Op bezoek bij de dode cultheld Serge Gainsbourg

Je kent Serge Gainsbourg, ook als je nog nooit van hem gehoord hebt. In Frankrijk heeft hij de status van cult-held dan wel ongelofelijke klootzak, een combinatie die wel vaker goed samengaat. Hij was ook de minnaar van tal van beroemdheden, waaronder Brigitte Bardot en natuurlijk zijn grote liefde Jane Birkin,

Zondag stond ik in zijn slaapkamer bij het bed waarin hij 34 jaar geleden overleed aan zijn vijfde hartaanval nadat hij zijn lichaam kapot had gerookt en gezopen. Een zwarte sprei, zwarte wanden, zwarte vloerbedekking, zwarte meubels. Voor een hemel van de liefde zag het er zowel duister als sexy uit.

Gainsbourg is wereldberoemd vanwege het hijgnummer Je t’aime… moi non plus dat hij oorspronkelijk schreef voor Bardot maar waarvan de echtgenoot de uitgave tegenhield. Daarna nam hij het samen met Jane Birkin op. De plaat werd in tal van landen verboden, zeker nadat het Vaticaan er een banvloek over uitsprak. Volgens Gainsbourg zelf was de Paus niet de eerste die in actie kwam tegen het nummer. Koningin Juliana deed dat eerder en wel op een typisch Nederlandse manier. Niet door openlijk voor een verbod te pleiten maar door als invloedrijke aandeelhouder van de Koninklijke Philips, tevens platenmaatschappij, te regelen dat de distributie van de plaat gestaakt werd. De artiest zag zich daardoor genoodzaakt contracten af te sluiten met onafhankelijke platenlabels over de hele wereld. Het zou hem een fortuin opleveren. Hij sprak later de wens uit dat Juliana zijn volgende plaat ook zou verbieden.

Ik kende dat verhaal niet maar hoorde er van tijdens een bezoek aan Maison Gainsbourg, het Parijse huis van de artiest dat ruim dertig jaar na zijn dood werd opengesteld voor publiek, compleet met de originele inrichting. Op de salontafel ligt nog zijn pakje sigaretten. In de kasten staan de flessen drank, bedekt met een laag stof.

Ik ben geen fan van Gainsbourg, ken zijn werk amper, maar raakte door het bezoek wel onder de indruk. Dat komt mede door hoe een en ander is georganiseerd. Je mag het huis met maximaal z’n tweeën tegelijk betreden. Fotograferen is strikt verboden. De kaartjes zijn even schaars als het huis mysterieus is. Als je naar binnen gaat krijg je een koptelefoon op en geeft zijn dochter, de zangeres en actrice Charlotte Gainsbourg, je een rondleiding. Ze vertelt, in naar keuze Frans of Engels, over het leven in het huis, de emotionele waarde van de dingen die je ziet. Zoals de ingesleten zitting van de sofa in de huiskamer. “Daar zat hij altijd.” Het kuiltje in het kussen is als een schaduw van zijn bestaan, plots is het alsof hij zojuist is weggelopen. Die sfeer ademt het hele huis uit, alsof je in een tijdmachine bent gestapt. 

Gainsbourg was zanger, acteur, regisseur, componist en wat al niet meer. Hij was zowel kunstenaar als handige commerciële jongen. “Hebben jullie liever rotzooi?” zei hij nadat een serieus album flopte. En hup, hij schreef weer een zomerhit. Met het door hem geschreven Poupée de cire, poupée de son won de Franse zangeres France Gall in 1965 namens Luxemburg het Eurovisie songfestival. Het nummer is gebaseerd op een pianosonate van Beethoven. De filosofie achter de tekst is dat tieners, om vat te krijgen op het leven, luisteren naar songteksten van jonge auteurs die er ook nog niets van begrijpen. Die dubbelzinnigheid kenmerkt alles wat Gainsbourg doet. Hij zag zichzelf als een stoere kerel die eigenlijk heel erg bang en kwetsbaar is. Dat is niet vreemd gezien zijn achtergrond, kind van Russische artiesten die naar Frankrijk moesten vluchten vanwege de communistische repressie. Zelf ontsnapte hij als jongetje ternauwernood aan de nazi’s. Later werd hij belaagd door extreem-rechtse knokploegen omdat hij een reggae-versie van het Frans volkslied La Marseillaise opnam. 

Ik zag hem na het bezoek als een rebel die vooral rebelleert tegen het leven zelf. Dat kun je romantisch vinden of triest. Gainsbourg laat zich niet in een enkele term vatten.

Als je Maison Gainsbourg wilt bezoeken moet je ver tevoren tickets boeken. Ik zie dat er nu nog plaatsen beschikbaar zijn in september en oktober en een paar in juli. Naast het Maison is er ook een museum, met een duistere bar waar je in de ochtend al cocktails kunt drinken. Aan koffie doen ze geloof ik niet.

PS: Iedere zondagavond verstuur ik In de Week, een zeer persoonlijke nieuwsbrief over wat ik de voorbije week zag, las, meemaakte en dacht. Doe net als meer dan tweeduizend andere lezers en abonneer je hier gratis.

2 Comments

  • Mooi inkijkje in het leven van deze geniale rebel.
    En ook een mooi inkijkje in handel en wandel van ons vorstenhuis.
    Ik herinner mij vooral de sublieme ‘schuivelplaat’ tijdens middelbare-schoolfeestjes.

  • zag het vorig jaar. zwarte kamers.

Leave a Comment

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.