Niemand kan ontsnappen uit Hotel Savoy

Het boek uit 1924 is bijna honderd jaar oud maar de sfeer die het oproept voelt als die vandaag. Nooit eerder in mijn leven voelde ik me zo opgesloten in de geschiedenis als nu. Vluchten kan niet meer.
In Hotel Savoy van de Oostenrijkse schrijver Joseph Roth arriveert de hoofdpersoon in een gigantisch hotel met honderden kamers in een stad ergens in Oost-Europa. Zo begint het verhaal:
“Ik keer terug van drie jaar krijgsgevangenschap, heb in een Siberisch kamp gezeten en ben door Russische dorpen en steden getrokken, als arbeider, dagloner, nachtwaker, kruier en bakkersknecht.
Ik draag een Russische kiel die iemand mij cadeau heeft gedaan, een korte broek die ik van een gestorven kameraad heb geërfd, en nog altijd bruikbare laarzen waarvan ik zelf niet meer weet hoe ik eraan gekomen ben.
Voor het eerst na vijf jaar sta ik weer voor de poorten van Europa.”
Zoals in alle hotels zijn alle gasten op weg naar een andere plek, alleen lijkt hier niemand te vertrekken. Het is een soort Hotel California avant la lettre, al weet ik niet of die uitdrukking op z’n plaats is want ja, dit zijn nou net de letteren.
Zelf deed het me een beetje denken aan een verblijf het Gramercy Park Hotel in New York eind vorige eeuw. Ook zo’n immens gebouw. ‘s Avonds in de bar voelde het of je tussen gasten zat die daar al decennia verbleven. Dat was ook zo. In een hoek zaten bijvoorbeeld de Harvey sisters, twee vrouwen van de wereld die daar al sinds begin jaren ‘60 kwamen.
De stad wordt niet geïdentificeerd. Volgens sommige bronnen gaat het om Hotel Savoy in de Poolse stad Lödz, dat nog steeds bestaat. Het doet er niet echt toe. Het hotel is een wereld op zich. Een miniatuur versie van de samenleving. Bovenin het hotel wonen de armen, onderin de rijke mensen.
De hoofdpersoon wil eigenlijk naar Parijs maar blijft hangen, uit geldgebrek. Ondertussen maakt hij kennis met de andere gasten, een verzameling merkwaardige types, van berooide circusartiesten tot gefortuneerde industriëlen. Er heerst onrust, de stad is zwanger van een naderende revolutie waarvan niet duidelijk is of die ooit zal losbarsten. De ongelijkheid is schrijnend.
Het is een totaal andere wereld maar toch had ik steeds het idee dat ik over nu, of de nabije toekomst, las.
De armoede neemt toe in het boek. De gaarkeuken wordt steeds drukker bezocht en deelt daarom kleinere porties uit. Ik moest denken aan de voedselbanken waar de aantallen klanten groeien maar het aanbod afneemt omdat supermarkten steeds minder weggooien.
Iedereen in het boek rommelt om te overleven. Vooral de handel in valuta is populair, net als nu de cryptomunten. Verhalen over grote, makkelijke winsten maar mensen verliezen het geld dat ze zo hard nodig hebben.
Ergens merkt de hoofdpersoon op dat niemand in de landbouw wil werken omdat je daar geen loon maar slechts kost en inwoning krijgt. Gaan we dat weer meemaken, vroeg ik me af. Serieus. We zijn met de 0-uren contracten weer terug bij de dagloners en dat had 20 jaar geleden ook niemand gedacht.
Voeg daarbij dat de schrijver nog onwetend is van het verschrikkelijke lot dat een groot deel van zijn joodse personages te wachten staat. In het hele boek komt geen nazi voor, de echte opmars van Hitler moest nog beginnen, maar toch voelt het alsof die dreiging al aanwezig is.
Hoe het boek op je overkomt is afhankelijk van de tijd waarin je het leest. Omdat ik ondanks mijn bewondering toch niet het gevoel had dat ik het boek echt begreep, ging ik op zoek naar uitleg. Ik las een oude recensie uit 2003, toen deze heruitgave verscheen. Daarin ging het er over dat het boek zoveel humor heeft. Van enige herkenning, zoals ik die nu ervaar, was kennelijk geen sprake. De wereld verkeerde indertijd in de roes dat rampspoed iets uit het verleden was. Dat alles alleen maar beter zal worden. Optimisme was verplicht en of er te lachen viel was veelal het enige criterium.
Humor heeft het, maar vooral grijpt het boek je verbeelding. Al lezende word je zelf steeds meer een gast in dit verbazingwekkende hotel waarin zowel wilde avonden als bittere armoede huizen. Waar iedereen ontzag heeft voor de eigenaar en niemand weet wie het is. Je beweegt je door de kamers en de levens. Het verhaal zou ik niet na kunnen vertellen. Een novelle als een kijkdoos.
Hotel Savoy, Joseph Roth, vertaald door Wilfred Oranje (2003). Inbegrepen bij Kobo Plus.