijkt te zijn geweest van wat ons te wachten stond. De opkomst van wraakzuchtige incels, de conservatieve drammers, de rancuneuze bully’s en de gewoon in stilte worstelende klunzen. De hele mikmak van ‘bezorgde burgers’ die eisen dat de wereld om hen draait. Ze waren er altijd al.
Daarom is het goed om oude films te bekijken en oude boeken te lezen. Het maakt de wereld minder hijgerig.
Feux Rouges is momenteel te zien op Netflix.
PS: Iedere zondagavond verstuur ik In de Week, een zeer persoonlijke nieuwsbrief over wat ik de voorbije week zag, las, meemaakte en dacht. Abonneer je hier gratis.