Niks meer over Nergens Anders

Dit stuk wordt vrees ik onbegrijpelijk. Ik schrijf het voornamelijk voor mezelf. Je kunt ook alleen de laatste alinea lezen, net voor de PS, daar gaat het om.

De wereld is verslaafd aan snackdenken. Of dat echt zo is weet ik niet maar het klinkt lekker en daardoor heb ik nu even je aandacht. Daar draait immers alles om. De aandachtseconomie wordt dat genoemd. Altijd als ik dat woord las, dacht ik o ja of ja ja of tja. Zonder me te realiseren dat het ook om mijn aandacht gaat. Het is mijn aandacht die voortdurend getrokken wordt. Die ik niet meer onder controle heb. FOMO wordt dat genoemd. Angst dat je iets mist. Als je er last van hebt is er maar een ding dat je echt mist, je eigen leven. Ondertussen knaagt het dwangmatig gedrag je concentratievermogen weg, dat wil zeggen dat je niet meer in staat bent echt te denken.

Snacken is niet eten, het is gedachteloos je mond vullen. Snacks zijn ook geen voedsel, het is bewerkte rotzooi waarvan je geen idee hebt wat er in zit. Deze week bij het openen van de koelkastdeur kreeg ik plots het inzicht dat tomatenketchup alleen maar dient om oneetbaar voedsel smaak te geven. Als iets echt lekker is, doe je er geen tomatenketchup op. Ketchup zorgt ervoor dat alles hetzelfde smaakt. Het is natuurlijk een Amerikaanse vinding. Net als alle social media apps Amerikaans zijn of dat kunnen worden.

Dit is op zich weer een snackgedachte. Ik was tevreden over mijn eigen vondst. Dacht meteen dat ik daar eens een doorwrocht essay over zou moeten schrijven. Hoe dat dan een eyeopener voor de wereld zou worden. Ik zou het uitwerken tot een lekker weglezende bestseller ‘Cuisine voor je brein’, een Ted talk geven (als die nog bestaan), een academie met korte workshops tegen snackdenken oprichten. 

Dertig seconden later, toen de ijskast weer gesloten was, waren al die gedachten alweer verdwenen. Ik scrollde wat door een willekeurige timeline, zag een interessante clip over de Spektakelmaatschappij van Guy Debord, keek die niet helemaal af maar likete en mailde de reel aan mezelf om me er aan te herinneren dat ik dat boek nu echt eens moet uitlezen. Wat ik al vijf jaar wil. 

De Spektakelmaatschappij, het filosofisch werk uit 1967 dat precies aangeeft hoe we hier terecht zijn gekomen, telt 128 pagina’s. Ik kom er niet aan toe. Waarom niet? Dat zou ik eens op moeten zoeken. Ik herinnerde me dat ik laatst een artikel zag van iemand die uitlegde hoe hij 100 boeken per jaar las. Geweldig interessant al had ik het niet gelezen. Of wel? Er staat me bij dat hij meteen begon te lezen als hij wakker werd. Had ik het ergens bewaard? Toch maar even googelen. 

Ik tik deze woorden omdat ik donderdag de voorstelling Nergens Anders van Micha Wertheim zag. Ik wil daar iets over schrijven zonder iets weg te geven. Dus mijn gedachten dwaalden af naar een van zijn eerdere voorstellingen die ging over wat ik het snackdenken noem. Nu ik het allemaal opschrijf kom ik er achter dat het niet ter zake doet. Dat is het kenmerk van snackdenken, het zijn ingevingen die briljant lijken maar niet meer blijken dan los zand als je er op wilt doorbouwen.

Deze voorstelling ging daar dus niet over. Snackdenken is iets van vroeger, van twee, drie jaar geleden. Nu zitten we in een andere situatie. Een heel andere situatie. De wereld balanceert op de afgrond en we weten niet wat te doen, behalve dat we tot onze schaamte van het uitzicht genieten. Wat bovenop de angst nog een dosis schuld deponeert. Ik besta, dus ik ben schuldig.

Over die zelfverlamming gaat de voorstelling Nergens Anders, geloof ik. Dat laatste meen ik want het is geen gemakkelijke voorstelling. Er werd al voor gewaarschuwd. “Verwacht geen comedy of cabaret, maar iets wat je nergens anders mee zal maken.”

De voorstellingen van Wertheim gaan altijd of minstens vaak over ‘wat doe ik hier en waarom komen jullie daar naar kijken?’ De experimenten die hij daarmee uitvoert gaan ver. In ‘Iemand anders’ bijvoorbeeld kwam hij bij de voorstelling zelf niet opdagen, tot woede van een deel van het publiek. Dat laatste amuseert Wertheim en ook in deze voorstelling tart hij de toeschouwers weer. Ik werd daar zelf ook even het slachtoffer van. Al kon ik er later om lachen. Je begrijpt, ik kan je nu niet vertellen wat er gebeurde want ik gun je dat jou hetzelfde overkomt.

Overkomen is wel een goed begrip om deze voorstelling te omschrijven. Wertheim gaat weer een stap verder dan eerder. Hij maakt een voorstelling die grotendeels volstrekt onbegrijpelijk is. Met de impliciete belofte dat het je aan het einde allemaal duidelijk wordt.

Dat vereist een groot vertrouwen. Wederzijds. Daar staat een man iets op te voeren waarvan hij weet dat ik er amper een touw aan kan vastknopen. Natuurlijk, de scenes zijn fascinerend en grappig maar waar gaat het over? Tegelijkertijd vertrouwt hij er kennelijk op dat ik het zal snappen. Dat vertrouwen geeft in alle verwarring een goed gevoel. En met dat laatste verliet ik uiteindelijk het theater. Een goed gevoel. Terwijl de voorstelling gaat over hoe erg alles is. Knap. Wertheim is de hand die je bij het ravijn toereikt. 

Ik hou het hierbij. De voorstelling is overal uitverkocht, behalve in Rotterdam op 6 en 7 juni, waar nu nog wat kaarten voor beschikbaar zijn. Daar is Nergens Anders te zien, of liever gezegd te ondergaan, in de zaal van Theater Rotterdam aan de William Boothlaan. En nergens anders.

PS: Iedere zondagavond verstuur ik In de Week, een zeer persoonlijke nieuwsbrief over wat ik de voorbije week zag, las, meemaakte en dacht. Doe net als meer dan duizend andere lezers en abonneer je hier gratis.

One Comment

  • Helaas nu ook in Rotterdam uitverkocht. Vast door jouw stukje!

Leave a Comment

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.