Drie maanden geleden besloot ik niets meer te kopen

Misschien is het de leeftijd. Dat je als je jong bent overal mee wilt beginnen en als je ouder wordt met van alles wilt stoppen. En dan heb ik het niet over dansen tot diep in de nacht of andere geneugten. Nee, het stoppen gaat juist om zaken die je niet echt genoegen bieden.

Het begon natuurlijk met stoppen met roken, lang geleden. Ik was de muren van mijn werkkamer opnieuw aan het witten omdat ze na vijf jaar van spierwit naar nostalgisch geel waren verkleurd. Verkleurd is het niet juiste woord. Er zat gewoon een laag teer op de muur. Ik zag het pas toen ik er een lik van de oorspronkelijke witte verf op streek en realiseerde me dat ik naar de binnenkant van m’n longen keek, die waren er vast nog erger aan toe dan de vieze muren van deze kamer. Ik huiverde en stopte met roken.

Het is verrassend welke verandering er optreedt als je met een gewoonte stopt. Na een tijd kun je je niet meer voorstellen dat je het ooit gedaan hebt. Iedere zondag naar de kerk. Rauw vlees eten met uitjes en peper. Roken in bed met een asbak op het nachtkastje.

Sinds een tijd heb ik het genoegen van stoppen ontdekt. Ik besloot een jaar te stoppen met alcohol drinken. Dat is nu 532 dagen geleden. Ik zeg niet dat ik nooit meer zal drinken maar ik heb er tot nu toe geen zin in. Ja, een enkele keer is er de trek, meestal omdat anderen drinken en ik niet uit de toon wil vallen maar die aandrang weet ik snel te neutraliseren met het besef van de spijt die ik ga krijgen als ik het doe. Want als ik een keer drink, kan ik het ook wel twee keer doen. Of drie keer. Een ketting die je verbreekt is geen ketting meer.

Ik schrijf dit allemaal zo op omdat ik iets wilde zeggen over mijn laatste stoppoging. 106 dagen geleden sprak ik met een vriendin af dat we niets meer zouden kopen. Dat wil zeggen geen kleding, geen spullen. Geen dingen die je niet echt nodig hebt. Ik heb voldoende kleding om nog jarenlang voort te kunnen. En spullen wil ik niet meer. Geen nieuwe iPhone, geen nieuwe rugzak, geen nieuwe waterfles, geen nieuwe sneakers. Niks. Uitzonderingen zijn het vervangen van spullen die stuk gaan, cadeautjes voor anderen en boeken.

Het ging me aanvankelijk om de verspilling tegen te gaan maar al snel merkte ik dat er iets anders speelde. Ik ontdekte dat ik een dwangmatig consument was (geweest).

Ik beloonde mezelf graag. Nu heb ik dit wel verdiend, zei ik dan tegen mezelf. Zoals mensen in reclames dat tegen je zeggen. You’re worth it. Toen ik er mee stopte en niet meer als een kwijlende Pavlov hond aan de drang toegaf, zag ik hoe absurd het was. Waarom zou ik mezelf in hemelsnaam moeten belonen? Omdat ik iets had gedaan? Of erger nog: vaak was het plan om iets te gaan doen al voldoende. Opgegeven voor de 1/4 marathon? Nu heb ik wel een nieuwe run short verdiend.

Ik vind het nu net zo bizar als een asbak op een nachtkastje. Als je jezelf moet belonen is er iets mis in je leven, houd ik mezelf voor. Het is een altijd raak analyse want in ieder leven is wel iets mis. De beloning dient te voorkomen dat je je daar bewust van wordt.

Wat ik niet verwacht had is dat niets kopen lastiger blijkt dan niets drinken. De verleiding treedt natuurlijk vaker op. Je loopt langs etalages, in de supermarkt is er ineens een mooie poffertjespan in de aanbieding die je doet denken dat je dan niet meer tot De Parade hoeft te wachten, en online is het helemaal een gek makende jungle van impulsen. Scroll door Instagram en tussen alle vriendenplaatjes door wemelt het van de promoties en sluikreclames. Het voelt nu bevrijdend om ze te negeren. Sale of geen sale. Nooit meer dat onrustige gevoel dat je anders een buitenkansje gaat missen.

Ik dacht dat de verslaving helemaal verdwenen was, totdat ik op vakantie ging. Wandelen door een stad als Barcelona gaat al snel van winkel in, winkel uit. Althans bij mij. En bij al die anderen. Het hele stadscentrum is er op ingericht. Winkels, winkels. Zoals overal. En steeds vaker ook overal dezelfde winkels met dezelfde spullen en prijzen van dezelfde multinationals. Het is een octopus die de wereld omklemt.

Nu pas realiseerde ik me hoeveel ik in de voorbije jaren aanschafte tijdens vakanties. Van een selfie stick die ik nooit gebruik tot een hoed die ik nooit draag.

Het klinkt misschien allemaal stoer of vastberaden maar ik moet bekennen dat ik juist daar zwichtte. In een moment van neerslachtige zwakte liep ik een lokale, hippe modewinkel binnen en meteen werd ik gegrepen. Bijna had ik een mooi nieuw pak gekocht van een zachte stof die me als het ware omhelsde. Tot ik werd weggesleurd door mijn beschermengel. “Niet doen, je bent zo goed bezig.”

Totdat ik in de hotelshop een petje zag dat ik niet kon weerstaan. Vraag me niet waarom. Niet dat ik het antwoord niet weet maar omdat het te pijnlijk is om het te vertellen. In die fase zit ik nog. Drie, vier keer aarzelde ik. Toen vroeg ik hoe duur het was. De prijs was twee keer zo hoog als ik verwachtte. Een absurd bedrag. Ik kon nog terug. In theorie dan want in de praktijk was dat onmogelijk. In mijn hoofd had ik het petje me al eigen gemaakt. Als ik nu stopte was het alsof ik iets van mezelf afpakte. Het tegenovergestelde van beloning. Straf.

Het wordt wel grappend retail therapy genoemd, dat je sombere gevoelens overwint door iets te kopen. Dat werkt ook even. Het is een soort materialistische versie van lachgas. Je betaalt en je krijgt je nieuwe bezit aangereikt. Gedurende het hele proces is in je hersenen je persoonlijke drugslab opgestart. Je krijgt je shotje gelukshormoon.

De drugs vloeiden al door mijn aderen. Het was te laat. Ik kocht het petje. Maar de high bleef uit.

Voorheen zou ik bij de aanblik in de spiegel gedacht hebben ‘wat een cool petje, dan ben ik vast ook cool’. Nu zie ik het te dure petje en denk ‘loser’.

PS: Iedere zondagavond verstuur ik In de Week, een zeer persoonlijke nieuwsbrief over wat ik de voorbije week zag, las, meemaakte en dacht. Abonneer je hier gratis.

6 Comments

  • Een paar jaar geleden lag ik langdurig in het ziekenhuis wat het leven goedkoper maakt. Zou je denken…online kocht ik de belachelijkste dingen zoals 12 handdoeken voor later.
    Nu is die manie over; alleen boekwinkels kan ik bijna niet overslaan om mijn portemonnee te ontlasten.
    Hou vol en een enkele keer zondigen is geen doodzonde.

  • Ik ervaar dat ook als een teken van leegte, dat binnensteden voor een belangrijk deel zijn opgetrokken uit winkels. Ik ga liever een museum in, of op een terrasje zitten, mensen kijken.

  • Alle winkels, overal zien er nu hetzelfde uit. Wat ik wel mis zijn de grande magazines als V&D, Printemps Haussmann, Galeries Lafayette, waar het zo heerlijk ronddolen was op weekendjes weg. Daar kon je nog af en toe bijzondere dingen vinden, werden je aankopen nog mooi ingepakt en aangereikt.

    • En Le Bon Marché, ook leuk als je de Staatsloterij gewonnen hebt.
      Al twijfel ik of het warenhuis niet teveel een concept uit de vorige eeuw is. De sensatie dat je er nieuwe dingen zag, is verdampt door internet. In Parijs is een paar jaar terug La Samaritaine heropend maar het deed me tot mijn eigen verbazing niet veel.

    • Dankzij dit verhaal heb ik al meer dan 48 uur niks gekocht, still going strong

Leave a Comment

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.