De een wil de ander

De ene wil een ander maar die
Ander wil die ene niet
De ander wil een ander maar
Die ene heeft verdriet
Zo luidt het simpele, romantische refrein van een lied van Ramses Shaffy, over de pijn van dolende harten die de komische kronkelwegen van verlangen volgen. Het zou ook de synopsis kunnen zijn van Le Ciel de Paris, een Franse film uit 1992 die op Netflix te zien is. Le Ciel de Paris draait om existentiële liefde, het gevoel van bij een ander te horen en daarmee je leven te willen delen.
De film opent met beelden in een zwembad die doen denken aan de foto’s van Lenny Oosterwijk. Water mag dan doorzichtige vloeistof zijn, de schittering maakt het toch ondoorgrondelijk. Het is een mooie metafoor voor de liefde.
Suzanne (Sandrine Bonnaire) en haar huisgenoot trekken baantjes als zij plots onwel wordt en dreigt te verdrinken. Een andere jongen, Lucien, ziet dat als enige en redt haar. Zo komen de drie bij elkaar en ontwikkelt zich een complexe relatie tussen hen.
Lucien wordt meteen smoorverliefd op Suzanne. Dat is niet wederzijds want haar hart is nog gebroken van een oude liefde die ze niet verwerkt heeft. Of voelt ze toch wat voor Marc? Die wordt op zijn beurt weer verliefd op Lucien en hij gebruikt Suzanne als lokaas om de redder bij zich in de buurt te krijgen. Facebook zou zeggen ‘it’s complicated’.
In de film draaien de drie anderhalf uur om elkaar heen maar het lijkt veel langer te duren. Dat bedoel ik zowel als kritiek en als compliment. De film is traag maar toch zo fascinerend dat ik er geen genoeg van kreeg. Ook al niet omdat een fors deel van de film is gevuld met Suzanne die voor zich uit staart zonder dat te achterhalen valt wat ze denkt. Precies zoals dat is wanneer je geïnteresseerd bent in een ander die daar geen duidelijke positie bij inneemt. Wil ze nou wel of wil ze nou niet? Er wordt voortdurend gebalanceerd op de rand van een blauwtje lopen.
Dat de film zich in Parijs afspeelt is natuurlijk een extra cadeautje. Ik zie hen uitstappen bij het metrostation waar ik nu elke dag langs loop. Tegelijkertijd is het een heel ander Parijs. Koud, verlaten en met heel veel auto’s overal. Het is ook de tijd dat de aids-epidemie op volle kracht voortwoekerde. Daar wordt verder niets over gezegd maar je voelt de zware deken die over het vrije leven werd getrokken.
De film is het debuut van Michel Béna en meteen ook zijn laatste werk want nog voordat Le Ciel de Paris in première ging overleed hij aan de gevolgen van aids. Ik las ergens dat hij de film maakte als afscheidscadeau aan zijn vrienden. Dat maakt de tedere schoonheid nog mooier.
Le Ciel de Paris was geen hit en is in Nederland nooit uitgebracht. Op YouTube kon ik er niet eens een trailer van vinden. Toch is de film me dierbaar, misschien vanwege de herinneringen die het tijdsbeeld oproept maar waarschijnlijker omdat Béna een mooi portret heeft gemaakt van de flipperkast die onze gevoelens vormen.
Zo ging het en zo gaat het
En zo gaat het altijd aan
En zo zal het eeuwig gaan
Op het persoonlijke vlak had de film nog een ingrijpend gevolg. Afgelopen oktober ben ik overgestapt op ‘niks kopen’-beleid, een jaar lang niets nieuws aanschaffen. Dat ging tot nu toe heel goed maar er komt in de film een scène voor waarin Suzanne en haar vriendin kleding kopen in de winkel van mijn favoriete Parijse modemerk. Dat bleek een onweerstaanbare trigger. De volgende dag trok ik naar de winkel, waar het uitverkoop was, en ging tekeer als een vos in een kippenhok.
Niet alleen het vlees is zwak.
PS: Iedere zondagavond verstuur ik In de Week, een zeer persoonlijke nieuwsbrief over wat ik de voorbije week zag, las, meemaakte en dacht. Abonneer je hier gratis.
Het is je vergeven, ook jij mag zwakke momenten hebben.
Merci