Een Parisienne in de hel van Rotterdam

Bienvenue à Rotterdam is een ‘dun’ ebook dat ik tegenkwam ik tijdens mijn zoektocht naar makkelijk te lezen Franstalige boeken. Het is het relaas van Anne-Bénédicte Lozé over Annie, een Parisienne uit de Marais, de hipste wijk van Parijs, die verliefd werd op een Nederlander. Toevallig wat Anne-Bénédicte zelf ook overkwam. Net als Annie had ze een LDR relatie die in stand werd gehouden met behulp van de TGV maar uiteindelijk besloot ze naar Rotterdam te verhuizen. Het boek lijkt duidelijk geïnspireerd door haar eigen ervaringen en als je het leest is het een wonder dat ze hier nog woont, of liever gezegd überhaupt is komen wonen. Annie in Rotterdam is een soort omgekeerde horrorversie van Emily in Paris.

Het noorden is voor Parijzenaars en alles wat er onder ligt al snel de Noordpool. In de Franse hitfilm Bienvenue chez les Ch’tis (2008) draait het om een ambtenaar aan de Côte d’Azur die voor straf wordt overgeplaatst naar Noord-Frankrijk. Dat is voor Fransen al zoiets als Siberië. Als hij op de snelweg wordt aangehouden door de politie omdat hij uit pure weerzin met een slakkengang naar zijn nieuwe bestemming rijdt, legt hij gehuld in poolkleding uit waar hij naar op weg is. De agenten barsten uit puur medelijden in tranen uit.

Vergeleken met hoe Nederland in het boek beschreven wordt, is Noord-Frankrijk een tropisch paradijs. Want in Nederland is niet alleen het klimaat koud, maar ook de mensen en eigenlijk alles. Lozé beschrijft hoe Annie voor het eerst een befaamde Hollandse verjaardag bijwoont – waarom is dat trouwens nog niet uitgeroepen tot cultureel werelderfgoed? – en tot haar stomme verbazing ziet dat de jarige een fles antivries cadeau krijgt. Lekker praktisch en goedkoop.

Om die laatste twee begrippen lijkt alles in Nederland te draaien. Goede smaak speelt geen rol. Ze beschrijft stamppot andijvie als een gerecht dat eigenlijk nauwelijks voorstelbaar is, van hoe het gemaakt wordt – pleur alles maar door elkaar – tot de serveerwijze. Het is alsof ze leeft temidden van een primitief volk dat weinig onderscheid maakt tussen koken en afvalverwerking.

Je zou denken dat een Française niet schrikt van bureaucratie maar daar vergis je je in. Annie is verbijsterd over bijvoorbeeld de moeite die het kost om een huisarts te vinden en dat is ook inderdaad geen gemakkelijke opgaaf omdat de gezondheidszorg in Nederland nu eenmaal ontworpen wordt in Excel-sheets. ‘Ah, u bent patiënt 2501, dan moet u op de wachtlijst. Tot iemand verhuist of overlijdt’. En dat vervolgens iedere poging om een fysieke afspraak te maken wordt afgehouden, de bekende paracetamolzorg. Net zo geschokt is ze over de desinteresse van winkelmedewerkers die haar amper aankijken als ze iets wil afrekenen. Service is in Nederland niet voor niks een buitenlands woord.

Ze zoekt een huis en komt daardoor terecht in Fascinatio, een nieuwbouwwijk aan de voet van de Van Brienenoordbrug. Daar wonen lijkt haar wel wat, totdat ze doodleuk uitgelegd krijgt door de makelaar dat het een perfect huis is maar dat je er geen groenten uit eigen tuin moet eten omdat – hoe fascinerend – de huizen zijn gebouwd op een gifbelt. Dat laatste is in ieder geval waar, net zoals het grootste recreatiepark van de stad, het Lage Bergse Bos.

Het boek is vlotjes maar niet zachtzinnig geschreven. Mijn gebrekkige Frans schiet tekort om alle humor te begrijpen, waardoor ik wellicht een hoop mis. Ik vermoed dat ze het personage van Annie als snobistische Parisienne net zo dik aanzet als dat van de boertige Nederlanders maar je merkt, helemaal zeker ben ik er niet van. Dat heb je wel vaker met buitenlandse humor, dat de scheidslijn van spot en realiteit wat glibberig is. Zelfspot ontaardt dan al snel in grote verwarring.

Zo beweert ze dat in Nederland euthanasie legaal is omdat op die manier bezuinigd kan worden op de ouderenzorg. Er staat wel meer in dat me mijn wenkbrauwen deed fronzen. Bijvoorbeeld dat de verkeerslichten ‘s nachts uit worden gezet om kosten te besparen en dat ze daardoor bijna fietsers en skaters heeft doodgereden. Of dat Annie blij is dat ze komt uit een land dat koloniën heeft gehad omdat ze daardoor Frans kan spreken met Afrikaanse vrouwen die haar overtollige spulletjes willen kopen op de Vrijmarkt. Het is niet de enige keer dat er een koloniale blik valt te bespeuren, en dan druk ik me mild uit. Annie laat zich in haar leven niet hinderen door de feiten. Ze noemt de Waalse kerk aan de Pierre Baylestraat de Vlaamse kerk, maar dat is wellicht ook freudiaans.

Ik las het boek om Frans te leren en dat werkte. Zo klaagt Annie uitgebreid over het feit dat haar huis in een nieuwbouwwijk in het noorden van de stad blijkt te worden gebouwd op een moeras. Weliswaar drooggelegd, maar toch. En daardoor leerde ik toevallig dat de naam van haar Parijse lievelingswijk Le Marais gewoon ‘het moeras’ betekent. Dat vond ik dan weer erg grappig maar ik twijfel of het zo bedoeld is.

Het in eigen beheer uitgegeven Bienvenue à Rotterdam (2018; 80 pp.) is ook beschikbaar in Kobo Plus. Dan is het lekker gratis.

PS: Iedere zondagavond verstuur ik In de Week, een zeer persoonlijke nieuwsbrief over wat ik de voorbije week zag, las, meemaakte en dacht. Abonneer je hier gratis.

Leave a Comment

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.