Gemiste kunst

In Parijs bezocht ik twee tentoonstellingen die op het eerste gezicht niets met elkaar te maken hebben maar in mijn hoofd gebeurde dat wel. Alleen al omdat ik ze achter elkaar zag. Het resultaat was een openbaring.
De eerste was Arte Povera in Bourse de Commerce, een tentoonstellingsruimte in het centrum van Parijs waar de miljardair Pinault zijn verzameling aan het publiek toont. De titel – arme kunst – is geen cynische grap maar de naam van een invloedrijke beweging van Italiaanse kunstenaars die een soort kale kunst wilde maken. Kunstwerken gemaakt van alledaagse materialen en die je niet kunt ophangen bijvoorbeeld.
Voor de ingang van de Bourse staat een bronzen boom waar rotsblokken in hangen. Het is een werk van Giuseppe Penone. Rotterdammers kennen waarschijnlijk de zwevende boom wel die aan de Westersingel staat en ook door hem gemaakt is.
Binnen zijn de werken te zien van 13 kunstenaars. Het bronzen zelfportret van Alighiero Boetti uit 1993 bijvoorbeeld, een man in pak die zichzelf met een tuinslang bewatert. Uit zijn hoofd stijgt stoom op. Zie hier mijn impressie (als die niet hieronder verschijnt).
Arte Povera is mannenkunst. De enige vrouw die deel uitmaakte van de beweging, Marisa Merz, was de partner van een van de mannen. Het komt op me over als kunst die wil vernieuwen door te slopen, af te breken: weg met oude vormen en gedachten. Dat is ook wel een logische reactie op een samenleving die het fascisme heeft voortgebracht. Ik zag nu vooral oude kunst die toch niet zo oud is. Een tijdsbeeld van het dominante gedachtegoed van eind jaren ‘60.

Elders in Parijs, bij Fondation Cartier, is de ware sensatie te zien. Een overzichtstentoonstelling van de Colombiaase Olga de Amaral, de eerste in Europa. Deze nu 92-jarige kunstenares begon in dezelfde tijd als Arte Povera ontstond maar koos voor een heel andere benadering. Zij vernieuwde en verbeterde eeuwenoude technieken en wil de schoonheid van de Colombiaanse natuur overbrengen met haar werken.
Als je niet beter zou weten, zou je denken dat haar tapijten en andere textielwerken producten zijn van de natuur zelf, zo ingenieus, verfijnd en fabelachtig mooi. Kijken naar haar werk levert een verwondering op die zich ook meester van je maakt als je bijvoorbeeld een orchidee bestudeert.
Net als vrouwen overal zijn vrouwelijke kunstenaars lange tijd genegeerd, gemarginaliseerd. Dankzij acties van Guerrilla Girls en de gelijkheidsbeweging die de laatste jaren de wereld verovert – ja, woke! – verandert dat. Nu krijg je dus wel Olga de Amaral te zien, in plaats van weer de zoveelste mannelijke kunstenaar. Zie hier mijn impressie (als die niet hieronder verschijnt).
Ik liep rond door haar tentoonstelling en verbaasde me over de warme schoonheid van haar werken. Hoe zou de wereld er nu uitgezien hebben als haar benadering in de jaren zestig net zo was omarmd als Arte Povera? En zo verlangde ik dankzij kunst plots naar een tijd die nooit heeft bestaan.
PS: Iedere zondagavond verstuur ik In de Week, een zeer persoonlijke nieuwsbrief over wat ik de voorbije week zag, las, meemaakte en dacht. Abonneer je hier gratis.
Super uitgelegd!
Weer een fantastisch leuk en goed verhaal. Jij maakt het mee,deelt het en ik zie het voor me.thank you