De vijand die we zelf zijn

Nooit eerder las ik in een roman het woord ‘vijand’ en dacht hé, dat ben ik. Het overkwam me in Winarta, een verpletterende novelle van de Indonesische schrijver Basuki Gunawan. Hij schreef het verhaal in het Nederlands als feuilleton het tijdschrift De Nieuwe Stem. Een boekuitgave ging in 1954 – vijf jaar nadat Nederland de oorlog tegen de Indonesische vrijheidsstrijders eindelijk opgaf – op het laatste moment niet door vanwege de ‘spanningen’. Grote kans dat je er nog nooit van gehoord hebt en ik kan je aanraden daar snel verandering in te brengen.
Ik ontdekte het in 2023 alsnog uitgegeven boek dankzij Adriaan van Dis die het aanprijst in zijn vorig jaar verschenen leerzame essay ‘De kolonie mept terug’. Hij prijst het boek: “De verwoorde wrede wellust van een jonge Indonesiër die na de moord op zijn ouders deelneemt aan de vrijheidsoorlog van Indonesië is ongekend in onze letteren. Bij het doorsnijden van de hals van een jeugdige verrader spat het bloed van de bladzijden.”
Ja, Winarta is een wreed verhaal maar ook van een bijzondere schoonheid. De titel is vernoemd naar de hoofdpersoon, een jonge medicijnenstudent wiens ouders zijn vermoord door ‘de vijand’. Dat zijn wij dus, de Nederlandse bezetters. Ik zeg wij omdat ik, als ik toen geleefd had, ook naar die oorlog gestuurd had kunnen worden, net als tienduizenden Nederlandse dienstplichtigen. Ik kan me vergissen maar ik geloof dat Gunawan overigens nergens zegt dat het om Nederlanders gaat. Winarta is dan ook een universeel verhaal over oorlog. Het deed me daarin sterk denken aan Het Behouden Huis van W.F. Hermans, dat ook al zo meedogenloos is.
Winarta verkeert in shock door de moord op zijn ouders. In een keer wordt zijn hele leven omvergegooid. Niet alleen vanwege het verdriet maar ook omdat de vijand al zijn bezittingen heeft vernietigd. Hij besluit zich aan te sluiten bij het Indonesische bevrijdingsleger. Dat is zwaar onderbewapend maar compenseert het gebrek aan vuurkracht met vastberadenheid en heldenmoed. De Nederlandse bezetters vechten voor een verloren zaak, de Indonesiërs vechten voor hun toekomst. Je kunt wel bedenken wie er gaat winnen. Maar daar gaat Winarta niet over.
Het leed dat Winarta overkomen is maakt hem nietsontziend. Hij heeft eigenlijk niks meer te verliezen. Het boek beschrijft het gesprek dat hij met zichzelf voert, de verbazing over de ontwikkeling die hij doormaakt. Hij is zacht maar kent tegelijkertijd geen genade. Nog angstaanjagender is de leegte die zich voor hem ontvouwt nu zijn verleden en toekomst is vernietigd. Winarta legt een bewonderenswaardig pragmatisme aan de dag dat tegelijkertijd vreeswekkend is omdat er voor emoties nauwelijks plaats is. Het boek laat zien hoe een liefdevolle zoon verandert in een moordmachine.
Gunawan schrijft open over liefde, lust, kennis en strijd. Hij schopt bijvoorbeeld met een welgemikte trap je besef van rechtvaardigheid omver. Echt waar. Het boek is ook zeer actueel omdat het onder meer gaat over de strijd tussen weten en geloven. Wie vertrouwt op weten zal er altijd mee geconfronteerd worden dat zijn kennis tekortschiet, wie gelooft heeft daar geen last van. Zie hier het probleem van de strijd tegen desinformatie en zondebokpolitiek.
Winarta – ook beschikbaar in Kobo Plus – telt slechts 128 pagina’s. Het voelt als drie keer zoveel en dat toont de ware meester. Ik kan maar één reden bedenken waarom dit boek niet wereldberoemd is geworden in Nederland en die vind je in de eerste zin van dit stuk.
PS: Iedere zondagavond verstuur ik In de Week, een zeer persoonlijke nieuwsbrief over wat ik de voorbije week zag, las, meemaakte en dacht. Abonneer je hier gratis.