Ontsnapt

De avond was gevallen, meedogenloos als de herfst zelf. Het was duister, koud en nat op straat, de kleding voor overdag bleek ineens te zomers. Ik verlangde rillend naar huis en haastte me vanuit de stationshal naar een deelscooter, startte en reed weg over het Stationsplein, richting Kruisplein. Voorzichtig omdat het eigenlijk een voetgangersgebied is. Geloof ik. In gedachten oefende ik het gesprek met een boa, als die me mocht aanhouden.

Voetgangersgebied? Echt? Waar staat dat dan aangegeven? O, ik zag die geparkeerde politieauto’s staan. Wist niet dat die op een stoep staan. Erg verwarrend.

Klonk dat overtuigend genoeg? Vast niet maar het was maar een kort stukje. Aan het einde ligt het casino. Ik moest de gok maar wagen. Er was bijna niemand op straat. Alles was al dicht.

Meneer, meneer! klonk het luid. Ik keek opzij en zag twee jongens staan bij een pilaar van een gebouw dat ik stapvoets passeerde. Ze gebaarden naar me. Eigenlijk wilde ik doorrijden, het was immers koud en nat, ik had bovendien een lange dag achter de rug en ik hunkerde naar mijn warme huis. Maar misschien was er wat aan de hand en dan was het wel heel onaardig. Dus ik keerde om en reed op hen af.

Ze riepen iets dat ik niet kon verstaan want in m’n oortjes klonk mijn Herfst-playlist, rustige ballads, liedjes en chansons die me door dit jaargetijde slepen. Met veel Leonard Cohen natuurlijk.

Suddenly the night has grown colder
The god of love preparing to depart

Ik haalde een oortje uit mijn oor en zei sorry?
Ik heb een nieuw dansje. Wilt u er naar kijken, vroeg de jongste van de twee.

Ik schatte hem op een jaar of 14. Slank, krullenbol. Zijn gezette maat was iets ouder en leunde met zijn handen in zijn zakken tegen een pilaar. Ze straalden verveling uit.

Nee sorry, daar heb ik nu geen tijd voor.
En ik keerde weer om.

Egoist! riep de jongen die tegen de paal geleund stond me achterna. Ik was verbaasd. Het waren dus gewoon vervelio’s.
Vandaag wel, antwoordde ik en grinnikte.

Toen kwam het dansertje plots op me af rennen. Heel vastberaden. Dit zag er niet goed uit. Ik gaf gas, voor zo ver dat kan op een elektrische scooter. Het dansertje trok een sprint en kwam steeds dichterbij, schuin achter me. Nu bijna naast me. Haalde hij me in? Een elektrische scooter heeft een groot acceleratievermogen en een topsnelheid van 28 kilometer waar je zo aan zit. Zo hard kon hij nooit rennen, dacht ik geruststellend.

En ik liet hem inderdaad meteen achter me. Het duurde maar enkele meters. Maar daarmee was het niet voorbij. Nu de kruising over steken, rechtdoor want ik wilde niet afremmen. Als er verkeer aan kwam en ik vaart moest minderen of nog erger stoppen, dan zou het alsnog lastig worden. Rende hij nog achter me aan?

Er liep een voetganger in de weg, ik reed veel te hard. O, daar kon ik wel omheen. Het voorwiel pakte een stoeprand mee. Niet vallen. Ben ik nu aan het vluchten voor een tiener? Dat was een raar idee. De oversteek lukte. Ik sloeg rechtsaf, keek niet om maar wist dat ik hem gelost had.

Alles bij elkaar duurde het nog geen minuut.

Maar wat was er eigenlijk gebeurd? Het dansertje had geen sympathieke bedoelingen dat was me wel duidelijk. Die blik toen hij even naast me rende, daar school een soort fanatieke baldadigheid in. Ze leken uit op een vechtpartij, misschien een beroving. Als hij me een duw of klap gaf terwijl ik reed was ik onderuit gegaan. De laptop in m’n rugzak zou het niet overleven. Kapotte kleding. Bah.

Handelde hij in een opwelling of was er een plan? Jongens willen nog wel eens vechten. Al is het maar om de verveling te verdrijven. Ze zoeken dat op zoals een ander een biertje drinkt of in een etalage kijkt. Alles kan een excuus zijn. Ik heb vaker bizarre situaties meegemaakt waarin zich dat plots voordeed. Uit het niets, ineens heftige agressie, zonder enige aanleiding. Meestal liep het goed af.

Vechten. Daar heb ik natuurlijk helemaal geen zin in. Maar ervoor op de loop gaan? Dat ging ook weer tegen mijn natuur in. Ik had hem pootje kunnen lichten als hij dichterbij kwam, hield ik mezelf voor om in gedachten de situatie weer enigszins meester te worden. Een trap tegen zijn benen en klaar. Hoppa, dat zou ‘m leren. Op z’n muil zou hij gaan. Ik zag hem al over straat rollen. Het ettertje. Ha!

Toen moest ik denken aan Mathieu van der Poel afgelopen weekend in Australië. Ineens ontvouwde zich het scenario. Jongen valt, dient klacht in. Voor je het weet zit je op het politiebureau. De krantenkoppen verschenen op mijn netvlies. Je hele leven ondersteboven, binnen een minuut.

Do not choose a coward’s explanation
That hides behind the cause and the effect

Klonk het in m’n oor.

Ik ging rechtop zitten en manoeuvreerde soepel door het drukke verkeer. Volgende keer als ik geroep hoor rij ik gewoon door, nam ik me voor.

En toch voelde ik me enigszins verslagen.

Leave a Comment

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.