Onschuld bestaat niet

Drie jonge Duitsers, twee vrouwen en een man, reizen af naar Cuba. Het is niet zomaar een vakantie, ze moeten op zoek naar een bioloog die onderzoek doet naar zeldzame zeeolifanten, van wie al een tijd niets meer is vernomen. Hij is de broer van een van de vrouwen en een vriend van de man. De derde vrouw is dan weer een vriendin van de andere vrouw. Ja, hoe de onderlinge relaties precies lopen was mij niet heel de tijd duidelijk tijdens de film en henzelf geloof ik ook niet. Dat is onderdeel van het verhaal, dat anders uitpakte dan ik vermoedde. 

De toon wordt meteen gezet in de openingsscène, net voor vertrek bij de luchthaven. De man dacht samen met de zus af te reizen naar Cuba maar zij heeft onaangekondigd haar vriendin meegevraagd. Hij protesteert maar dat heeft geen zin, haar vader betaalt de hele reis, dus zij bepaalt. Lekker sfeertje.

Vervolgens voltrekt zich een verhaal dat even realistisch als ongeloofwaardig is, even ongemakkelijk als fascinerend, even plat als gecompliceerd, even amusant als ergerniswekkend. Ik heb niet zoveel met de term cringe maar al kijkende kon ik het gevoel dat bij me opkwam niet anders omschrijven. 

Met Vamos a la Playa (2022) toont Bettina Blümner drie rijke Westerlingen die door een straatarm land trekken, niet alleen op zoek naar de vermiste maar ook naar avontuur, seks en ontspanning. Ze zijn zich bewust van hun geprivilegieerde positie, worstelen daar ook mee maar doen het ondertussen toch gewoon allemaal. Precies zoals de meeste mensen in het Westen bij wie onrechtvaardigheid in het bewustzijn een plekje heeft naast onvermijdelijkheid. Je kunt ook zeggen dat het de Catch-22 van de jonge generatie is: als ze zo prettig willen leven als hun ouders zijn ze veroordeeld tot gedrag dat hun eigen toekomst vernietigt. Om dat nog duidelijker in te wrijven blijkt de vader een vreselijke vent.

Cuba is daarbij het decor, het land of de mensen zelf komen eigenlijk nauwelijks aan bod, ze figureren meer om de decadentie duidelijk te maken. Ja, daarmee maakt de film zich schuldig aan precies het gedrag dat aan de kaak wordt gesteld. Of dat bedoeld of onbedoeld is, is punt voor discussie. Ik ben er niet uit of het tekenend is voor de platheid van het verhaal of juist voor de gelaagdheid. Een andere manier om de film te bekijken is dat het de idealen van de millennials als nobel maar irrealistisch wil neerzetten. Blümner is zelf Gen X, de generatie waarvan dat de grondhouding is.

De oppervlakkigheid van de karakters is ook zoiets. Die domineert maar af en toe richten ze zich rechtstreeks tot de kijker op een manier zoals mensen dat op social media doen. Dat wil zeggen, ze kijken je aan terwijl ze tegen zichzelf praten. Het is ook het enige moment dat ze echt tot leven komen.

Ondanks de Spaanse titel is Vamos a la Playa een erg Duitse film, gedrenkt in schuldgevoel. Ten aanzien van alles. Een paar keer komt het cliché terug dat Duitsers altijd voor het rode stoplicht wachten, zelfs als het stuk is. Als ze daarmee willen breken worden ze nog erger, laat de film ook zien. Een rood stoplicht, dat is de film zelf. Ik keek er anderhalf uur lang naar met twijfel en fascinatie.

Ik bekeek de film via Sooner maar die is ook bij enkele andere diensten beschikbaar.

Iedere zondagavond verstuur ik In de WeekAbonneer je hier gratis.

Leave a Comment

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Francisco
  • Francisco
  • Journalist