Voor altijd verslaafd

Ik beloof dat ik niet steeds zal schrijven over supermarktperikelen maar nu is er iets verontrustends dat me van het hart moet.
In een opwelling had ik een potje Venco Choco Drop Puur gekocht. Chocolade en drop, ik vond het een ongepaste combinatie. Iets uit de categorie kroket met slagroom. Maar juist daarom sprak het me aan. Het voelde rebels. Dat is natuurlijk onzin want er is niks rebels aan. Het lijkt het soort snoep dat het product is van uitgekiend marktonderzoek of iets anders walgelijks met teveel spreadsheets.
Toch ging er een onweerstaanbare aantrekkingskracht van uit. Het voelde… ik durf het amper op te schrijven… het voelde verboden. Een soort snoepdrugs. De snoepjes zagen er ook zo uit. Alsof ze rechtstreeks uit de ingewanden van een bolletjesslikker kwamen. De weerzin die dat opriep maakte de aantrekkingskracht alleen maar groter.
Ik voelde me belachelijk worden. Herinner je je nog die vraag aan Theresa May, de Britse oud-premier, wat het stoutste was dat ze gedaan had toen ze jong was? Ze antwoordde, tot verbijstering van zelfs de braafste burgers, ‘Ik rende door korenvelden’.
Ik voelde me Theresa May.
Thuisgekomen maakte ik de pot open en er gebeurde waar ik bang voor was. Twintig minuten later was de pot leeg. De volgende dag vertelde ik het aan een vriendin. “Daarom durf ik ze niet te kopen”, bekende ze. Dropaholics Anonymous. We lachten. Zenuwachtig.
In Amsterdam stond ik rebels te wachten voor het voetgangerslicht, gedrag waarmee je jezelf in die stad totaal belachelijk maakt, toen er plots een hevig verlangen in me opkwam naar choco drop. Ik schrok. Zou ik verslaafd zijn? Meteen probeerde ik de gedachte weg te drukken. Te gek voor woorden. Je kunt niet verslaafd raken aan snoepjes. In ieder geval niet in zo’n korte tijd.
Het licht sprong op groen en ik begon te lopen. Ik voel me erg fit sinds ik twee weken geleden totaal gestopt ben met drinken. Niet dat ik verslaafd was, ik had gewoon geen zin meer in de nadelen. Zoals bijvoorbeeld dik worden. Als ik drink, snack ik ook en ben ik de volgende dag moe. Om dat gebrek aan energie te compenseren ga ik dan nog meer snacken. En hup, daar komen de kilo’s aanvliegen als meeuwen op een verloren patatje. Nu voelde ik me licht. Ik woog ‘s ochtends ook 0,382 kg lichter. Zo lekker. Ik wil dat gevoel nooit meer kwijtraken. Een weegschaal, nog zoiets verslavends.
Zou dat verlangen naar choco drop opduiken omdat ik geen alcohol meer drink, vroeg ik me af. Heb ik altijd iets nodig om dwangmatig naar te verlangen? Zoals een dwangneuroot alleen op de witte strepen van een zebrapad wil lopen? Ik stapte snel op een zwarte streep. Heb ik altijd iets nodig om me te buiten aan te gaan? Ik stopte de gedachtenketen weg, er wachtte een afspraak.
De volgende ochtend trof ik in mijn mailbox de nieuwsbrief van Vrij Nederland. ‘Verslaving is inherent aan onze samenleving’ luidde de titel. Verdomd, dus toch?
Van gamen tot Tinder: het scala aan digitale verslavingen is de laatste jaren ontploft. Grote kans dat je ook op dit moment een naar, knagend gevoel ervaart: wéér kijk je op je scherm, wéér kon je het niet laten. Zijn we allemaal verslaafd geraakt? ‘Het is als een virus.’
Het betrof de voorpublicatie van het nieuwe boek Iedereen verslaafd? van Doortje Smithuijsen. Dat gaat vooral over digitale verslavingen. Daar wil ik eigenlijk niet eens over nadenken.
Het is nu 15 jaar geleden dat ik mijn eerste iPhone kocht, in een mall in Beverly Hills.
Ik kon toen niet bevroeden dat het apparaat een soort prothese zou worden. Het is geen verslaving, het is iets waar ik echt niet zonder kan. Een verlengstuk van mijn lichaam. Je kunt ook niet verslaafd zijn aan je vingers. Ik kan wel denken over stoppen met drank, snoep, zuivel, autorijden, maar stoppen met de smartfoon? Het zou de hel zijn.
Ik leg het scherm weg. Voor even natuurlijk. Voor me staat een pot choco drop. Leeg.
Ik ben geen rebel, ik ben een junk.
