Een ongemakkelijke Matthäus Passion

In deze tijd van het jaar ga ik veelal naar de Matthäus Passion, het meesterwerk van Bach dat handelt over de laatste 24 uur van Jezus. Nou ja, laatste. Hij is volgens de legende natuurlijk uit zijn graf opgestaan om eeuwig verder te leven maar de Passion gaat over zijn laatste etmaal als mens, van Witte Donderdag tot Goede Vrijdag. Het stuk, dat is gebaseerd op het evangelie van de apostel Mattheüs, duurt wel drie uur, dus dat komt bijna in de buurt van real time.

Het verhaal ken je waarschijnlijk wel. Jezus verzamelt zich met zijn 12 apostelen voor een laatste avondmaal. Hij weet dat zijn tijd is gekomen en hij geofferd gaat worden. Het is onduidelijk of hij ook weet hoe gruwelijk wreed dat er aan toe zal gaan. Hij weet in ieder geval wel dat een van zijn vertrouwelingen hem verklikt aan de religieuze elite. Dat is Judas, die hem een kus geeft om hem te identificeren voor de autoriteiten. Hij weet ook dat zijn mannelijke volgelingen hem in de steek zullen laten, uit angst voor hun eigen hachje. Alleen de vrouwen blijven hem trouw.

Jezus wordt gearresteerd. De religieuze leiders beschuldigen hem van godslastering en eisen van de Romeinse bezetter dat hij terechtgesteld wordt. Hij wordt bespot, gekruisigd en sterft de marteldood, door iedereen in de steek gelaten, zelfs door zijn goddelijke vader. En nog blijft hij van de mensen houden. Dat laatste is een les die nogal wat christenen helaas vergeten.

De Matthäus Passion wordt rond Pasen over de hele wereld uitgevoerd maar nergens zo vaak als in Nederland. Je vindt de optreden met koren en orkesten overal. Van Sliedrecht tot Naarden. Die traditie is in de 19e eeuw begonnen in Rotterdam en heeft zich van daar over Nederland verspreid.

Dit jaar twijfelde ik of ik wel moest gaan. In het parlement werd deze week een krachtige verklaring tegen jodenhaat aangenomen en de Matthäus Passion bevat nu eenmaal antisemitische elementen. Het meest berucht is de zin die de joodse menigte uitroept als ze eist dat Jezus ter dood wordt gebracht: ‘Zijn bloed kome over ons en over onze kinderen!’ Die verklaring is vaak aangegrepen om joden te vervolgen. De vooraanstaande joodse leider Claude Montefiore schreef er in 1909 over: “Wat een gruwelijk vers. Wat een verschrikkelijk verzinsel. (…) Dit is een van die zinnen die verantwoordelijk zijn geweest voor oceanen aan menselijk bloed, en een niet-aflatende stroom van ellende en verwoesting.” Dat is nog eens wat anders dan zwaaien met een Palestijnse vlag en boe roepen.

Misschien zou de Kamer eens moeten kijken of dat zinnetje – en nog wat andere – niet aangepast moet worden aan het voortschrijdend inzicht. Maar ik heb het donkerbruine vermoeden dat de – christelijke – partijen daar niet aan willen. De tekst komt namelijk rechtstreeks uit het Nieuwe Testament, een voor christenen heilig boek. Met alle gevolgen van dien. Het zijn naast de nazi’s de christenen geweest die joden het meest vervolgd hebben. Maar ook de rest van rechts Nederland houdt niet van het aanpassen van teksten, dat vinden ze woke en volgens Yesilgöz is dat streven naar gelijkwaardigheid en rechtvaardigheid zelfs de grootste bedreiging voor de samenleving. Dus de jodenhaat blijft overal gezongen verkondigd worden. Jezus zou er vast niet blij mee zijn. Ook dat blijft hem niet bespaard.

Voor haat zijn altijd wel ontkenningen of excuses te vinden. Zo wordt er graag op gewezen dat de Matthäus Passion ruim een eeuw na verschijnen populair is gemaakt door de componist Felix Mendelssohn, een jood die zich had bekeerd tot het christendom. Dat laatste overigens uit veiligheidsoverwegingen.

Ik besloot toch maar te gaan. Dit jaar voor het eerst niet naar een uitvoering in De Doelen maar voor de verandering in de Laurenskerk. En verandering was het.

Bij binnenkomst in de gigantische kerk viel me op dat er anders dan in De Doelen veel jonge mensen waren. Toen keek ik beter en zag ik dat het geen gewone jonge mensen waren. Burgerlijke, vintage kleding is nu weliswaar mode bij Gen Z maar dit was anders. Dit was de stijl die ik kende uit mijn jeugd, uit de bible belt waar ik ben opgegroeid. Rotterdam ligt middenin de bible belt, direct buiten de gemeentegrens beginnen de huizen met bijbelspreuken aan de gevel.

Dit waren allemaal belijdende christenen. Natuurlijk niet zo gek in een kerk maar voor mij toch onverwacht. Er was nog iets raars. De Matthäus Passion is eigenlijk een soort begrafenis, ik ben gewend dat het publiek zich daar op kleedt, maar hier droeg iedereen tamelijk suffe vrijetijdskleding.

Wel werd het publiek er op gewezen dat het niet de bedoeling is na afloop te applaudisseren. De dood van Jezus is immers geen feestje. Dat is een in het oog springend verschil met uitvoeringen in concerthallen.

De honderden aanwezigen waren doodstil. Het orkest begon te spelen, het koor barstte los. All Sünd hast du getragen, sonst müssten wir verzagen. Tenminste, dat zei het tekstboekje dat ze dat zongen want de akoestiek maakte het onmogelijk de woorden te verstaan. Ik had misschien toch niet de goedkope plaatsen moeten nemen, dacht ik.

Ik keek om me heen. De Laurenskerk heeft iets vreemds. De kerk uit de 15e eeuw werd in mei 1940 bij het bombardement door de nazi’s totaal verwoest. De herbouw duurde 16 jaar en was pas in 1968 klaar. Dat zie je. Je zit in een eeuwenoude kerk die 55 jaar oud is. Hoe prachtig ook, het gevoel van een replica blijft aanwezig, alsof de ziel van het gebouw verloren is.

Datzelfde gevoel had ik bij deze Matthëus Passion. Iedereen deed zijn best maar ik miste de ziel van het stuk. Ik realiseerde me dat ik in al die jaren in De Doelen natuurlijk ontzettend verwend ben, met de beste professionele musici en zangers.

Of zou het de religieuze context zijn? In De Doelen is het stuk meer een kunstwerk en in de Laurenskerk meer een religieuze dienst. Voor de aanwezigen was het waarschijnlijk ook een soort gebed.

De Matthäus Passion raakt me op vele, uiteenlopende manieren. Ik heb daar vorig jaar al eens over geschreven. Nu voelde ik amper emotie. Ik moest denken aan die beroemde grap van Freek de Jonge over een beroerde toneeluitvoering van het Dagboek van Anne Frank. “De acteurs speelden zo verschrikkelijk slecht dat op het moment de Duitsers het huis binnenvielen, het publiek spontaan begon te roepen ‘ze zitten in het Achterhuis!’” De uitvoerenden waren zeker niet slecht maar ik betrapte mezelf er op dat ik op een gegeven moment dacht ‘kom maar op met dat kruis’.

Volgend jaar weer naar De Doelen.

PS: Iedere zondagavond verstuur ik In de Week, een zeer persoonlijke nieuwsbrief over wat ik de voorbije week zag, las, meemaakte en dacht. Abonneer je hier gratis.

One Comment

  • Beste Francisco,

    Dank je wel weer voor jouw waardevolle stuk. Het is niet mijn bedoeling om wie dan ook te bekeren of zoiets, dus wees niet bang. Wel zou ik graag, als overweging, een ander licht op het beruchte zinnetje in Mattheus willen suggereren. En daarbij in herinnering willen brengen wat er in naam van zoiets groots en kwetsbaars als de democratie bijvoorbeeld oostelijker van het gebied waar we het over hebben, jarenlang is uitgespookt.

    Het idee van het bloed dat over de Joden en hun kinderen komt, wordt als een vervloeking gezien. Maar is dat wel zo bedoeld? Ik denk om te beginnen dat de ‘Joden’ in Mattheus representant zijn voor de hele mensheid. Maar ook als je dat niet vindt: laten we ons eens consequent verplaatsen in het Paasverhaal van het christendom. Staat niet centraal dat het vlees (het brood) gebroken moest worden en het bloed (de wijn) uit het lichaam moest vloeien? Zonder dit geen Pasen en dus geen Opstanding. Niet voor niets spelen, in ieder geval in de mij bekende christelijke denominaties, brood en wijn een belangrijke rol.

    Hier vandaan redenerend: is het niet aannemelijker om het bloed in deze context als iets positiefs, zelfs als een wens te zien? De wens, ik schrijf het maar plat, dat de ‘liefde’ over jou en de mensheid komt (wat door de Passie mogelijk is geworden)?

    Dat eeuwenlang, en nog steeds, mensen deze passage aangrijpen voor een rechtvaardiging van of noodzaak voor discriminatie, is tenhemelschreiend en gevaarlijk. Maar staat ook haaks op hoe ik dit gedeelte lees en ervaar.

    Ik bedoel maar te zeggen, waar ligt de grens om boeken te (laten) herschrijven? Misschien een grote sprong, maar is het huidige stremgedrag van ten minste een kwart van de gepeilde bevolking een reden om de democratie af te schaffen (want naar mijn mening begrijp je het ‘Boek van de Democratie’ niet, als je het zó uitlegt dat je op zoiets als de PVV stemt)?

    Ik stel deze vragen overigens niet uit betweterigheid ofzo, maar als oprechte vragen.

    Hartelijke groet,

    Wesly

Leave a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.