Rot op met je praatjes over de linkse elite en kijk deze film

De laatste tijd wordt er gretig gediscussieerd over de kloof tussen de verschillende klassen. Of wacht, dat is wat te netjes gesteld. Een favoriete manier om links te bashen is te beweren dat het bestaat uit academische kantoorlui die geen enkele band hebben met de praktische arbeiders. Dat is overigens niet iets van deze tijd maar een verwijt dat al sinds het ontstaan van links wordt gebruikt in een poging de beweging in diskrediet te brengen. Marx was namelijk geen fabrieksarbeider en al die onderwijzers die de socialistische beweging leidden ook niet. 

Ik bemoei me er niet graag tegenaan, alleen al  omdat je dan altijd in het frame van tegenstanders stapt. Je moet gaan ontkennen of weerleggen dat het zo is en in dit soort publiek debat is een ontkenning al snel juist een bevestiging. En anders moet je je eigen leed gaan etaleren om te laten zien dat je weet waar je over praat. Dat is al snel vernederend, nog zo’n positie waar dit soort tegenstanders je graag in drukken.

Al heb ik wel een beetje recht van spreken. Allebei mijn ouders hadden slechts basisonderwijs en ikzelf kwam aanvankelijk niet verder dan de laagste voortgezette opleiding die Nederland te bieden heeft. Ik ben opgegroeid in een bijstandsgezin, deed zes jaar over MAVO-3, verrichte productiewerk in fabrieken en andere ongeschoolde arbeid en deed daarna op eigen gelegenheid VWO staatsexamen en een HBO-opleiding. 

Een in bovenstaande discussie vaak onbelicht aspect is dat de clash twee kanten uit werkt. De elite mag dan weinig op hebben met de arbeiders, andersom is dat net zo. Dat laatste smoort nogal eens iedere ambitie. Je moet ze de kost geven die zich dommer voordoen dan ze zijn om vooral maar niet uitgemaakt te worden voor ‘professor’, om maar het meest vriendelijke scheldwoord te gebruiken. En wie wel opklimt komt tussen mensen terecht die niets begrijpen van waar je vandaan komt.

Ik schrijf dit allemaal zo op omdat ik zaterdag een geweldige film over dit thema zag. Zoals vaker was ik lukraak naar de bioscoop gegaan zonder tevoren iets te weten van wat ik ging zien. En ik werd volledig overdonderd, net als de rest van de zaal. Toen de aftiteling begon hoorde ik om me heen gesnik en ik moet bekennen dat ik het zelf ook niet droog hield.

En Fanfare, de titel klinkt helaas als een Nederlandse komedie uit de jaren ‘50, gaat over de clash tussen elite en arbeiders, tussen hoge en lage cultuur. Al is het woord clash niet de juiste beschrijving, het is meer een knappe schets van de maatschappij waarin we leven. 

Tegelijkertijd laat En Fanfare zien dat het gevoelsleven van die twee werelden helemaal niet zoveel verschilt als ons graag wordt voorgehouden. Dat bijvoorbeeld muziek een middel is om er een brug tussen te slaan. Datzelfde geldt trouwens voor de natuur. Het is niet voor niks dat socialisten van oudsher aan natuuronderwijs doen. Denk bijvoorbeeld aan het Nivon, in 1924 opgericht door de voorloper van de PvdA als Instituut voor Arbeidersontwikkeling. 

En Fanfare laat ook zien in wat we voor samenleving we leven: een onrechtvaardige klassenmaatschappij, al heeft het dominante en elitaire liberalisme dat de mensen decennialang met succes uit het hoofd gepraat. Het is een van de redenen dat het fascisme nu weer voet aan de grond krijgt.

Verder wil ik alleen maar zeggen: ga En Fanfare zien. En neem tissues mee. En o ja, de fanfare wordt gespeeld door de leden van een echte fanfare uit Noord-Frankrijk. Dat je niet denkt dat je naar de elite zit te kijken.

PS: Iedere zondagavond verstuur ik In de Week, een zeer persoonlijke nieuwsbrief over wat ik de voorbije week zag, las, meemaakte en dacht. Doe net als meer dan duizend andere lezers en abonneer je hier gratis.

4 Comments

  • Spot on

  • Hoe raak.

  • jij hebt ‘het geluk’ in de grote stad te wonen waar je zomaar ’n bios in kunt lopen, je woont niet in ’n conservatief klein plattelands-’stadje’? dat enkel ’n bep. periode v.t.v. vastgestelde films toont
    Ook i.v.m. fysieke omstandigheden moeite, wacht tot VPRO uitzend op tv

    via FB heb ik volgend ook gestuurd, graag jouw visie

    https://www.mo.be/interview/volgens-musk-hebben-witte-mannen-de-genen-om-de-wereld-te-besturen

  • Ik denk met warme gevoelens terug aan die Nederlands film Fanfare, van Bert Haanstra. Die film is in mijn herinnering zeker niet alleen maar een ‘komedie’.

Leave a Comment

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.