Economie van de haat

We kunnen algoritmes en AI wel de schuld geven van hoe de online wereld steeds slechter wordt maar wat als we zelf de hoofdschuldige zijn? Met het magische ‘we’ wordt vaak ‘jullie’ bedoeld maar dit keer heb ik het echt over mezelf en anderen die doen zoals ik.

Gisteren schreef ik over een nare ervaring die ik als kind ooit had, omdat die herinnering werd opgeroepen door de film Monster die gaat over de moeilijkheden van twee schoolkinderen en me enorm raakte. ‘s Nachts in bed had ik liggen woelen omdat ik was vastgelopen in een stukje er over. Het bleef saai en nietszeggend. Hoe kon ik iets zeggen over de bijzondere film, zonder al te veel van de inhoud prijs te geven omdat verwondering nu eenmaal een essentieel onderdeel van het verhaal is. Toen ik bedacht had dat ik de eigen ervaring kon gebruiken, viel ik gerustgesteld in slaap. ‘How do I make this about me’ wordt vaak bespot maar het is het ‘er was eens’ van de social media vertellingen, een handige manier om überhaupt iets mede te delen in het wereldwijde kringgesprek.

De volgende ochtend was er natuurlijk de aarzeling. Het gaat om een ‘zielig’ voorval, lichte mishandeling door een leerkracht. Wordt het door dat te beschrijven niet te veel een ego-etalage met ‘kijk mij eens’. En aan de andere kant: krijg ik dan weer niet types achter me aan die me graag nadragen dat ik vroeger zeker gepest ben en dat nog steeds niet verwerkt heb en dat ik daarom etcetera.

Je ziet, het lijkt misschien alsof ik de weblogstukjes, die ik hier schrijf voor een klein publiek, uit mijn mouw schudt maar het maken gaat meestal gepaard met veel twijfel en onzekerheid. Dat is geen geklaag maar gewoon gepuf. Schrijven zie ik als reizen door mijn eigen hoofd en de mooiste uitzichten tref je op paden die niet zonder risico zijn.

Na publicatie was er iemand die reageerde op een manier die ik niet verwacht had, die me verbaasde. Het was een negatieve reactie. Niet heel negatief, maar wel een in de orde van ‘waarom zou je zo reageren?’ Natuurlijk wil je nu weten wat de persoon in kwestie schreef maar dat ga ik niet vertellen. Laat me uitleggen waarom.

Toen ik de opmerking in kwestie las, dacht ik wat een vreemde reactie. En natuurlijk ging ik invullen. Waarom reageert iemand afwijzend op een nare persoonlijke ervaring? Ik verbond het met rancune, frustratie en alle andere negatieve emoties die als symptomen van de huidige tijdgeest worden gezien. Na een kop koffie had ik al een hele verhandeling klaar in mijn hoofd. Ik zou een screenshot er bij plaatsen als sluitend bewijs. Hoewel ik het nog niet had opgeschreven vond ik het al een geweldig stuk. Het zou waarschijnlijk ook goed aansluiten bij het ‘tjonge, tjonge’ gevoel waar sociale media op drijven.

Op dat moment sloeg de twijfel toe en vroeg ik me af waarom ik juist dit er uit zou lichten. Waarom aandacht aan deze negatieve reactie? Ik zie met enige regelmaat berichten van anderen voorbij komen waarin afschuwelijke reacties worden getoond. Ik neem die met gemengde gevoelens tot me. Aan de ene kant is het goed dat kwalijk gedrag aan de kaak gesteld wordt, aan de andere kant vraag ik me af of je er aandacht aan moet besteden. De bekende online volkswijsheid luidt niet voor niets ‘wat je aandacht geeft groeit’. Het is een paradox: je wilt iets bestrijden maar bereikt – mogelijk – het tegendeel.

Ik dacht aan hoe Twitter en de vergeten voorlopers ervan – iMood, ICQ, Orkut, Friendster – ooit vooral prettige omgevingen waren waar het er juist om draaide elkaar op te fleuren en te motiveren. Waar is het misgegaan?

Met de nadruk op bereik (viral!), de aantallen likes en volgers, zijn sociale netwerken onderdeel geworden van de aandachtseconomie. Het aan de kaak stellen van negatieve reacties genereert aandacht. We vinden de haat allemaal erg, schandalig en laten dat ook graag weten. Dat klinkt mooi maar het betekent ook dat wie aandacht wil, die juist kan krijgen door negatieve reacties te plaatsen.

In het verleden bleken dat soort anonieme trollen als ze ontmaskerd werden nogal sneue figuren, hunkerend naar aandacht of erkenning en die zo het makkelijkst dachten te krijgen. En dat lukte. Inmiddels is de praktijk uitgegroeid tot een verdienmodel want de aandachtseconomie is ook echt een economie. De gevolgen kennen we maar zijn toch niet te overzien. Overal rukt extreemrechts op. Haat en afkeer is de nieuwe levenshouding.

Zoals vernietiging van de planeet een onafwendbaar gevolg is van het ongebreidelde kapitalisme, zo is haat een logisch gevolg van de aandachtseconomie. De algoritmes mogen het aanjagen maar we doen het eerste instantie zelf. En nee, daarmee zeg ik niet dat ook jij verantwoordelijk bent. Jij kunt er ook niks aan doen dat je meegesleurd wordt in een draaikolk. Het ligt aan het systeem van concurrentie, aan het najagen van succes. Om de draaikolk te stoppen moet de sluis dicht. Op dit punt aanbeland overwoog ik de eerste zin van dit stuk te wijzigen. Ik deed het niet omdat de kans groter is dat je gaat lezen als ik je beschuldig. Zo erg is het.

Geen aandacht aan haat lijkt een simpele oplossing. Maar stel nou dat positieve reacties een nog grotere aantrekkingskracht zouden hebben. Dat liefde en empathie online zouden overheersen zoals nu haat en harteloosheid, Dat er een mierzoete, behulpzame omgeving zou ontstaan.

Zouden we dat dan gaan haten?

Ja hè?

PS: Iedere zondagavond verstuur ik In de Week, een zeer persoonlijke nieuwsbrief over wat ik de voorbije week zag, las, meemaakte en dacht. Abonneer je hier gratis.

2 Comments

  • Francisco, het probleem bij dingen die jij als negatief ervaart is dat jouw mening maar één perceptie is. Omdat je niet de hele wereld kunt kennen is het mogelijk dat je iets essentieels over het hoofd ziet. Het zou dus kunnen dat een opmerking van een ander die jij als negatief ervaart eigenlijk positief bedoeld is omdat het iets toont waar je niet eerder aan had gedacht. Daar moet je tegen kunnen. Verzonnen voorbeeld: je beschrijft iets, bv de fraaie belijning van een Ford Focus. Iemand anders zegt dan: ja, maar dat design is gewoon afgekeken van de Aston Martin en teruggebracht naar burgermansmaak. Voel je je dan aangesproken omdat jouw mening dat het mooi is blijkbaar zijn beperking heeft omdat je dat niet wist of ga je grootmoedig met de kritiek om? Het opgeklopte positivisme van Facebook speelt in op gemakkelijk gekrenkte ego’s. Op Amerikaans positivisme. Vroeger kon je thumbs up en thumbs down als reactie geven. Daarna liet almachtig Facebook de thumbs down helemaal verdwijnen, om het een tijd later weer tevoorschijn te toveren maar zo dat je nu wel kunt zien hoeveel thumbs up een reactie heeft maar bij thumbs down wordt geen aantal meer gegeven. Ik vind dat jammer want het was vaak een aardige graadmeter waaruit je bv kon opmaken hoeveel onnozelaars achter Milders of Sherry Bidet aanliepen. Het positivisme en het feit dat men snel van slag is als men met een andere mening wordt geconfronteerd -en die al snel als negatief ervaart- lijkt me een afspiegeling van de korte lontjes maatschappij. Maar wil je ook zo zijn? Of ben je een bespiegelend iemand?

    • Er zit zeker een waarheid in wat je zegt. En ik ben me ervan bewust dat als iets steekt dat ook kan betekenen dat het juist pijnlijk treffend is. Maar daar was in dit geval – voor zo ver ik kan overzien – geen sprake van. Het stuk dat ik schreef gaat ook niet over de reactie an sich. Het is ook gebaseerd op eerdere ervaringen. Zo heb ik ook wel eens een nare reactie die ik ontving gepubliceerd waarop de persoon in kwestie – ondanks dat ik zijn naam had verwijderd – vervolgens in de problemen kwam op zijn werk. Dat was niet de bedoeling. Toen begon ik me af te vragen waarom ik dat soort reacties zou publiceren.

      Het stuk bevat nog losse eindjes omdat ik geen tijd had het verder door te denken en het misschien ook niet rond te krijgen is. Het gaat me er onder meer om dat de huidige sociale netwerken zijn gebaseerd op concurrentie en dat negativisme nu eenmaal een grote aantrekkingskracht heeft. Dat leidt tot een spiraal.

Leave a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.