Het risico van lachen en ander ongemak

Laat ik het maar eerlijk bekennen: toen ik de bioscoop verliet vroeg ik me af of ik nou naar een comedy had zitten kijken of wat? Ik wist het gewoon niet. Het was een heel merkwaardig verhaal dat ik had gezien, wat nog eens versterkt werd doordat ik er geen idee van had wat precies de relatie van de hoofdpersoon was tot zijn medespelers. Terwijl dat toch de kern van het verhaal vormde. Was hij een broer, vriend, minnaar? Later kwam ik er achter dat ik in het begin kennelijk niet goed had opgelet. Zo’n film was het ook: even niet opletten en je bent nergens meer. Net een spoorwegovergang.

Toen ik thuis kwam, zocht ik wat recensies op en ja, hoor de ene lyrische loftuiting na de andere. Heb ik weer, zie ik een meesterwerk en begrijp ik er niks van. Alsof je naar een schilderij van een heldhaftige schutterij kijkt en denkt dat het de nachtwacht is. 

Wat een film is of wil zijn, zie je vaak al in de eerste minuten. Daar is over het algemeen de meeste aandacht aan besteed, het langst over nagedacht. Het is het begin van alles dat moet zijn zoals de maker het wil.

In Miséricorde (Vergeving) kijk je in de eerste minuten door de voorruit van een auto die door een bergachtig landschap rijdt. De route kronkelt maar je ziet de omgeving verder niet. Het blijkt de metafoor voor het verhaal. Dat kent een lijn die steeds verrassend draait maar verder geen context heeft. Je vraagt je steeds af waarom gebeurt wat er gebeurt. Want wat je ziet is allemaal op het absurde af, alleen wel gebracht op een doodernstige manier. Ik moest hard lachen maar schaamde me meteen omdat ik de enige in de zaal was die dat deed. Ik heb wel eens vaker dat ik iets heel erg komisch vind en het dan later zeer serieus blijkt te zijn. Vooral op begrafenissen en dergelijke kan dat nogal eens verkeerd uitpakken. Gelukkig bleek het, toen ik het naderhand opzocht, inderdaad een comedy te zijn. Maar waarom lachten de andere bezoekers dan niet? Er zijn dorpen waar nooit iemand lacht, misschien was de zaal zo’n dorp.

De film voelde ook als een begrafenis, ruim anderhalf uur lang. Misschien omdat hij daarmee begint. De hoofdpersoon rijdt naar een zeer afgelegen dorp waar amper nog iemand woont. De plaatselijke bakker, waar hij lang geleden enige tijd bij gewerkt heeft, is overleden en hij komt een laatste eer bewijzen. Na de begrafenis blijft hij hangen bij de weduwe. Zeer tegen de zin van diens zoon. Er groeit in rap tempo een conflict tussen verlangen en schuldgevoel, de innerlijke strijd die een ieder kent maar hier wordt uitgesmeerd over een dorp waar iedereen elkaar in de gaten houdt en tegelijkertijd iedere bewoner een mysterie blijft. Sorry dat ik het zo vaag beschrijf, dat is niet alleen omdat ik het plot niet wil verklappen maar ook omdat de film zo vaag is. Regisseur Alain Guiraudie, een filmgod en LHBTQI+voorvechter in Frankrijk, heeft Miséricorde gebaseerd op zijn eigen roman Rabalaïre waar hij ook zijn vorige film uit putte. 

Ik keek tegen het einde een paar keer op mijn horloge, dit duurde allemaal wel erg lang. Maar dat heb je vaker bij meesterwerken, dat ze aanvankelijk tegenvallen. Of dacht jij toen je de Mona Lisa voor het eerst zag meteen ‘wow, wat een prachtig schilderij’?

Ik voelde me na het zien van Miséricorde natuurlijk een beetje dom, of liever gezegd tekortschieten in kennis en levenservaring. Dat is op zich een positief teken, het betekent immers dat ik beter mijn best moet doen. Dus ik dacht er verder over na en begon me te realiseren dat de film inderdaad wel bijzonder is, ook gezien de minimale middelen waarmee die gemaakt is, de dialogen die alleen maar ongemak veroorzaken en een, twee of drie bizarre seksscènes – net als met de rest is het niet helemaal duidelijk of het echt seks is. Zoals wel vaker bij Franse films weet ook deze weer te verbazen op het gebied van relaties en hoe mensen die invullen.

Voeg daarbij dat het zo gefilmd is dat je als kijker echt in dat dorp leeft. Wel zo’n dorp dat er op booking.com aantrekkelijk uitzag maar waarbij je eenmaal gearriveerd er snel achter komt waarom niemand daar meer wil wonen. 

Er gebeuren in de film vreselijke dingen en in een sleutelscène zegt de plaatselijke priester tegen de hoofdpersoon dat hij zich daar niet druk om moet maken. Immers, in het licht van hoe de mens als geheel zijn enig beschikbare levensruimte, de Aarde, aan het vernietigen is, stellen individuele misdragingen en misdrijven niet zoveel voor. Het is een redenering die zowel bevrijdend als vernietigend is en misschien dat dat wel de portee is, hoe die twee fenomenen hand in hand gaan. 

Je ziet, ik moet er nog wat verder over nadenken.

PS: Iedere zondagavond verstuur ik In de Week, een zeer persoonlijke nieuwsbrief over wat ik de voorbije week zag, las, meemaakte en dacht. Abonneer je hier gratis.

Leave a Comment

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Francisco
  • Francisco
  • Journalist