Wat ik ontdekte door zelf pindakaas te maken

Ineens voelde ik hoe moe ik was. Terwijl ik niks gedaan had. Ja, vroeg opgestaan en naar mijn werk gereisd. Te lang achter een bureau gezeten, gesprekken gevoerd die ver voorbij de koetjes en kalfjes gingen. Maar niks om zo moe van te zijn. Alsof ik een marathon had gerend. Zonder training natuurlijk.
Ik stapte uit de trein, liet me mee voeren met de stroom passagiers en bedacht dat het misschien door het eten kwam. Ik had de voorbije dagen door omstandigheden alleen maar fabrieksvoer gegeten. Zou het daar door komen? Ik kon niks anders verzinnen. Niets dat afweek van mijn normale patronen. Behalve dat fabrieksvoer. Een zak chips. Limonade. Nog een zak chips. Een pizza vol bewerkte ingrediënten. Geen groente, niets vers. Drie dagen lang. En nu kon ik niet meer. Fabrieksvoedsel verwoest je interne ecosysteem.
Een van mijn eerste vakantiebaantjes was in een voedselfabriek. Wat me direct opviel was dat het er zo stonk. Een weeïge geur die overal aan gaat kleven. Het is een logische geur voor een fabriek maar niet voor een keuken. Dat krijg je als je industrie en voedsel mengt: de industrie wint. Zoals ook bij industrie en milieu, industrie en gezondheid, industrie en stilte, ja bij wat niet? Wat er gefabriceerd werd heb ik daarna nooit meer gegeten, een reactie die je vaker hoort van vakantiekrachten.
Inmiddels geldt dat voor meer. Zonder dat er sprake is van een vooropgezet plan merk ik dat ik steeds vaker dingen zelf maak die ik voorheen voorverpakt uit de fabriek betrok. Powerbars bijvoorbeeld. Ik zag een reel op Instagram hoe je die zelf kunt maken, met banaan, haver en pindakaas en eventueel wat bessen. Dat is verbluffend eenvoudig en het resultaat is verrassend lekker. Licht ook. Ik heb daarna nooit meer een powerbar uit de fabriek gekocht.
Het enige ingrediënt wat ik daar nog voor uit de fabriek haalde was pindakaas. Maar dat kun je ook zelf maken. Het is zo simpel dat ik verbaasd ben dat ik er nooit eerder aan gedacht heb. Doe pinda’s in een fijnhakmachine, voeg een beetje olie toe – liefst arachide – maal ze fijn. Klaar! Je kunt zoute pinda’s nemen, dan hoef je ook geen zout toe te voegen. En als je van pittig houdt een beetje chilipeper toevoegen bijvoorbeeld. Als je van stukjes noot houdt voeg je op het laatst nog even een handje pinda’s toe en zet de mixer nog even kort aan.
Ook hier is weer sprake van een openbaring. Het smaakt rijker en minder naar fabriek. Bovendien heb je geen last van toevoegingen als gehard palmvet dat nogal ongezond is voor planeet en mens.
Bij nader inzien is het niet verrassend dat het zo simpel te maken is. Veel fabrieksvoedsel is gebaseerd op een eenvoudig recept dat geïndustrialiseerd is. Soep haal je ook nooit meer uit een zakje of blikje als je onder de knie hebt hoe je die zelf moet maken.
Het zijn simpele recepten die iedereen ooit zelf maakte maar die door de industrie werden overgenomen. Dat overnemen gaat ver, het is nu onderdeel van ons instinct geworden. Ik bood eens een onbekende een stuk zelfgemaakte powerbar aan maar die sloeg dat vriendelijk af. ‘Ik weet niet wat er in zit’. Bij een Mars of Snickers heb je dat probleem niet, verklaarde hij. Uit beleefdheid vroeg ik maar niet wat er dan in een Mars zit.
Ik begrijp het ook wel. De industrie heeft ons veranderd in pakjesconsumenten. Wat niet in een verpakking zit vertrouwen we niet. Omdat de industrie bewezen onbetrouwbaar is, zijn er allerlei keuringen doorgevoerd. Nu denken we dat wat niet gekeurd is, onbetrouwbaar is. Ook als het niet uit een fabriek komt. Terwijl het andersom moet zijn. Vroeger moest ik wel eens lachen om stadskinderen die niet wisten dat melk van koeien komt. Inmiddels zijn we allemaal zo onwetend.
De NOS had deze week een verhaal over voedselwoestijnen, arme wijken in Groot-Brittannië waar geen vers eten meer te krijgen is. In de Verenigde Staten bestaan die al langer. Al het voedsel is er industrieel en dat wil zeggen ongezond. Maar het effect is overal. Het overgrote deel van het aanbod in de supermarkten is ongezond en slecht voor je.
Ik liet me meevoeren met de andere passagiers uit de trein, de roltrap op (ja, ik kan beter de trap nemen) – en dacht na over hoe dit toch allemaal zo is ontstaan en wat er tegen te doen is. Bij die laatste vraag zwelt automatisch een gevoel van onmacht op. Het is bijna ondoenlijk iets te ondernemen tegen de industrie. Ik zie overal weer jongeren roken, ondanks alle maatregelen, verslaafd gemaakt door een intens kwaadaardige industrie die uit winstbejag geen middel schuwt. Misschien is, anders dan de publieke opinie denkt, de tabaksindustrie helemaal niet de duistere uitzondering. Escobar was zo bezien een drugsindustrieel.
Bovenaan de roltrap werd ik in de stationshal onverwacht verwelkomd door een dj en vrolijke muziek. Jonge mensen deelden blikjes frisdrank uit. Een vernieuwde versie van een oud merk. Gratis. Met toestemming van de NS. Ik nam er een aan en dronk het op voor ik er erg in had. Het gevoel van buitenkans won het van het bewustzijn, zelfs op het moment dat ik over deze praktijken nadacht. Ik vond het niet eens lekker. Te chemisch, natuurlijk. Frisdrank moet je sowieso eigenlijk nooit drinken, als je verstandig bent. Toch had ik het weer gedaan.
Ik ben te zwak voor verzet. Of misschien gewoon te moe.
PS: Iedere zondagavond verstuur ik In de Week, een zeer persoonlijke nieuwsbrief over wat ik de voorbije week zag, las, meemaakte en dacht. Abonneer je hier gratis.
Top! Oh ja…. havermelk zelf maken is ook een fluitje van een cent
Meestal zit je redelijk op dezelfde lijn als ik, maar hier sla je echt een beetje de plank mis. Vrijwel alle industriële massavoedsel kun je inderdaad goedkoper en lekkerder zelf maken. Maar de voedselveiligheid van al die voorverpakte zwaar bewerkte producten met waslijsten ingrediënten is vele malen hoger dan wat onze voorouders aten. Gelukkig koopt de eco bio zweefshop de pinda’s op dezelfde wereldmarkt met dezelfde kwaliteitscontrole, want ongecontroleerde pinda’s kunnen echt levensgevaarlijk zijn. En ik hoop dat je panelen op je dak hebt, want zelf pinda’s malen kost al snel 10x zoveel elektriciteit als wat Calvé met zijn hyperefficiente machines gebruikt. En maak niet te veel, stop het in een uitgekookt potje, laat de pot niet onnodig lang open staan want verse pindakaas kan schimmelen. De schimmel is helaas niet zichtbaar als hij al gevaarlijke niveaus bereikt.
Gefeliciteerd met je eerste stapje op het pad van wappiedom.
Heus, de vergrijzing is mede dankzij de voedselindustrie.
Beetje overdreven reactie. Pindakaas kan niet zo makkelijk bederven. Sowieso loop je met plantaardige producten minder risico. Meeste voedselvergiftiging komt toch van dierlijke producten.
Dat je producten met onbewerkte verse vruchten niet lang kan bewaren is een no brainer.
Je sleept er ook allemaal dingen bij waar ik het niet over heb, dat is vaak een aanwijzing voor een gevoelige snaar.
Dat fabriekseten vaak ongezond is, daar bestaat grote overeenstemming over.
Is je moeheid niet gewoon te wijten aan het voorjaar?
Het is bekend en veel onderzocht, dat het voorjaar je veel energie kost.
Hier misschien iets waar je van opkikkert.
https://yle.fi/a/74-20077936
Welk voorjaar?