De onbekende wereld voor je deur

Misschien ligt het aan mij maar het lijkt alsof er steeds meer boeken worden geschreven over de parallelle werelden die bestaan naast die van ons, de lezers. Het handzame ‘steeds meer’, waarmee je altijd van alles kunt beweren, wil in dit geval zeggen dat ik twee van zulke boeken ken. Oroppa, het bekroonde boek van Safae el Khannoussi over een wereld van migranten op drift waar ik helaas niet doorheen kwam, beschrijft zo’n universum dat zich onzichtbaar voor je ogen bevindt maar de gewaarwording bekroop me ook in Overgave op Commando, dat ik deze week in een dag uitlas. 

Het laatste boek, geschreven door Nadia de Vries, gaat over het precariaat, de laag van de samenleving die in permanente bestaansonzekerheid verkeert. De Vries schetst die wereld met al net zo’n aparte schrijfstijl als El Khannoussi. Regelmatig moest ik de betekenis van mij onbekende woorden – ‘lykantroop’ – opzoeken en ik dacht mede daardoor tot zeker op een kwart in het verhaal dat De Vries een Vlaamse schrijfster is en de roman zich in België afspeelt. Ik kreeg die setting nadien niet meer helemaal weggepoetst. 

Het boek zette me wel vaker op het verkeerde been, zoals je al gauw hebt als je in onbekende werelden terecht komt. Zo heb ik de hoofdpersoon heel de tijd als vrouw gezien maar nu ik dit opschrijf begin ik ineens te twijfelen of dat wel klopt. Het verhaal is zo geschreven dat het niet duidelijk wordt. Of liever gezegd dat het niet duidelijk hoeft te zijn. De hoofdpersoon heet Schelvis. Dat kan van alles zijn. 

Schelvis groeit op in een liefdeloze omgeving, een dorp aan zee naast de zware industrie, en is van kinds af aan op zichzelf aangewezen. Voor anderen lijkt Schelvis niet meer dan een object waar je mee kunt doen wat je wilt. Dat gebeurt dan ook. Schelvis loopt weg van huis, naar de stad. Zonder geld of inkomen.

Kwetsbaarheid roept in een gewone wereld al snel empathie op maar in het universum waar Schelvis moet zien te overleven bestaat dat niet. Daar lokt kwetsbaarheid eerder geweld en sadisme uit. Tekenend is dat Schelvis werk vindt in een paardenslachterij. Paarden, worden die geslacht? Nou, niet allemaal.

“De slagerij specialiseerde zich in paarden die waren afgekeurd voor de sport, en die alleen in de vorm van kroket of worst nog enige waarde hadden. De paarden waarmee de eigenaar een emotionele band had, werden naar een crematorium gebracht. Zij die vanaf dag één als een product met een hartslag werden beschouwd, eindigden in de slagerij.”

Net als dieren zijn sommige mensen minder gelijk dan anderen. Er zijn mensen die we meteen helpen en anderen die we negeren. Zie de zwervers op straat, personen waarvan iedereen weet dat ze het moeilijk hebben maar toch wordt er geen hand naar hen uit gestoken. Het zijn drenkelingen in een zee van stenen.

Ik moest al lezende denken aan wat me laatst overkwam toen ik in de stad liep door een drukke winkelstraat. Een jongen die er nogal alternatief uitzag, met tatoeages en op zijn hoofd wat metalen sieraden, rende me tegemoet. Het was een vreemd gezicht omdat mensen die zich alternatief uitdossen meestal nonchalant slenteren. Haast verdraagt zich slecht met alternatief zijn. Misschien moet hij een tram halen, dacht ik.

Op dat moment stoof er achter me langs een fatbike de stoep op. De rennende jongen kon hem amper ontwijken. De fatbiker die moest afremmen, zwaaide met zijn arm als teken van misbaar. Hij draaide zijn hoofd om en keek de rennende jongen verongelijkt na. “Je rijdt wel op de stoep,” zei ik achteloos tegen hem in het voorbijgaan. Het was alsof ik tegen een flesje nitroglycerine schopte. Hij ontplofte. Zijn ogen schoten vol vuur. Zijn mond opende zich en ik zag zijn slechte gebit, als van een grommende hond. Hij begon te schreeuwen. De agressie gutste eruit, samen met zijn schuimende speeksel. De ene verwensing na de andere doodsbedreiging.

Daar ga ik niet op reageren, dacht ik en liep kalm verder. Hij bleef doorschreeuwen. Natuurlijk ging het in een eerste reactie door me heen dat ik me nu toch echt moet opgeven voor een cursus kickboksen. In mijn meteen op hol geslagen fantasie zag ik hoe ik hem met duidelijk masculien overwicht tot bedaren wist te brengen waarna hij met een voorzichtig ‘sorry’ afdroop. De gedachten waren een reflex om mijn geschonden zelfbeeld te redden, ik had me immers ongestraft laten uitschelden. Je hoort er niet zoveel over maar bij mannen is het zelfbeeld van onoverwinnelijkheid misschien wel net zo’n probleem als het schoonheidsideaal bij vrouwen. Beide worden opgedrongen en leiden tot ongezond gedrag.

Toen de eerste gedachten uitgeraasd waren, dacht ik er wat rustiger over na. De golf van woede die uit de fatbiker spuwde was het toonbeeld van een ongelukkig leven, van iemand die permanent onder stress leeft. Iemand die niet in staat is om te gaan met de geringste ontregeling, die agressie als enige uitweg heeft. Mijn verontwaardiging zakte weg en ik kreeg medelijden. Het was een gedachtewending die me verraste. Aan dat zich ontvouwende besef deed het boek me denken, omdat het iets soortgelijks oproept. Het is zo gruwelijk dat je er zachter van wordt.

Nu vraag je je natuurlijk af: maar wat is dan het verhaal van het boek? Ik moet bekennen dat ik het niet na kan vertellen, zelfs niet in grote lijnen. Een beetje zoals je dat nu met de wereld hebt. Hoeveel je er ook over leest, het lukt toch niet om te beschrijven hoe die precies is of hoe we er beland zijn. Maar al lezende werd ik wel bekropen door het besef dat ik slechts zelden zo’n compromisloze schets van onze huidige samenleving heb gelezen. Een Dickens van de 21e eeuw.

Overgave op Commando is ook beschikbaar in Kobo Plus.

PS: Iedere zondagavond verstuur ik In de Week, een zeer persoonlijke nieuwsbrief over wat ik de voorbije week zag, las, meemaakte en dacht. Abonneer je hier gratis.

3 Comments

Leave a Comment

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Francisco
  • Francisco
  • Journalist