De nazi’s waren gewoon Europeanen, met één verschil

Er verscheen een vrouw in beeld. Zij is de marronjaagster werd er gezegd. Ze vangt ze allemaal. De marrons, mocht je het niet weten, dat waren degenen die ontsnapten aan de slavernij, die van de koloniale plantages de jungle in vluchtten.

Ik zag de vrouw en dacht, dat is wel weer politiek correct. Om voor zo’n rol nu een vrouw te kiezen in plaats van een man. Ik dacht, dat is woke. Ik had het mis. Madame La Victoire heeft echt bestaan. Samen met haar twee zoons jaagde ze voor de lol en het geld op ontsnapte slaven op het eiland Mauritius, een Franse kolonie in de Indische Oceaan die vernoemd is naar de Nederlandse prins Maurits. Ze was de schrik van de marrons. Voor elke gevangen genomen of vermoorde vluchteling werd ze beloond door de Franse staat.

Madame La Victoire speelt een rol in Ni Chaînes Ni Maîtres (Geen Ketenen Geen Meesters) een Frans actiedrama over de slavernij. De film draait hier sinds kort in een beperkt aantal filmhuizen en zal vermoed ik snel weer verdwijnen. Dat is jammer want het verhaal verdient een groter publiek. De meeste films over slavernij, voor zo ver ze al bestaan, gaan over de VS. Terwijl het tot slaaf maken van zwarte Afrikanen en daar een hele industrie rond opbouwen toch echt een Europese uitvinding is.

Ni Chaînes Ni Maîtres speelt in de 18e eeuw en is de debuutfilm van de Benins-Franse regisseur Simon Moutaïrou. De film begint heel Europees. Je ziet een plantage waar slaven zwoegen. De plantage-eigenaar komt aanlopen met een baby en spreekt met zachte stem. Even denk je dat het een humaan persoon is. Aan de dinertafel ontspint zich korte tijd later een discussie tussen onder meer zijn zoon en een koloniaal bestuurder van het eiland. De zoon vindt de slavernij onmenselijk. De bestuurder reageert furieus op dat soort ‘woke’ ideeën en intimideert de vader. Met zo’n zoon kan hij wel eens zijn privileges kwijtraken. De vader, die zichzelf ziet als humaan, kiest eieren voor z’n geld. Even later voert hij de meest gruwelijke martelingen uit.

Daarmee laat de film zien dat slavernij geen business as usual was dat er nu eenmaal bij hoorde in die tijd. Het was een wrede vorm van inkomsten genereren door sadistische mensen en hun meelopers. Ze konden dat doen omdat ze de macht hadden. Ze hadden de macht omdat ze het geld hadden. Ze hadden het geld omdat ze het met slavernij verdienden. Een ijzeren cirkel die niet te doorbreken viel en daardoor honderden jaren kon bestaan.

Na de vertrouwde op Europese leest geschoeide introductie neemt de film een wending, richt zich op de vluchtelingen en krijgt meer het karakter van een Afrikaanse vertelling, het Frans verandert in het Wolof, een West-Afrikaanse taal. Ook de manier van denken wordt Afrikaans, er komen de oude rituelen aan te pas en technieken uit de jungle. Die ongebruikelijke overgang is wennen en misschien een verklaring voor de matige publieke belangstelling. Tegelijkertijd geeft deze perspectiefwisseling de film juist diepte. Door de film realiseerde ik me hoezeer de slavernij nog steeds vaak met de ‘witte blik’ bekeken wordt. Een beetje zoals Duitsers achteraf spraken over de nazi’s, “wir haben es nicht gewusst”, etcetera.

Over nazi’s gesproken, ik moest tijdens het kijken denken aan een fragment van Aimé Césaire, een Frans-Martinikaans dichter en politicus waar je wellicht nog nooit van gehoord hebt maar die een van de belangrijkste boeken over het kolonialisme schreef. Hij stelt daar in dat de Europeanen alleen maar zo geschokt waren door de wreedheid van Hitler omdat witte mensen daarvan het slachtoffer waren. Want ook na de Tweede Wereldoorlog gingen de wrede moordpartijen op de gekoloniseerde volkeren gewoon door. Denk aan de oorlog die Nederland voerde tegen de Indonesische bevrijdingsbeweging, of die van de Fransen in Algerije. Of hoe de Amerikanen tot in de jaren ‘60 officieel een apartheidswetgeving hadden.

Ik schrok van de woorden van Césaire maar hoe langer ik er over nadacht, hoe meer ik ging begrijpen wat hij bedoelde en hoe meer ik zijn pijnlijke gelijk begon te zien. 

Door de film zag ik dat nog meer. Ineens werd me duidelijk dat de nazi’s niet zo’n uitzonderlijk verschijnsel waren als ze vaak gepresenteerd worden. Dat soort mensen zijn er altijd al geweest, sterker: ze zijn er nu nog. Types die vinden dat je met anderen kunt doen wat je wilt, omdat ze anders zijn. Dan heb ik het niet alleen over Netanyahu en zijn trawanten die de Palestijnen uitmoorden, of over Poetin die de Oekraïners wil onderwerpen. Kijk naar Wilders die op bezoek gaat bij de oorlogsmisdadiger Netanyahu en deze prijst. Kijk naar het sadisme van zijn vazal Marjolein Faber. Ze geniet net als Wilders van haar eigen slechtheid. Zijn het dan ook nazi’s? Nee, want de nazi’s bestaan niet meer. Maar hun politiek vertoont er wel schrikbarend veel overeenkomsten mee.

Het bijzondere aan de nazi’s was niet hun wreedheid maar dat ze zoveel mensen meekregen in hun onmenselijkheid. Mensen die uit zichzelf niet direct zo misdadig waren maar er in meegingen omdat het er nu eenmaal was en dachten dat het hen beter uitkwam er aan mee te doen. Ook die types zijn er nog steeds.

Maar laat me er geen eindeloze nazi-discussie van maken. Dat is niet nodig want er zijn helaas volop alternatieven. De slavenhouders waren – ook – Nederlanders. Ze stonden in de koloniën bekend om hun wreedheid maar waren in Nederland vooraanstaande burgers. Mensen die tegen de slavernij protesteerden, die waren er altijd, werden weggezet als woke of wat daar indertijd voor doorging. De kerk suste het geweten van de misdadigers door te stellen dat zwarte mensen gelijkstonden aan dieren, dat laat de film goed zien.

Terug naar de film. Nadat Massamba zichzelf bevrijd heeft, vlucht hij met zijn dochter over het eiland, op de hielen gezeten door Madame La Victoire en haar bloedhonden. De twee hebben gehoord over een legendarisch gebied waar marrons zich veilig schuil houden en in vrijheid leven. Maar is het een mythe of bestaat dat gebied echt en weten ze het te vinden? Daarover gaat het de rest van de film.

Let op, nu volgt er een spoiler.

Ja, dat gebied heeft echt bestaan. Le Morne Brabant is een berg en schiereiland op Mauritius. De berg is vernoemd naar een Nederlands VOC schip dat daar op de kust verging. Op de berg woonden Afrikanen die van de plantages hadden weten te ontsnappen. In 1810 werd het eiland op de Fransen veroverd door de Britten. Toen die in 1835 de slavernij afschaften, trok een expeditie van de politie naar Le Morne om dat te vertellen aan de vluchtelingen, dat ze vanaf nu vrij waren. De marrons zagen de politiemacht op zich afkomen en dachten dat ze weer gevangen genomen zouden worden. Ze sprongen uit wanhoop van de kliffen, hun dood tegemoet.

Als dat verhaal in de Tweede Wereldoorlog had plaatsgevonden was het al minstens vier keer verfilmd geweest.

PS: Iedere zondagavond verstuur ik In de Week, een zeer persoonlijke nieuwsbrief over wat ik de voorbije week zag, las, meemaakte en dacht. Abonneer je hier gratis.

Leave a Comment

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Francisco
  • Francisco
  • Journalist