Zo erg is Parijs

Parijzenaars denken altijd dat ze alles beter kunnen dan de rest van de wereld. Zelfs de Olympische Spelen. Daarmee opent Julie Collas, een bedrijfsjurist die stand up comedian werd, haar Engelstalige show Oh my god, she’s Parisian. Ik moest lachen, net als iedereen in het tot op de laatste centimeter gevulde piepkleine zaaltje in het Parijse Théatre BO Saint Martin. Maar ik dacht ook, verdomd ze hebben gelijk, die Parijzenaars. Ze doen ook heel veel beter dan de rest van de wereld. Van eten tot mode, van kunst tot sport, van vervoer tot publieke ruimte.

Maar daar gaat het Julie niet om. Ze wil in haar show juist duidelijk maken hoe afgrijselijk afschuwelijk Parijzenaars zijn en hoe vreselijk het is om in die stad te leven. Dat gaat haar goed af met alle vrijheid die de Franse cultuur biedt. Van gezinsleven – ze haat haar kinderen – tot seks – denk je echt dat we daar nog tijd voor hebben? – tot de Parijzenaars die niet alleen iedereen haten die van buiten Parijs komt maar vooral ook elkaar. 

Het gekke was, hoe groter de horror was die ze tentoonspreidde, hoe meer ik van de stad ging houden. En niet alleen omdat Julie het allemaal heel grappig vertelde. Of omdat ik mijn eigen afkeren herkende. “Zeg hier nooit maar dan ook nooit bon appétit voor een maaktijd want dat betekent zoiets als ‘succes ermee, hoop dat je het overleeft’. Ik realiseerde me dat het eigenlijk heel de tijd ging over hoe je een Parijzenaar wordt. De zaal luisterde smachtend, als bekeerlingen naar een handige prediker. Misschien vergis ik me maar ik ken dat van geen andere stad. Wie wil er nou – om maar een willekeurige stad te noemen – Amsterdammer worden? Dat ben je gewoon van geboorte en dat lijkt me al erg genoeg. 

Parijzenaar worden daarentegen, daar zijn hele boeken over volgeschreven, er worden cursussen voor gegeven en er is natuurlijk de Netflix-hit Emily in Paris, al is dat een beetje sadistisch want als je de aanwijzingen daaruit opvolgt word je alleen maar uitgelachen. 

Niet dat ik Parijzenaar wil worden. Ik ben immers Rotterdammer en beter kun je het niet treffen. Maar ik ken wel een permanent verlangen naar Parijs, zelfs al ga ik er een paar keer per jaar heen om de dorst te lessen. Ik kan ook allemaal mogelijke oorzaken voor die drang opnoemen, ik heb meer boeken gelezen over Parijs dan enige andere stad. Ik heb meer films gezien die zich er afspelen dan New York of Londen. Ik ken over geen enkele stad zoveel liedjes. Toch moet ik bekennen dat het een mysterie blijft waarom de stad me zo trekt.

Na de show van Julie was dat mysterie ook weer niet opgelost. Maar ik verliet de zaal en het leek alsof ik op kussens liep. De stad van de liefde. Ik realiseerde me voor het eerst dat het op de stad zelf slaat. 

PS: Iedere zondagavond verstuur ik In de Week, een zeer persoonlijke nieuwsbrief over wat ik de voorbije week zag, las, meemaakte en dacht. Abonneer je hier gratis.

Leave a Comment

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Francisco
  • Francisco
  • Journalist